201208476/1/R1.
Datum uitspraak: 13 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te Heemskerk,
de raad van de gemeente Heemskerk,
verweerder.
Bij besluit van 12 juli 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Woongebied I" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de stichting beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 januari 2013, waar de stichting, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. E.W.M. Aalsma, advocaat te Zaandam, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.S. de Jonge en mr. T.H.M.J. van der Geest, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
1. Het bestemmingsplan voorziet in een actualisatie van het planologische regime voor enkele van de woonwijken rondom het centrum van Heemskerk. Het plan is overwegend conserverend van aard.
2. De stichting komt in beroep op tegen de plandelen met de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied". De stichting betoogt dat de raad met het plan ten onrechte de in het voorheen geldende plan voorziene mogelijkheid tot verwezenlijking van garageboxen onmogelijk maakt. De raad is voorts voorbijgegaan aan het feit dat voor twaalf garageboxen reeds omgevingsvergunningen zijn afgegeven.
2.1. De raad stelt dat onder het vorige bestemmingsplan geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om garageboxen te realiseren. Met het wijzigen van de bestemming in "Verkeer - Verblijfsgebied" wordt recht gedaan aan de feitelijke situatie en tegemoetgekomen aan de belangen van de directomwonenden. Bovendien kunnen de garageboxen waarvoor een omgevingsvergunning is verleend volgens de raad niet zonder meer worden gebouwd nu de betreffende parkeerterreinen op grond van de Wegenwet openbaar zijn geworden en de stichting geen ontheffing van de raad heeft om deze gronden aan de openbare weg te onttrekken.
2.2. Ingevolge artikel 19, lid 19.1, van de planregels zijn de voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden bestemd voor:
a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen.
Ingevolge lid 19.2.1 mag op deze gronden worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. de oppervlakte van een gebouw en een nutsvoorziening bedraagt ten hoogste 15 m²;
b. de bouwhoogte van een nutsvoorziening bedraagt ten hoogste 3 m;
c. de bouwhoogte van overige gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m.
2.3. De stichting is sinds 2009 eigenaar van 99 parkeerplaatsen met parkeerbeugel in de gemeente Heemskerk. Aan deze gronden is de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" toegekend.
Onder het vorige bestemmingsplan hadden de gronden de bestemming "Garageboxen". Bij besluit van 6 december 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk de stichting twee omgevingsvergunningen verleend voor het oprichten van zeven garageboxen met ieder een afmeting 3 m bij 5,3 m nabij de Professor ten Doesschatestraat 257 te Heemskerk en voor het oprichten van vijf garageboxen met ieder een afmeting variërend tussen 4 m bij 5,3 m tot 6 m bij 5,3 m nabij het perceel Mozartstraat 164 te Heemskerk.
2.4. De Afdeling stelt vast dat de planregels geen begripsbepaling van de term "parkeervoorzieningen", zoals gebruikt in artikel 19, lid 19.1, onder c, van de planregels, kennen. Naar het oordeel van de Afdeling vallen garageboxen in dit geval onder dit begrip. De Afdeling neemt hierbij in aanmerking dat onder het vorige bestemmingsplan de bouw van garageboxen mogelijk was en deze mogelijkheid ook past bij de huidige bestemming gezien de ligging in een stedelijke omgeving van rijwoningen en parkeerplaatsen. Het bestemmingsplan biedt voor de plandelen met de bestemming "Verkeer -Verblijfsgebied" gelet op artikel 19, lid 19.2.1, van de planregels dan ook de mogelijkheid tot de bouw van garageboxen. De beroepsgrond dat het plan ten onrechte de verwezenlijking van garageboxen onmogelijk maakt mist feitelijke grondslag.
Wat betreft de reeds verleende omgevingsvergunningen voor de bouw van twaalf garageboxen, stelt de Afdeling vast dat het plan slechts garageboxen met een oppervlakte van ten hoogste 15 m² mogelijk maakt. Nu de omgevingsvergunningen voor het bouwen van de garageboxen zijn verleend voor oppervlaktes tussen 15,9 m² en 31,8 m², zijn de vergunde garageboxen niet als zodanig bestemd. Met betrekking tot in rechte onaantastbare omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen staat volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (zie onder meer de uitspraak van 21 mei 2003, in zaak nr.
200203644/1), voorop dat de beoogde bouwwerken in beginsel, gelet op de rechtszekerheid, als zodanig dienen te worden bestemd. Dit uitgangspunt kan onder meer uitzondering vinden indien een dienovereenkomstige bestemming op basis van nieuwe inzichten niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen. De raad heeft niet, althans onvoldoende, aannemelijk gemaakt dat het als zodanig bestemmen van de vergunde garageboxen niet in overeenstemming zou zijn met een goede ruimtelijke ordening en waarom de rechten van de stichting niet kunnen worden gerespecteerd. Dat de stichting de vergunningen sinds 2009 niet heeft benut, is hiertoe onvoldoende. Voorts is niet, althans onvoldoende, aannemelijk gemaakt dat het evident is dat de openbaarheid van de gronden als bedoeld in de Wegenwet aan de verwezenlijking van de garageboxen in de weg staat.
2.5. In hetgeen de stichting heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, wat betreft de plandelen met de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" nabij de Professor ten Doesschatestraat 257 en de Mozartstraat 164, in strijd is met de rechtszekerheid. Het beroep is in zoverre gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre wegens strijd met het rechtszekerheidsbeginsel te worden vernietigd. Gelet hierop behoeft hetgeen voor het overige is aangevoerd geen bespreking meer.
Het beroep van de stichting is, voor zover gericht tegen de overige plandelen, ongegrond.
3. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Heemskerk van 12 juli 2012 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Woongebied I" voor zover het betreft de plandelen met de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" nabij de Professor ten Doesschatestraat 257 en de Mozartstraat 164, zoals weergegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart;
III. verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Heemskerk tot vergoeding van bij de [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 472,00 (zegge: vierhonderdtweeënzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Heemskerk aan de [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bošnjaković, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Bosnjakovic
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2013
<hr /><img width="750" src="/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/plankaarten/2012p08476-1.jpg" alt="" />