ECLI:NL:RVS:2013:BZ3400

Raad van State

Datum uitspraak
6 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
201208056/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • B.C. Bošnjaković
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Kern Nijswiller en wijzigingsbevoegdheid voor horecagelegenheid

Op 6 maart 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Kern Nijswiller" dat op 31 mei 2012 door de raad van de gemeente Gulpen-Wittem was vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in een actualisatie van het planologisch regime voor de kern Nijswiller, waarbij de bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn verruimd. De appellant, wonend in Wittem, heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van het bestemmingsplan, specifiek tegen de wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt om een perceel aan de hoek Kerkstraat en Schulsbergweg in de bestemming "Horeca" te wijzigen.

De appellant betoogde dat de belangenafweging voor deze wijziging al bij de vaststelling van het bestemmingsplan had moeten plaatsvinden. Hij wees op de noodzaak van onderzoek naar parkeerproblemen, stank- en geluidsoverlast. De Raad van State oordeelde dat de raad niet voldoende had aangetoond dat de situatie die kan ontstaan door de wijzigingsbevoegdheid planologisch aanvaardbaar is. De Afdeling stelde vast dat er geen onderzoek was verricht naar de mogelijke gevolgen van de wijziging, zoals stank- en geluidsoverlast, en dat de belangen van omwonenden niet adequaat waren meegewogen.

De uitspraak leidde tot de conclusie dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan, wat betreft de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied", strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van de appellant werd gegrond verklaard, en het besluit van de raad werd vernietigd. Tevens werd de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de appellanten.

Uitspraak

201208056/1/R1.
Datum uitspraak: 6 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten], wonend te Wittem, gemeente Gulpen-Wittem,
en
de raad van de gemeente Gulpen-Wittem,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 mei 2012, kenmerk G.12.00674, heeft de raad het bestemmingsplan "Kern Nijswiller" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 januari 2013, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. H.P.J.G. Berkers, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, is verschenen.
Overwegingen
1.    Het bestemmingsplan voorziet in een actualisatie van het planologisch regime voor de kern Nijswiller. Het plan sluit aan bij recente maatschappelijke ontwikkelingen en geeft in veel gevallen een verruiming van de huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden.
2.    [appellant] kan zich niet verenigen met de planregeling voor zover is voorzien in de wijzigingsbevoegdheid om het plandeel voor het perceel hoek Kerkstraat en Schulsbergweg in de bestemming "Horeca" te kunnen wijzigen. [appellant] betoogt dat de belangenafweging voor deze bestemmingswijziging reeds zou hebben moeten plaatsvinden bij de vaststelling van het bestemmingsplan en dat de raad hierbij onderzoek had moeten doen naar de parkeerproblemen en -chaos en stank- en geluidsoverlast.
2.1.    De raad stelt dat het door de wijzigingsbevoegdheid onder voorwaarden mogelijk is om een horecavoorziening te realiseren op het plandeel. In 2011 heeft een parkeeronderzoek plaatsgevonden dat is meegenomen in de belangenafweging.
2.2.    Ingevolge artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan bij een bestemmingsplan worden bepaald dat met inachtneming van de bij het plan te geven regels het college van burgemeester en wethouders binnen bij het plan te bepalen grenzen het plan kan wijzigen.
2.3.    Ingevolge het plan rust op het perceel hoek Kerkstraat en Schulsbergweg de bestemming "Verkeer" met de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied".
Ingevolge artikel 11, lid 11.4, van de planregels kan het college van burgemeester en wethouders de bestemming ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied" wijzigen in de bestemming "Horeca", mits:
a. er een bedrijfsontwikkelingsplan wordt overgelegd;
b. het bebouwd oppervlak ten behoeve van de horecagelegenheid maximaal 100 m² bedraagt;
c. de wijziging stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
d. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen niet in het geding komen;
e. er geen onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat;
f. er geen verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt;
g. de parkeerbehoefte niet in het geding komt;
h. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
i. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
j. zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij het bepaalde onder 9.2 van deze planregels.
Ingevolge artikel 9, lid 9.1, zijn de voor "Horeca" aangewezen gronden bestemd voor:
a. horeca;
b. bedrijfswoningen;
c. met daaraan ondergeschikt wellness;
en de daarbij behorende voorzieningen.
Ingevolge artikel 1, lid 1.47, wordt onder het begrip "horeca" verstaan het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies zoals een (eet)café, restaurant en hotel, en/of een zaalaccommodatie voor zowel de recreatieve markt als de zakelijke markt. Bij een horecavoorziening zijn veelal personeel en functies gericht op de verzorging permanent aanwezig (onder andere receptie, kamermeisjes, ontbijtservice, bar).
2.4.    Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd. Dit brengt met zich dat de raad reeds bij de vaststelling van het plan moet hebben afgewogen of de situatie die kan ontstaan door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid planologisch aanvaardbaar is.
De raad heeft de wijzigingsbevoegdheid opgenomen om op den duur een permanente horecavoorziening mogelijk te kunnen maken. De Afdeling stelt vast dat een parkeeronderzoek heeft plaatsgevonden. Er is echter geen onderzoek verricht naar - bijvoorbeeld - mogelijke stank- en geluidsoverlast van de mogelijke bestemmingswijziging. Uit het vaststellingsbesluit kan niet worden afgeleid in hoeverre de raad de belangen van omwonenden heeft meegewogen. Het standpunt van de raad dat voorafgaand aan de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid onderzocht zal worden of wordt voldaan aan de voorwaarden gaat er aan voorbij dat hij reeds bij de vaststelling van het plan dient te onderzoeken of de nieuwe bestemming in beginsel aanvaardbaar is.
Nu de bestemming "Horeca" een horecagelegenheid zoals een (eet)café of restaurant op een groot gedeelte - er mag maximaal 100 m² bebouwd worden - van het perceel hoek Kerkstraat en Schulsbergweg mogelijk zou maken, al dan niet met een terras, het voornoemde perceel op korte afstand van de omliggende woningen ligt en de raad ten onrechte heeft nagelaten de mogelijke gevolgen te onderzoeken, heeft de raad niet aannemelijk gemaakt dat de situatie die kan ontstaan door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid planologisch aanvaardbaar is.
Het betoog slaagt.
2.5.    In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan, wat betreft de aanduiding "wro-zone -wijzigingsgebied", strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3.6 in samenhang gelezen met artikel 3.1, eerste lid, van de Wro te worden vernietigd.
3.    De raad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het beroep gegrond;
II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Gulpen-Wittem van 31 mei 2012, kenmerk G.12.00674, voor zover het betreft de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied";
III.    veroordeelt de raad van de gemeente Gulpen-Wittem tot vergoeding van bij [appellanten] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
IV.    gelast dat de raad van de gemeente Gulpen-Wittem aan [appellanten] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bošnjaković, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen    w.g. Bosnjakovic
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2013
410-770.