201211587/2/R1.
Datum uitspraak: 28 februari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekster], wonend te Amsterdam,
de deelraad van het stadsdeel Zuid,
verweerder.
Bij besluit van 27 september 2012 heeft de deelraad het bestemmingsplan "Stadion- en Beethovenbuurt 2012" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoekster] beroep ingesteld.
[verzoekster] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 12 februari 2013, waar [verzoekster], bijgestaan door mr. M.G. Vleems, advocaat te Amsterdam, en de deelraad, vertegenwoordigd door mr. G. van der Kuil en drs. E. Slotboom, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoekster] betoogt dat de deelraad een bestaande aanbouw op het perceel Minervalaan 19-hs ten onrechte als zodanig in het bestemmingsplan heeft opgenomen, omdat de aanbouw destijds zonder de daartoe vereiste bouwvergunning is opgericht. De deelraad neemt volgens [verzoekster] ten onrechte het standpunt in dat deze aanbouw onder de beschermende werking van artikel 24, eerste lid, onder a, van de planvoorschriften bij het voorgaande bestemmingsplan "Stadion- en Beethovenbuurt 1996" valt en daarom als zodanig kan worden bestemd.
2.1. Aan het perceel Minervalaan 19-hs is de bestemming "Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)" toegekend.
Niet in geschil is dat op dit perceel in 1985 zonder de daartoe vereiste bouwvergunning een aanbouw is gerealiseerd.
Wat betreft het standpunt van de deelraad dat de aanbouw onder artikel 24, eerste lid, onder a, van de planvoorschriften bij het voorgaande bestemmingsplan "Stadion- en Beethovenbuurt 1996" waarin het overgangsrecht voor bouwen is opgenomen, valt, overweegt de voorzitter dat de Afdeling in haar uitspraak van 27 december 2012 in zaak nr.
201201966/1/A1heeft geoordeeld dat de desbetreffende aanbouw niet onder de beschermende werking van die bepaling valt. Uit het voorgaande bestemmingsplan volgt ook niet dat de aanbouw anderszins onder het overgangsrecht van dat plan valt.
2.2. De voorzitter overweegt dat het feit dat de bestaande aanbouw illegaal aanwezig is op zichzelf niet met zich brengt dat de deelraad er niet voor heeft kunnen kiezen deze aanbouw als zodanig in het bestemmingsplan op te nemen.
De raad heeft ter zitting voor het eerst als ruimtelijke onderbouwing voor het als zodanig bestemmen van de desbetreffende aanbouw naar voren gebracht dat het pand en de aanbouw aan de Minervalaan 19-hs samen met de panden aan de Minervalaan 15 en 17 deel uitmaken van een architectonische drie-eenheid en dat deze eenheid in stand dient te blijven. Volgens de raad kan verder een uitzondering worden gemaakt op het gemeentelijk beleid dat binnentuinen onbebouwd dienen te blijven, omdat de aanbouw reeds sinds 1985 aanwezig is.
Nu [verzoekster] ter zitting heeft bestreden dat het desbetreffende pand met aanbouw deel uitmaakt van een architectonische drie-eenheid en de deelraad zijn stelling daaromtrent niet heeft kunnen onderbouwen, ziet de voorzitter aanleiding voor het oordeel dat de deelraad vooralsnog onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het als zodanig bestemmen van de desbetreffende aanbouw in het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
2.3. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna vermelde voorlopige voorziening te treffen. De overige gronden van het verzoek behoeven geen bespreking.
3. De deelraad dient ten aanzien van [verzoekster] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de deelraad van het stadsdeel Zuid van 27 september 2012 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stadion- en Beethovenbuurt 2012", voor zover dat ziet op het bouwvlak ter plaatse van de bestaande aanbouw op het perceel Minervalaan 19-hs, met de bestemming "Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)";
II. veroordeelt de deelraad van het stadsdeel Zuid tot vergoeding van bij [verzoekster] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag € 967,68 (zegge: negenhonderdzevenenzestig euro en achtenzestig cent), waarvan € 944,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de deelraad van het stadsdeel Zuid aan [verzoekster] het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Melse
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 februari 2013