201109193/1/R4.
Datum uitspraak: 6 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Baflo, gemeente Winsum,
de raad van de gemeente Winsum,
verweerder.
Bij besluit van 5 juli 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Baflo" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 juni 2012, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door N. Scheeper en M. Bakema, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 25 juli 2012, nr.
201109193/1/T1/R4, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 5 juli 2011 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 23 oktober 2012 heeft de raad het plan in aangepaste vorm opnieuw vastgesteld.
[appellant] is in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over het besluit van 23 oktober 2012 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid heeft hij geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
1. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 2.5 overwogen dat de raad in zijn verweerschrift heeft vermeld dat de grens van het bouwvlak ten noorden van de bosstrook en de woning van [appellant] 5 m in noordelijke richting dient te worden verschoven, zodat een afstand van 30 m tussen het bouwvlak en de woning van [appellant] ontstaat. Nu de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelde dan hij bij het nemen van het besluit van 5 juli 2011 had gedaan en niet is gebleken van gewijzigde omstandigheden, heeft de Afdeling aanleiding gezien voor het oordeel dat het besluit van 5 juli 2011 in zoverre is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid.
2. Gelet hierop is het beroep van [appellant] tegen het besluit van 5 juli 2011 in zoverre gegrond. Dat besluit dient, voor zover het de ligging betreft van de grens van het bouwvlak ten noorden van het perceel van [appellant], wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd.
Het beroep van [appellant] tegen het besluit van 5 juli 2011 is voor het overige ongegrond.
3. In het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Baflo", zoals dat bij besluit van 23 oktober 2012 is vastgesteld, is de grens van het bouwvlak ten noorden van het perceel van [appellant] 5 m in noordelijke richting verschoven. Dit besluit wordt, gelet op de artikelen 6:18, eerste lid, en 6:19, eerste lid, van de Awb, zoals deze luidden ten tijde van belang, geacht eveneens onderwerp te zijn van dit geding.
4. Nu de grens van het bouwvlak ten noorden van het perceel van [appellant] 5 m in noordelijke richting is verschoven en in aanmerking genomen dat [appellant] geen zienswijzen naar voren heeft gebracht naar aanleiding van het besluit van 23 oktober 2012, is het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek hersteld.
5. Gezien het voorgaande is voorts het van rechtswege ontstane beroep van [appellant] tegen het besluit van 23 oktober 2012 ongegrond.
6. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Winsum van 5 juli 2011, waarbij het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Baflo" is vastgesteld, gedeeltelijk gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van 5 juli 2011, voor zover het betreft het bouwvlak tussen 10 m en 15 m uit de noordelijke bestemmingsgrens van de bosstrook ten noorden van de woning van [appellant];
III. verklaart het beroep tegen het besluit van 5 juli 2011 voor het overige, alsmede het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Winsum van 23 oktober 2012, waarbij het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Baflo" in aangepaste vorm is vastgesteld, geheel ongegrond;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Winsum aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. M.W.L. Simons-Vinckx, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.A. Oudenaarden, ambtenaar van staat.
w.g. Simons-Vinckx w.g. Oudenaarden
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2013