ECLI:NL:RVS:2013:BZ2334
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- N. Verheij
- G. van der Wiel
- C.E.C.M. van Roosmalen
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige binnentreding en staandehouding van vreemdeling leidt tot opheffing van vrijheidsontnemende maatregel
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 1 februari 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage. De vreemdeling was op 12 december 2012 in vreemdelingenbewaring gesteld, maar betoogde dat de onrechtmatige binnentreding van haar woning en de daaropvolgende staandehouding de basis vormden voor de onrechtmatigheid van haar bewaring. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 19 december 2012 geoordeeld dat de belangen van de bewaring in redelijke verhouding stonden tot de ernst van het gebrek, maar de vreemdeling was het hier niet mee eens.
De Raad van State oordeelde dat het binnentreden van de woning van de vreemdeling onrechtmatig was, vooral omdat dit gebeurde terwijl zij lag te slapen. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had geen zwaarwegende belangen aangevoerd die de onrechtmatigheid van het binnentreden konden rechtvaardigen. De enkele omstandigheid dat er een removal order beschikbaar was, was niet voldoende om de ernstige gebreken te negeren. De Afdeling concludeerde dat de onrechtmatigheid van de staandehouding ook de daaropvolgende inbewaringstelling onrechtmatig maakte.
Als gevolg hiervan verklaarde de Raad van State het hoger beroep gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris gegrond. De vrijheidsontnemende maatregel werd opgeheven en de vreemdeling kreeg een schadevergoeding toegekend voor de periode van haar onrechtmatige detentie. De staatssecretaris werd ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van vreemdelingen en de noodzaak voor de overheid om zorgvuldig om te gaan met de rechten van individuen in vreemdelingenprocedures.