ECLI:NL:RVS:2013:BZ0800

Raad van State

Datum uitspraak
6 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201209765/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake belanghebbendheid bij bestemmingsplan

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 februari 2013 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoekster] tot herziening van een eerdere uitspraak van 29 augustus 2012. In die eerdere uitspraak werd het verzet van [verzoekster] tegen een eerdere beslissing van 10 februari 2012 ongegrond verklaard. Het verzoek tot herziening is ingediend omdat [verzoekster] meent dat zij ten onrechte niet als belanghebbende is aangemerkt bij het besluit van de raad van de gemeente Zederik van 28 september 2009, waarbij het bestemmingsplan "Kernen 1e herziening" is vastgesteld. Tevens stelt zij dat de raad in 2009 de contouren van het buitengebied heeft gewijzigd.

De Afdeling heeft het verzoek behandeld en overweegt dat, ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, herziening van een onherroepelijke uitspraak alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Afdeling oordeelt dat de door [verzoekster] aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoen aan deze criteria, aangezien deze reeds eerder naar voren zijn gebracht in de eerdere procedures. Het bijzondere rechtsmiddel van herziening is niet bedoeld om een geschil opnieuw aan de rechter voor te leggen of om argumenten die eerder zijn aangevoerd opnieuw in te brengen.

Daarom wordt het verzoek tot herziening afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in naam der Koningin beslist en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 6 februari 2013.

Uitspraak

201209765/1/R1.
Datum uitspraak: 6 februari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekster], wonend te [woonplaats], gemeente Zederik,
verzoekster,
om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2012 in zaak nr. 201111376/3/R1.
Procesverloop
Bij uitspraak van 29 augustus 2012 in zaak nr. 201111376/3/R1 heeft de Afdeling het door [verzoekster] gedane verzet tegen de uitspraak van 10 februari 2012 in zaak nr. 201111376/2/R1 ongegrond verklaard. De uitspraken zijn aangehecht.
[verzoekster] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 januari 2012, waar [verzoekster] is verschenen.
Overwegingen
1.    Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), zoals dit luidde ten tijde van belang, kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.    [verzoekster] stelt dat zij ten onrechte niet is aangemerkt als belanghebbende bij het besluit van de raad van de gemeente Zederik van 28 september 2009 waarbij het bestemmingsplan "Kernen 1e herziening" is vastgesteld. Voorts stelt [verzoekster] dat de raad in 2009 de contouren van het buitengebied heeft gewijzigd.
3.    Hetgeen [verzoekster] heeft aangevoerd kan niet worden aangemerkt als feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb, nu deze aspecten reeds naar voren zijn gebracht voorafgaand aan de uitspraak van 29 augustus 2012. Het bijzondere rechtsmiddel herziening dient er niet toe om een geschil waarin is beslist, naar aanleiding van de uitspraak opnieuw aan de rechter voor te leggen. Tevens is het rechtsmiddel niet bedoeld om een partij de gelegenheid te bieden om argumenten die in een eerdere procedure naar voren zijn gebracht, of naar voren hadden kunnen worden gebracht, opnieuw onderscheidenlijk alsnog naar voren te brengen en aldus het debat te heropenen nadat is gebleken dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet tot het gewenste resultaat hebben geleid.
4.    Gelet op het vorenstaande dient het verzoek te worden afgewezen.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.  Schaaf, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten    w.g. Schaaf
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 februari 2013
523.