ECLI:NL:RVS:2013:BZ0759
Raad van State
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar herbenoeming leden bezwarencommissie Zederik
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 30 maart 2012, waarin het beroep van [appellante] ongegrond werd verklaard. Het betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zederik, dat op 25 maart 2011 de leden van de gemeentelijke kamer van de bezwarencommissie heeft herbenoemd. [appellante] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 25 augustus 2011 niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 10 januari 2013 behandeld. [appellante] was in persoon aanwezig, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. L. de Keijzer-Krens. De rechtbank had geoordeeld dat [appellante] geen belanghebbende was bij het besluit tot herbenoeming, omdat dit besluit niet direct op haar betrekking had. Dit oordeel is door de Afdeling bevestigd, waarbij werd verwezen naar artikel 8:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit tot benoeming of aanstelling, tenzij de appellant een ambtenaar is of een dienstplichtige.
De Afdeling concludeert dat [appellante] geen rechtstreeks betrokken belang heeft bij het besluit tot herbenoeming en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het bezwaar niet-ontvankelijk was. Het hoger beroep van [appellante] wordt ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 6 februari 2013.