201113106/1/R1.
Datum uitspraak: 6 februari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten],(hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te [woonplaats], gemeente Steenwijkerland,
de raad van de gemeente Steenwijkerland,
verweerder.
Bij besluit van 25 oktober 2011, kenmerk 2011/66, heeft de raad het bestemmingsplan "Beulakerweg 54, Giethoorn" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 juli 2012, waar [appellant] in persoon en de raad, vertegenwoordigd door drs. E.S. Fijma, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting als partij gehoord de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aan de Stegge Twello B.V., vertegenwoordigd door mr. M.H. Blokvoort, advocaat te Deventer, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Restaurant De Lindenhof Giethoorn B.V., vertegenwoordigd door mr. M.H Blokvoort, advocaat te Deventer, en [eigenaar] van De Lindenhof.
Bij tussenuitspraak van 15 augustus 2012, nr.
201113106/1/T1/R1, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen zestien weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 25 oktober 2011 te herstellen. De tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 30 oktober 2012 heeft de raad het besluit van 25 oktober 2011 gewijzigd door het bestemmingsplan "Beulakerweg 54, Giethoorn", kenmerk 2012/77, vast te stellen.
[appellant] is in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over het besluit van30 oktober 2012 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid heeft hij geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
1. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling in 2.6.5 overwogen dat hoewel ter zitting door De Lindenhof is medegedeeld dat tussen de woning van [appellant] en de logiesbebouwing een groenstrook aangelegd zal worden die in voldoende mate het zicht vanuit de woning van [appellant] op het perceel Beulakerweg 54 zal ontnemen, op gronden met de bestemming "Horeca" ingevolge artikel 3, lid 3.1, van de planregels naast tuinen en erven onder meer bouwwerken geen gebouwen zijnde en parkeer- en speelvoorzieningen gerealiseerd kunnen worden. Nu de dichtstbijgelegen gronden met de bestemming "Horeca" zijn gelegen op een afstand van slechts 5 m van de woning van [appellant], ontbreken naar het oordeel van de Afdeling in het plan voorzieningen die wat betreft het aspect privacy een goed woon- en leefklimaat voor [appellant] kunnen waarborgen. Het besluit van 25 oktober 2011 is in zoverre vastgesteld in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
In de tussenuitspraak is de raad opgedragen binnen zestien weken na de verzending van deze tussenuitspraak een passende planregeling vast te stellen met het oog op de belangen van [appellant]. Deze planregeling om een goed woon- en leefklimaat te garanderen zou een voorwaardelijke verplichting kunnen inhouden, volgens welke het gebruik van het perceel Beulakerweg 54 overeenkomstig de bestemming alleen dan planologisch is toegestaan indien beplanting van voldoende hoogte en over een voldoende breedte in het zuidelijke gedeelte van het plangebied wordt aangelegd en in stand gehouden.
2. Gelet op het voorgaande is het beroep van [appellant] tegen het besluit van 25 oktober 2011 gegrond. Het besluit van 25 oktober 2011 dient wat betreft het plandeel met de bestemming "Horeca" wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb te worden vernietigd.
3. In het bestemmingsplan "Beulakerweg 54, Giethoorn" dat op 30 oktober 2012 in zijn geheel opnieuw is vastgesteld, is aan de gehele zuidkant van het perceel Beulakerweg 54 de bestemming "Groen" toegekend met breedte van 3 m oplopend naar 6 m. In artikel 3 zijn de planregels voor de bestemming "Groen" opgenomen. Ingevolge artikel 3, lid 3.1, van de planregels zijn gronden met de bestemming "Groen" bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting; de aanleg en instandhouding van een groenafscheiding; en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding. Ingevolge lid 3.2.1 mogen op gronden met de bestemming "Groen" geen gebouwen worden gebouwd en ingevolge lid 3.3 wordt onder gebruik in strijd met deze bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van gronden ten behoeve van horeca-activiteiten. Ingevolge artikel 4, lid 4.3, van de planregels is het verboden de voor "Horeca" aangewezen gronden en daarop aanwezige gebouwen te gebruiken ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde functies, indien op de voor "Groen" bestemde gronden geen beplantingsstrook is aangelegd en in stand wordt gehouden overeenkomstig het in bijlage 1 bij deze regels opgenomen beplantingsplan. In dit beplantingsplan staat dat een beplantingssingel zal worden aangelegd met een breedte van 3 m met daarop een gemengd bosplantsoen dat een gemiddelde hoogte van ongeveer 3 m heeft.
4. Het besluit van 30 oktober 2012 is gezien de artikelen 6:18 en 6:19 van de Awb, zoals deze artikelen luidden ten tijde van belang, mede onderwerp van het geding. Het beroep van [appellant] wordt geacht mede te zijn gericht tegen dit besluit.
5. De raad heeft met het opnemen van de bestemming "Groen" aan de zuidkant van het perceel Beulakerweg 54 en het opnemen van een gebruiksverbod in artikel 4, lid 4.1, van de planregels beoogd een goed woon- en leefklimaat voor [appellant] te waarborgen. Gelet hierop alsmede op hetgeen is overwogen in de tussenuitspraak en in aanmerking genomen dat [appellant] geen gronden heeft aangevoerd tegen het op 30 oktober 2012 vastgestelde bestemmingsplan, is het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek hersteld.
6. Nu [appellant] geen gronden heeft aangevoerd tegen het op 30 oktober 2012 vastgestelde bestemmingsplan is voorts het daartegen ontstane beroep van rechtswege, ongegrond.
7. De raad dient ten aanzien van [appellant] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Steenwijkerland van 25 oktober 2011, kenmerk 2011/66, gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Steenwijkerland van 25 oktober 2011, kenmerk 2011/66, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Beulakerweg 54, Giethoorn" wat betreft het plandeel met de bestemming "Horeca";
III. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Steenwijkerland van 30 oktober 2012, kenmerk 2012/77, ongegrond;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Steenwijkerland tot vergoeding van bij [appellanten] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 49,92 (zegge: negenenveertig euro en tweeënnegentig cent), met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
V. gelast dat de raad van de gemeente Steenwijkerland aan [appellanten] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J.G. Driessen, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Driessen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 februari 2013