ECLI:NL:RVS:2013:BY9931

Raad van State

Datum uitspraak
30 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201203419/4/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Kranenburg
  • P.A. Melse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied

Op 30 januari 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied". Het geschil ontstond naar aanleiding van een besluit van de raad van de gemeente Twenterand, dat op 7 februari 2012 werd genomen. De appellant, wonend te Vriezenveen, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij zich verzet tegen de bestemming "Centrum - 1" voor een naastgelegen perceel, dat de aanduiding "specifieke vorm van centrum - productiebakkerij" heeft gekregen. De appellant betoogde dat deze wijziging niet voldoende gemotiveerd was en dat de uitbreiding van het gebruik van het perceel niet in overeenstemming was met een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 28 november 2012, waarbij de raad werd vertegenwoordigd door drs. E. Nijhuis en J. Schepers. De Afdeling oordeelde dat de raad in zijn verweerschrift een ander standpunt innam dan in het oorspronkelijke besluit, zonder dat hiervoor gewijzigde omstandigheden waren aangetoond. Dit leidde tot de conclusie dat het besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid, in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

De uitspraak resulteerde in de vernietiging van het besluit van de raad van de gemeente Twenterand voor het plandeel met de bestemming "Centrum - 1" voor het perceel in kwestie. Tevens werd de raad gelast om het griffierecht van de appellant te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201203419/4/R1.
Datum uitspraak: 30 januari 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Vriezenveen, gemeente Twenterand,
appellant,
en
de raad van de gemeente Twenterand,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 7 februari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 november 2012, waar de raad, vertegenwoordigd door drs. E. Nijhuis en J. Schepers, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
De Afdeling heeft de behandeling van het beroep van [appellant] afgesplitst van zaak nr. 201203419/1/R1.
Overwegingen
1.    Het plan voorziet in een planologische regeling voor de oorspronkelijke lintbebouwing en het dorpscentrum van Vriezenveen.
2.    [appellant], die woont op het perceel [locatie 1] te Vriezenveen, richt zich tegen het plandeel voor het naastgelegen perceel [locatie 2] met de bestemming "Centrum - 1" en de aanduiding "specifieke vorm van centrum - productiebakkerij". Hij betoogt dat deze aanduiding ambtshalve bij de vaststelling van het plan is opgenomen en dat deze wijziging ten opzichte van het ontwerpplan niet is gemotiveerd. Dit klemt temeer nu de aanduiding een aanmerkelijke uitbreiding van het gebruik mogelijk maakt zonder dat is onderzocht of daarbij nog sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van zijn woning, aldus [appellant].
3.    Het plan voorziet voor het perceel [locatie 2], voor zover van belang, in de bestemming "Centrum - 1" en gedeeltelijk in de aanduiding "specifieke vorm van centrum - productiebakkerij".
Ingevolge artikel 5, lid 5.1, van de planregels, voor zover van belang, zijn de voor "Centrum - 1" aangewezen gronden bestemd voor:
a. detailhandel;
s. productiebakkerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van centrum - productiebakkerij".
4.    De raad betoogt in zijn verweerschrift onder verwijzing naar de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dat het plan ten aanzien van het perceel [locatie 2] tekort schiet en dat in verband hiermee een afzonderlijk bestemmingsplan voor het perceel [locatie 2] in voorbereiding is.
Nu de raad zich wat betreft de planregeling voor het perceel [locatie 2] op een ander standpunt stelt dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.
5.    Het beroep is gegrond. Het besluit van 7 februari 2012 dient ten aanzien van het bestreden plandeel te worden vernietigd.
6.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het beroep gegrond;
II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Twenterand van 7 februari 2012, kenmerk 012.035.0010, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Centrum - 1" voor het perceel [locatie 2];
III.    gelast dat de raad van de gemeente Twenterand aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg    w.g. Melse
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 januari 2013
191.