ECLI:NL:RVS:2013:BY9917
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- A.G. Biharie
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting horeca-inrichting en gedoogstatus softdrugs
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 januari 2013 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door [verzoeker], die in hoger beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De rechtbank had op 14 november 2012 het beroep van [verzoeker] ongegrond verklaard, nadat de burgemeester van Den Haag op 4 mei 2012 had besloten om de horeca-inrichting van [verzoeker] te sluiten voor een periode van zes maanden, met ingang van 15 mei 2012. Dit besluit was genomen in het kader van de verkoop van softdrugs in de horeca-inrichting, die ook na de sluiting niet langer gedoogd zou worden.
Tijdens de zitting op 17 januari 2013, waar zowel [verzoeker] als de burgemeester vertegenwoordigd waren, werd het verzoek tot voorlopige voorziening besproken. De voorzitter overwoog dat de sluiting op 18 januari 2013 was afgelopen, waardoor het spoedeisend belang voor het treffen van de gevraagde voorziening ontbrak. Bovendien werd opgemerkt dat de aangevallen uitspraak betrekking had op de sluiting van de horeca-inrichting en niet op de intrekking van de gedoogstatus voor de verkoop van softdrugs. Indien de burgemeester na de sluiting handhavend zou optreden, zou [verzoeker] daartegen rechtsmiddelen kunnen aanwenden.
Uiteindelijk werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2013.