ECLI:NL:RVS:2013:994
Raad van State
- Hoger beroep
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- J. Kramer
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding na bestuursdwang bij hennepkwekerij
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda op 13 april 2011 een verzoek van [appellante] tot schadevergoeding afgewezen. [appellante] had schadevergoeding gevraagd naar aanleiding van de ontruiming van een hennepkwekerij op 25 januari 2011, die was uitgevoerd door middel van spoedeisende bestuursdwang. De schade die [appellante] claimde, bestond uit materiële en immateriële schade, waaronder huurderving en schade aan de elektrische installatie, met een totaalbedrag van meer dan € 231.000.
De rechtbank Breda verklaarde het bezwaar van [appellante] tegen de afwijzing van de schadevergoeding niet-ontvankelijk, omdat het besluit tot afwijzing geen voor bezwaar en beroep vatbaar besluit zou zijn. [appellante] ging in hoger beroep en betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het bestuursdwangbesluit van 21 februari 2011 onrechtmatig was en dat dit besluit geen grondslag bood voor schadevergoeding. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de schadeoorzaak ligt in feitelijke handelingen, waartegen geen bezwaar kan worden gemaakt.
De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de gronden van het hoger beroep niet tot een ander oordeel konden leiden. De rechtbank had bovendien terecht geoordeeld dat de schade die [appellante] had geleden, niet onder de voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten viel. De uitspraak van de rechtbank Breda werd bevestigd, en het hoger beroep van [appellante] werd ongegrond verklaard.