ECLI:NL:RVS:2013:873

Raad van State

Datum uitspraak
21 augustus 2013
Publicatiedatum
21 augustus 2013
Zaaknummer
201300635/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor antennedrager in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vereniging Belangenvereniging "Bosrand en omgeving" tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 6 december 2012. De rechtbank had het beroep van de belangenvereniging ongegrond verklaard, nadat het college van burgemeester en wethouders van Ede op 17 februari 2012 een omgevingsvergunning had verleend aan Dutch Tower B.V. voor het plaatsen en gebruiken van een antennedrager op een perceel nabij hotel "De Bosrand" te Ede. De belangenvereniging betoogde dat de vergunning ten onrechte was verleend, omdat de plaatsing van de antennemast in strijd was met het bestemmingsplan "Ede, omgeving De Bosrand", dat de bestemming "Bos met bijzondere natuurwaarden" had.

De rechtbank oordeelde dat het college op basis van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bevoegd was om in afwijking van het bestemmingsplan vergunning te verlenen. De belangenvereniging voerde aan dat de antennemast illegaal was gebouwd in 2001 en dat het college ten onrechte niet handhavend had opgetreden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 21 augustus 2013 behandeld.

De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht geen grond had gezien voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid had kunnen besluiten om de omgevingsvergunning te verlenen. De belangenvereniging had onvoldoende bewijs geleverd dat de beoordeling van de aanvraag door het college onjuist was. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201300635/1/A1.
Datum uitspraak: 21 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging Belangenvereniging "Bosrand en omgeving", gevestigd te Ede,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 6 december 2012 in zaak nr. 12/4386 in het geding tussen:
de belangenvereniging
en
het college van burgemeester en wethouders van Ede.
Procesverloop
Bij besluit van 17 februari 2012 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dutch Tower B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen en gebruiken van een antennedrager op het perceel Bosrand ongenummerd (nabij hotel "De Bosrand") te Ede (hierna: het perceel).
Bij besluit van 17 juli 2012 heeft het college het door de belangenvereniging daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 december 2012 heeft de rechtbank het door de belangenvereniging daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de belangenvereniging hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 juli 2013, waar de belangenvereniging, vertegenwoordigd door F.D. van Overschot en B. van Dasselaar, en het college, vertegenwoordigd door mr. R. Doorakkers, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Niet in geschil is dat de plaatsing van de antennemast op het perceel in strijd is met de ingevolge het ten tijde van belang ter plaatse geldende bestemmingsplan "Ede, omgeving De Bosrand" op het perceel rustende bestemming "Bos met bijzondere natuurwaarden". Om het bouwplan niettemin mogelijk te maken, heeft het college een omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo), gelezen in verbinding met artikel 4, vijfde lid, van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht (hierna: het Bor).
2. De belangenvereniging betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college de omgevingsvergunning had moeten weigeren. Daartoe voert zij aan dat de antennemast reeds in 2001 is gebouwd zonder daartoe verleende vergunning. Tot de verlening van de omgevingsvergunning op 17 februari 2012 was de antennemast illegaal op het perceel aanwezig, aldus de belangenvereniging. Volgens haar is het college daartegen in het verleden ten onrechte niet handhavend opgetreden. Het verlenen van de vergunning is onder die omstandigheden in strijd met het verbod op willekeur en moet worden aangemerkt als onbehoorlijk bestuur, aldus de belangenvereniging.
2.1. Ingevolge artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2°, van de Wabo gelezen in verbinding met artikel 4, vijfde lid, van bijlage II behorende bij het Bor is het college bevoegd om in afwijking van het bestemmingsplan vergunning te verlenen voor de antennemast. De beslissing om gebruik in afwijking van het bestemmingsplan toe te staan is een discretionaire bevoegdheid van het college, waarbij de rechter zich bij toetsing moet beperken tot de vraag of het college in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
2.2. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de plaatsing van de antennemast voldoet aan de voorwaarden en vereisten die zijn opgenomen in het "paraplubestemmingsplan mantelzorg en antennes" dat op 29 september 2011 door de raad van de gemeente Ede is vastgesteld en dat bij de verlening van de omgevingsvergunning als toetsingsmaatstaf is gehanteerd.
2.3. Hoewel de antennemast in 2001 is gerealiseerd zonder daartoe benodigde bouwvergunning, heeft de rechtbank terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het college reeds daarom niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten aan het bouwplan alsnog planologische medewerking te verlenen. Een aanvraag om omgevingsvergunning dient op haar eigen merites te worden beoordeeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college het bouwplan terecht in overeenstemming met de ingevolge het paraplubestemmingsplan mantelzorg en antennes geldende voorwaarden en vereisten heeft geacht. De belangenvereniging heeft dat oordeel, met de enkele stelling dat de door Econsultancy uitgevoerde quickscan flora en fauna Zendmast De Bosrand te Ede van 8 december 2011 op onjuiste uitgangspunten is gebaseerd, in hoger beroep onvoldoende bestreden, zodat geen grond bestaat voor het oordeel dat de rechtbank het besluit van 17 juli 2012 ten onrechte in stand heeft gelaten.
Het betoog faalt.
3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.G.P. Oudenaller, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Oudenaller
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2013
407-724.