ECLI:NL:RVS:2013:862

Raad van State

Datum uitspraak
21 augustus 2013
Publicatiedatum
21 augustus 2013
Zaaknummer
201300486/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan 'Ruimte voor Ruimte' niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Raad van State op 21 augustus 2013 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen het bestemmingsplan 'Ruimte voor Ruimte [locatie A] Bleskensgraaf', dat op 15 oktober 2012 door de raad van de gemeente Graafstroom (thans gemeente Molenwaard) was vastgesteld. De appellant, wonend te Bleskensgraaf, stelde dat hij belanghebbende was bij het bestemmingsplan, omdat het plan invloed zou hebben op zijn woonomgeving en de kans op de realisatie van een ander plan, 'Ruimte voor Ruimte [locatie B] Bleskensgraaf', zou vergroten.

De Raad van State oordeelde echter dat de appellant niet-ontvankelijk was in zijn beroep. De raad stelde dat de afstand van ongeveer 270 meter tussen de woning van de appellant en het plangebied te groot was om te kunnen spreken van een rechtstreeks belang. Bovendien werd het zicht op de te realiseren woningen grotendeels belemmerd door tussenliggende bebouwing en begroeiing. De Raad van State concludeerde dat de appellant geen belanghebbende was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat hij daarom geen beroep kon instellen tegen het besluit van de raad.

De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van 'belanghebbende' in het bestuursrecht en de voorwaarden waaronder een beroep tegen een bestemmingsplan kan worden ingesteld. De Raad van State verklaarde het beroep van de appellant niet-ontvankelijk en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201300486/1/R4.
Datum uitspraak: 21 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Bleskensgraaf, gemeente Molenwaard,
appellant,
en
de raad van de gemeente Graafstroom, thans gemeente Molenwaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 15 oktober 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte [locatie A] Bleskensgraaf" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben [partij A] en [partij B] een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 juli 2013, waar [appellant], bijgestaan door mr. A.A. Alciyan, werkzaam bij SRM Rechtsbijstand, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.P.J. Kreeft en W. Roelen, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn [partij A] en [partij B], vertegenwoordigd door E. Petit, gehoord.
Overwegingen
1. Het plan voorziet in twee woningen op gronden ten zuiden van het perceel [locatie A] te Bleskensgraaf, waarbij toepassing wordt gegeven aan de regeling "Ruimte voor Ruimte". Het plangebied is gesitueerd tussen bestaande lintbebouwing in het buitengebied.
2. De raad voert aan dat [appellant] niet-ontvankelijk moet worden geacht in zijn beroep, omdat hij geen belanghebbende is. De raad stelt dat de woning van [appellant] is gelegen op een te grote afstand van het plangebied. [appellant] heeft voorts geen rechtstreeks zicht op de te realiseren woningen, aldus de raad.
2.1. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro), zoals dit luidde ten tijde van belang, kan een belanghebbende tegen een besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan beroep instellen bij de Afdeling.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2. [appellant] woont op een afstand van ongeveer 270 meter van het plangebied. Het zicht vanuit zijn woning op de te realiseren woningen wordt grotendeels belemmerd door tussenliggende bebouwing en begroeiing. Mede gelet op de aard en omvang en de ruimtelijke uitstraling van de planologische ontwikkeling die door het plan wordt toegestaan is de afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het plan betrokken belang te kunnen aannemen.
[appellant] betoogt dat hij belanghebbende is, doordat in dit plan en het plan "Ruimte voor Ruimte [locatie B] Bleskensgraaf", dat ziet op een meer nabij zijn woning gesitueerde ruimtelijke ontwikkeling, toepassing wordt gegeven aan de Ruimte voor Ruimte-regeling, in die zin dat door de eigenaar van de percelen [locatie B] grond wordt overgedragen om de ontwikkeling op de percelen [locatie A] mogelijk te maken. Het in stand blijven van het onderhavige plan zal de kans op realisatie van het door hem niet gewenste plan "Ruimte voor Ruimte [locatie B] Bleskensgraaf" vergroten, aldus [appellant]. Het belang dat [appellant] in zoverre stelt te hebben staat naar het oordeel van de Afdeling in een zodanig ver verwijderd verband met de door het bestreden plan toegestane ontwikkeling, dat geen sprake is van een rechtstreeks belang in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
[appellant] is dan ook geen belanghebbende bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en kan daartegen ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wro, geen beroep instellen.
3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Wiel w.g. Drouen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2013
271-783.