ECLI:NL:RVS:2013:827

Raad van State

Datum uitspraak
21 augustus 2013
Publicatiedatum
21 augustus 2013
Zaaknummer
201302359/1/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgevingsvergunning voor de bouw van damwanden en steiger bij de Meppelerdiepsluis

Op 12 februari 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland een omgevingsvergunning verleend aan Strukton Civiel Projecten B.V., handelend onder de naam Combinatie Meppelerdiepsluis, voor het bouwen van damwanden, (af)meerpalen, geleidepalen en een steiger op het perceel aan de Hasselterdijk 33a te Zwartsluis. Dit project is onderdeel van de ombouw van de Meppelerdiepsluis tot schutsluis. De vereniging Koninklijke Schippersvereniging "Schuttevaer" heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, stellende dat de omgevingsvergunning niet verleend had mogen worden omdat het bouwplan niet zou voldoen aan de Richtlijnen Vaarwegen 2011, met betrekking tot wachtplaatsen en de locatie en afmetingen van meerpalen.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de beroepsgrond van Schuttevaer faalt. Volgens artikel 2.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dient het college enkel te beoordelen of er sprake is van een van de in dat artikel genoemde weigeringsgronden. Aangezien de door Schuttevaer aangevoerde strijdigheid met de Richtlijnen Vaarwegen 2011 niet als weigeringsgrond in de Wabo is opgenomen, kon het college de omgevingsvergunning niet weigeren op basis van deze argumentatie.

De Raad van State heeft het beroep van Schuttevaer ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.F.M. Wortmann, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 21 augustus 2013.

Uitspraak

201302359/1/A4.
Datum uitspraak: 21 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Koninklijke Schippersvereniging "Schuttevaer" (hierna: Schuttevaer), gevestigd te Rotterdam,
appellante,
en
het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 12 februari 2013 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Strukton Civiel Projecten B.V., handelend onder de naam Combinatie Meppelerdiepsluis, een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van damwanden, (af)meerpalen, geleidepalen en een steiger op het perceel aan de Hasselterdijk 33a te Zwartsluis, in verband met de ombouw van de Meppelerdiepsluis tot schutsluis.
Tegen dit besluit heeft Schuttevaer beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Desgevraagd hebben partijen toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht, om in het geding uitspraak te doen zonder zitting. Vervolgens heeft de Afdeling bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk.
In artikel 2.10, eerste lid, is bepaald op welke gronden een omgevingsvergunning voor bouwen mag worden geweigerd.
2. Schuttevaer betoogt dat de omgevingsvergunning niet kon worden verleend omdat de uitvoering van het bouwplan ertoe leidt dat de te realiseren schutsluis niet zal voldoen aan bepalingen uit de Richtlijnen Vaarwegen 2011 over wachtplaatsen en de locatie en afmetingen van meerpalen.
2.1. Deze beroepsgrond faalt. Gelet op artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo dient het college uitsluitend te beoordelen of zich een van de in dat artikel genoemde weigeringsgronden voordoet. Indien zich geen van de genoemde weigeringsgronden voordoen, is het college gehouden de omgevingsvergunning te verlenen. De door Schuttevaer gestelde strijdigheid met de Richtlijnen Vaarwegen 2011 is niet in artikel 2.10, eerste lid, opgenomen als weigeringsgrond, zodat het college de omgevingsvergunning op grond daarvan niet kon weigeren.
3. Het beroep is ongegrond
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van staat.
w.g. Wortmann w.g. Van Roessel
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2013
262-792.