ECLI:NL:RVS:2013:712

Raad van State

Datum uitspraak
7 augustus 2013
Publicatiedatum
14 augustus 2013
Zaaknummer
201204931/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • R. van der Spoel
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek om toelating tot opvang door het COA

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling, mede voor haar minderjarig kind, tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 7 mei 2012. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, nadat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) op 5 januari 2012 had meegedeeld dat het verzoek om toelating tot opvang niet in behandeling kon worden genomen. De vreemdeling heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard. De rechtbank had niet onderkend dat het bericht van het COA louter informatief was en geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) behelst. Hierdoor had de rechtbank zich ten onrechte bevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep van de vreemdeling. De Afdeling heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en verklaard dat de rechtbank onbevoegd was om kennis te nemen van het beroep tegen het bericht van het COA.

De beslissing van de Raad van State houdt in dat de rechtbank niet in staat was om het beroep van de vreemdeling te behandelen, omdat er geen besluit was genomen door het COA. Dit heeft geleid tot de vernietiging van de eerdere uitspraak en de vaststelling dat de rechtbank niet bevoegd was om het beroep te behandelen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201204931/1/V1.
Datum uitspraak: 7 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[de vreemdeling], mede voor haar minderjarig kind,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 7 mei 2012 in zaak nr. 12/2015 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa).
Procesverloop
Bij elektronisch verzonden bericht van 5 januari 2012 heeft het COa de vreemdeling medegedeeld dat het haar verzoek om toelating tot opvang niet in behandeling kan nemen. Dit bericht is aangehecht.
Bij uitspraak van 7 mei 2012 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
Het COa heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Ambtshalve overwegingen
1. Het COa heeft, naar aanleiding van het door de vreemdeling gedane verzoek, in voormeld bericht een uiteenzetting gegeven over de bij dergelijke verzoeken te volgen procedure en haar medegedeeld dat zij zich eerst tot de Immigratie- en Naturalisatiedienst moet wenden. Reeds omdat voormeld bericht, gezien inhoud en strekking ervan, louter informatief is, behelst het geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. De rechtbank heeft dat niet onderkend. Omdat ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb uitsluitend tegen besluiten beroep openstaat, heeft de rechtbank zich ten onrechte niet onbevoegd verklaard kennis te nemen van het door de vreemdeling tegen voormeld bericht ingestelde beroep.
2. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De voorgedragen grieven behoeven geen bespreking. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling de rechtbank onbevoegd verklaard kennis te nemen van het door de vreemdeling tegen voormeld bericht ingestelde beroep.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 7 mei 2012 in zaak nr. 12/2015;
III. verklaart de rechtbank onbevoegd kennis te nemen van het beroep dat de vreemdeling heeft ingesteld tegen het elektronisch verzonden bericht van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers van 5 januari 2012.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Schuurman, ambtenaar van staat.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen. w.g. Schuurman
ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2013
282-716.