201202859/1/R1.
Datum uitspraak: 14 augustus 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellante sub 1], gevestigd te Kampen, en andere,
2. [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Kampen,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Kampen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 2 februari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Stationsomgeving Hanzelijn" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1] en andere en [appellant sub 2] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 2] en anderen en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 augustus 2012, waar [appellante sub 1] en andere, vertegenwoordigd door mr. M. Lanen, advocaat te Utrecht, [appellant sub 2] en anderen bij monde van [appellant], bijgestaan door mr. A.M. Nijboer, werkzaam bij AT Osborne Legal, en de raad, vertegenwoordigd door G.J. Veldhoen, wethouder van de gemeente, mr. P. Romkes, L.E. Bleize en J. Vosselman, allen werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door mr. S.P.M. Schaap, advocaat te Enschede, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting als partij gehoord Delta Lloyd Vastgoed en [partij], beiden vertegenwoordigd door ing. W.J. Mol.
Bij tussenuitspraak van 24 oktober 2012, nr. 201202859/1/T1/R1 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij brief van 8 maart 2013 heeft de raad een nadere motivering voor het bestreden besluit gegeven.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de nadere motivering van de raad naar voren te brengen. [appellante sub 1] en andere hebben bij brief van 20 maart 2013 meegedeeld dat zij geen zienswijze naar voren brengen. [appellant sub 2] en anderen hebben bij brief van 26 juli 2013 hun zienswijze naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat in hetgeen [appellant sub 2] en anderen hebben aangevoerd aanleiding bestaat voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid en derhalve is vastgesteld in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Voorts heeft de Afdeling overwogen dat in hetgeen [appellante sub 1] en andere hebben aangevoerd geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
2. Gelet hierop is het beroep van [appellante sub 1] en andere ongegrond. Het beroep van [appellant sub 2] en anderen tegen het bestreden besluit is gegrond, zodat dit besluit dient te worden vernietigd.
3. [appellant sub 2] en anderen hebben in hun zienswijze de nadere motivering van de raad niet bestreden. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de door de raad gegeven nadere motivering niet toereikend is. Ook de overige beroepsgronden van [appellant sub 2] en anderen als vermeld onder 24 van de tussenuitspraak behoeven geen bespreking meer. Aangezien de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken zijn hersteld, ziet de Afdeling aanleiding om te bepalen dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in zijn geheel in stand blijven.
4. De raad dient ten aanzien van [appellant sub 2] en anderen op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Ten aanzien van [appellante sub 1] en andere bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellant sub 2] en anderen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Kampen van 2 februari 2012 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stationsomgeving Hanzelijn";
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit geheel in stand blijven;
IV. verklaart het beroep van [appellante sub 1] en andere ongegrond;
V. veroordeelt de raad van de gemeente Kampen tot vergoeding van bij [appellant sub 2] en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
VI. gelast dat de raad van de gemeente Kampen aan [appellant sub 2] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt en mr. J.C. Kranenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Van Driel Kluit
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2013
703.