ECLI:NL:RVS:2013:542

Raad van State

Datum uitspraak
31 juli 2013
Publicatiedatum
31 juli 2013
Zaaknummer
201206053/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

201206053/1/A3.
Datum uitspraak: 31 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],
2. [appellanten sub 2], wonend te [woonplaats], (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]),
tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 10 mei 2012 in zaak
nr. 11/2129 in het geding tussen:
[appellant sub 1]
en
de hoofdbewaarder van het kadaster en de openbare registers.
Procesverloop
Bij besluit van 29 april 2011 heeft de hoofdbewaarder een verzoek van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] tot wijziging van in de basisregistratie kadaster opgenomen gegevens betreffende de grenzen tussen de percelen van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [belanghebbenden] (hierna: [belanghebbende]), afgewezen.
Bij besluit van 6 juli 2011 heeft de hoofdbewaarder het door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 10 mei 2012 heeft de rechtbank het door [appellant sub 1] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hoger beroep ingesteld.
De hoofdbewaarder heeft een verweerschrift ingediend.
[belanghebbende] heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
De hoofdbewaarder heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 juni 2013, waar [appellant sub 1] en [appellant sub 2a], bijgestaan door mr. V.O. Agterberg, advocaat te Utrecht, en de hoofdbewaarder, vertegenwoordigd door mr. M.I. Mollee-ten Hoor, werkzaam bij het kadaster, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [belanghebbende] gehoord.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, van de Kadasterwet is de bewaarder, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze of een andere wet, belast met het bijwerken van de basisregistratie kadaster.
Ingevolge artikel 7n, eerste lid, meldt een bestuursorgaan aan de Dienst, onder opgaaf van redenen, zijn gerede twijfel omtrent de juistheid van een in de basisregistratie kadaster opgenomen gegeven dat krachtens deze wet als authentiek is aangemerkt.
Ingevolge het tweede lid neemt de Dienst na ontvangst van een melding als bedoeld in het eerste lid een beslissing omtrent wijziging van het betreffende authentieke gegeven.
Ingevolge het vierde lid is de beslissing, bedoeld in het tweede lid, een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Ingevolge artikel 7t, eerste lid, kan een belanghebbende, indien hij gerede twijfel heeft omtrent de juistheid van een in de basisregistratie kadaster opgenomen gegeven dat krachtens deze wet als authentiek is aangemerkt, onder opgaaf van redenen aan de Dienst een verzoek tot herstel van dat gegeven in de basisregistratie kadaster doen. De artikelen 7n, tweede tot en met vierde en zesde lid, en 7r zijn van overeenkomstige toepassing.
Ingevolge artikel 53 vindt bijwerking plaats als bijhouding dan wel als vernieuwing.
Ingevolge artikel 54, eerste lid, aanhef en onder b, vindt bijhouding, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze of een andere wet, plaats op grond van een wijziging als bedoeld in artikel 7n of 7t.
2. Op 8 juni 2007 en 18 juni 2007 heeft [appellant sub 1] aan [appellant sub 2] onderscheidenlijk [belanghebbende] een stuk grond verkocht en geleverd. Omdat de akten betrekking hadden op gedeeltelijke percelen, was eensluidende aanwijs van de nieuwe grenzen door de betrokken partijen aan de landmeter van het kadaster noodzakelijk voor de perceelsvorming. Op 23 oktober 2007 hebben [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [belanghebbende] gezamenlijk en in aanwezigheid van een landmeetkundig cartograaf van het kadaster aangewezen hoe en waar de nieuwe grenzen van hun percelen moeten worden ingetekend. Daarbij zijn ter bevestiging ijzeren buizen en merktekens aangebracht. De resultaten zijn neergelegd in het relaas van bevindingen en veldwerk Texel sectie T archiefnummer 1068 van 23 oktober 2007. De aangewezen grenzen zijn vervolgens opgenomen in de basisregistratie kadaster waarvan aan partijen een kennisgeving is verstrekt. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de daarin geboden mogelijkheid om meer informatie te verkrijgen over de resultaten van de meting en een deel van de kadastrale kaart aan te vragen.
Op 9 juli 2010 zijn de kadastrale grenzen tussen de percelen van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [belanghebbende] op verzoek van [appellant sub 1] door een landmeter van het kadaster gereconstrueerd, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het relaas van bevindingen en veldwerk Texel sectie T archiefnummer 1103 van 9 juli 2010. Vervolgens zijn deze grenzen op 7 oktober 2010 naar aanleiding van een klacht van [belanghebbende] door een landmeter van het kadaster nogmaals gereconstrueerd waarbij is geconstateerd dat de kadastrale grens tussen de percelen van [belanghebbende] en [appellant sub 1] noordelijker moest zijn gelegen. Deze resultaten zijn neergelegd in het relaas van bevindingen en veldwerk Texel sectie T archiefnummer 1105 van 7 oktober 2010.
De hoofdbewaarder heeft het verzoek van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] afgewezen, omdat volgens hem geen aanwijzingen bestaan dat de grenzen, zoals die in 2007 op aanwijs van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [belanghebbende] zijn vastgesteld, niet correct in de basisregistratie kadaster zijn opgenomen. De op 4 april 2011 door een landmeter van het kadaster gehouden controlemeting, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het relaas van bevindingen en veldwerk Texel sectie T archiefnummer 1117 van 4 april 2011, heeft uitgewezen dat de grenzen, zoals die op 7 oktober 2010 zijn vastgesteld overeenkomen met het relaas van bevindingen van 23 oktober 2007, aldus de hoofdbewaarder.
3. Tegen het besluit van 29 april 2011 hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] bezwaar gemaakt. Bij besluit van 6 juli 2011 heeft de hoofdbewaarder het bezwaar ongegrond verklaard. Daartegen heeft [appellant sub 1] wel en [appellant sub 2] geen beroep ingesteld. De rechtbank heeft [appellant sub 2] op grond van artikel 8:26, eerste lid, van de Awb in de gelegenheid gesteld als partij aan het geding deel te nemen. Echter, niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan [appellant sub 2] niet redelijkerwijs kan worden verweten geen beroep bij de rechtbank te hebben ingesteld. Daarom staat voor [appellant sub 2] ingevolge artikel 6:13 van de Awb gelezen in samenhang met artikel 6:24 van die wet geen hoger beroep open. Het hoger beroep, ingesteld door [appellant sub 2], is niet-ontvankelijk.
4. [appellant sub 1] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de ingetekende westelijke grens van het perceel van [belanghebbende] op de tekening van 16 november 2007 behorende bij het relaas van bevindingen en veldwerk van 23 oktober 2007 onjuist is. Hij voert aan dat volgens een door landmeetkundig bureau Van Oostrum in zijn opdracht opgestelde tekening waarin de kadastrale gegevens uiteen zijn gezet, de in 2007 door [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [belanghebbende] aangewezen grens loopt zoals weergegeven op deze tekening. Deze grens loopt evenwijdig aan de op de tekening van 16 november 2007 ingetekende lijn. Op de grens zoals die volgens de tekening van Van Oostrum behoort te lopen, heeft [belanghebbende] een stenen muur en erfafscheidingen geplaatst. Verder bevindt zich naast deze muur een kadastrale paal waarover in 2007 voor de zichtbaarheid een pvc-buis is geplaatst, zoals blijkt uit foto’s. De rechtbank is er ten onrechte vanuit gegaan dat het perceel van [belanghebbende] volgens de leveringsakte ongeveer 960 m² groot dient te zijn en de metingen van de landmeter destijds erop waren gebaseerd om het perceel van [belanghebbende] met deze oppervlakte in te tekenen. Deze constatering is niet relevant, aangezien [belanghebbende] bij de grensreconstructie op 7 oktober 2010 met goedkeuring van [appellant sub 1] de noordelijke grens van zijn perceel 1,40 meter heeft opgeschoven ten nadele van het perceel van [appellant sub 1] waardoor [belanghebbende] de oppervlakte van zijn perceel heeft vergroot tot meer dan 960 m². Nu de landmeter destijds een fout heeft gemaakt en de hoofdbewaarder niet bereid is de toen en nadien gemaakte fouten te corrigeren, meent [belanghebbende] ten onrechte recht te hebben op een strook grond met een breedte van ongeveer 0,90 meter over de volle lengte van het perceel van [appellant sub 2], aldus [appellant sub 1].
4.1. Uit het relaas van bevindingen en veldwerk Texel sectie T archiefnummer 1068 van 23 oktober 2007 volgt dat op deze datum de grenzen op eensluidende aanwijs van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [belanghebbende] met ijzeren buizen en merktekens zijn gemarkeerd. Daarbij is volgens deze documenten de opdracht gegeven om de noordelijke grens van het perceel van [belanghebbende], die haaks is ingetekend op de hier in geding zijnde westelijke grens van zijn perceel, aangeduid met de lijn met puntnummers 25-27, evenwijdig te verschuiven tot een oppervlakte van 960 m² is bereikt. Om dit te bereiken dient de grens 1,40 meter noordelijk ten opzichte van de houten paal met puntnummer 23 te liggen, hetgeen op overeenkomstige wijze is ingetekend op de tekening van 16 november 2007 en niet in geschil is. De rechtbank heeft terecht in aanmerking genomen dat het op de weg van partijen lag om na de aanwijs in 2007 te controleren of de grenzen overeenkomstig de aanwijs van partijen waren ingetekend. Dat de kadastrale kaart geen meetgegevens bevat, neemt niet weg dat deze in het relaas van bevindingen en veldwerk zijn weergegeven en partijen destijds in de kennisgeving de mogelijkheid is geboden meer informatie over de resultaten van de verrichte meting te verkrijgen. Vaststaat dat geen van de belanghebbenden bezwaar heeft gemaakt tegen deze bijwerking van de kadastrale gegevens, zodat de gegevens neergelegd in het relaas van bevindingen en veldwerk van 23 oktober 2007 niet meer ter discussie staan. Ter zitting van de Afdeling heeft de hoofdbewaarder verklaard dat geen andere brongegevens aanwezig zijn dan die zijn neergelegd in het relaas van bevindingen en veldwerk van 23 oktober 2007. Bij eventueel nadien te verrichten grensreconstructies en controlemetingen zal steeds dit ontstaansveldwerk als uitgangspunt moeten dienen. Uit de door [appellant sub 1] overgelegde foto’s kan niet worden afgeleid dat de westelijke grens van het perceel van [belanghebbende] bij de grensreconstructies en controlemeting niet overeenkomstig de tekening van 16 november 2007 is ingetekend, reeds nu in geschil is of de pvc-buis en de kadastrale paal zijn verplaatst. Voorts kan aan de tekening van Van Oostrum niet de door [appellant sub 1] gewenste betekenis worden toegekend, aangezien daaruit niet blijkt waar deze tekening op gebaseerd is en hoe zij zich verhoudt tot de verrichte grensreconstructies en controlemeting van het kadaster.
Gezien het voorgaande, heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat [appellant sub 1] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de grensreconstructies en controlemeting niet zijn gebaseerd op het relaas van bevindingen en veldwerk van 23 oktober 2007. De rechtbank heeft terecht geen grond gezien voor het oordeel dat de hoofdbewaarder niet van de juistheid van het relaas van bevindingen van 23 oktober 2007 mocht uitgaan. Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep van [appellant sub 1] is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep, voor zover ingesteld door [appellanten sub 2] niet-ontvankelijk;
II. bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. B.P. Vermeulen en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. Sparreboom
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 juli 2013
582-697.