201211929/1/R1.
Datum uitspraak: 24 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vrijdagmiddag B.V., gevestigd te 's-Gravenhage,
appellante,
en
de raad van de gemeente Rijssen-Holten,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 1 november 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Kern Holten, locatie Schuppert" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft Vrijdagmiddag beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Vrijdagmiddag heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 juni 2013, waar Vrijdagmiddag, vertegenwoordigd door mr. A.J. van der Ven, advocaat te Den Haag, en [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door C. van Bart en A.J.R. Verver, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Explorius Vastgoedontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door [directeur] als partij gehoord.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het plan
2. Het plan voorziet in de ontwikkeling van 3.000 m² commerciële ruimten - hetgeen neerkomt op ongeveer 2.400 m² winkelvloeroppervlak - en 24 appartementen in het centrum van Holten.
De raad heeft ter zitting onweersproken medegedeeld dat op 20 maart 2013 een omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van hetgeen in het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt en dat deze vergunning in rechte onaantastbaar is.
3. Vrijdagmiddag betoogt dat het plan ten onrechte voorziet in de toevoeging van een supermarkt in Holten, omdat hierdoor een overaanbod ontstaat. Dit kan leiden tot leegstand, hetgeen negatieve gevolgen zal hebben voor het woon- en leefklimaat en het ondernemersklimaat in de omgeving van het pand van Vrijdagmiddag. Zij wijst in dit verband op het rapport "Ruimtelijk economische visie Rijssen-Holten, Deelrapport centrum Holten", opgesteld door Seinpost Adviesbureau in december 2007.
Verder betoogt Vrijdagmiddag dat ter berekening van het aanbod van supermarkten het aan het plan ten grondslag gelegde marktonderzoek zoals neergelegd in het rapport "Marktonderzoek centrumplan Holten, onderbouwing van de detailhandel- en horecamogelijkheden", opgesteld in september 2012 door Seinpost Adviesbureau in opdracht van de gemeente (hierna: het rapport van Seinpost) is gebaseerd op onjuiste uitgangspunten. Zij wijst erop dat het marktonderzoek uitgaat van een onjuiste bevolkingsstijging, een te hoge kooporiëntatie en een te hoge koopkrachtbinding en -toevloeiing. In dit verband heeft zij bij haar nadere stukken het rapport "Second Opinion marktonderzoek Centrumplan Holten, Vrijdagmiddag B.V.", opgesteld door BRO, gevoegd (hierna: de second opinion).
3.1. De raad voert aan dat het plan, evenals de bestemmingsregeling voor het perceel van Vrijdagmiddag, voorziet in de bestemming "Centrum - 2" die ruimer is dan de functie supermarkt.
Verder leidt het plan volgens de raad, ook als in het plangebied een supermarkt wordt gevestigd, niet tot een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau.
De raad verwijst ter onderbouwing van zijn standpunt naar het rapport van Seinpost. Dit rapport is volgens de raad gericht op de specifieke kenmerken van Holten.
3.2. Aan de gronden binnen het plangebied is voornamelijk de bestemming "Centrum - 2" toegekend. Voorts is aan gronden de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" toegekend.
Ingevolge artikel 4, lid 4.1, van de planregels zijn de voor "Centrum - 2" aangewezen gronden bestemd voor:
a. detailhandel;
b. wonen, met dien verstande dat:
1. het aantal woningen binnen deze bestemming niet meer mag bedragen dan 24 waarvan het aantal woningen dat niet bedoeld is voor bijzondere woonvormen als bedoeld in lid 1.28, onder d, niet meer mag bedragen dan tien;
2. wonen alleen is toegestaan op de verdiepingen;
c. horeca, overeenkomstig categorie 1 tot en met 2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende 'Categorie-indeling horecabedrijven' (Bijlage 1), met dien verstande, dat het brutovloeroppervlak per horecavestiging niet meer mag bedragen dan 350 m2;
d. horeca, overeenkomstig categorie 1 tot en met 3, zoals vermeld in de bij deze regels behorende 'Categorie-indeling horecabedrijven' (Bijlage 1), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie 3", met dien verstande, dat het brutovloeroppervlak per horecavestiging niet meer mag bedragen dan 350 m2, dan wel het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande brutovloeroppervlak;
e. het behoud van de uitwendige hoofdvorm van gebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek";
f. water- en groenvoorzieningen;
g. wegen en paden;
h. ondergrondse parkeervoorzieningen;
i. verblijfsgebied met bijbehorende voorzieningen;
j. een en ander met bijbehorende bebouwing, (on)bebouwde terreinen, parkeervoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van de bestemming.
Ingevolge artikel 5, lid 5.1, zijn de voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden bestemd voor verblijfsgebied alsmede bijbehorende parkeer- en groenvoorzieningen, fietsenstallingen, perrons en overige bebouwing.
3.3. De gronden van Vrijdagmiddag betreffen de percelen Smidsbelt 7-21, gelegen op ongeveer 80 m van het plangebied.
Blijkens de verbeelding van het bestemmingsplan "Kern Holten 2010" is hieraan de bestemming "Centrum - 2" toegekend.
Ingevolge artikel 7, lid 7.1, van de planregels van dit bestemmingsplan zijn de voor "Centrum - 2" aangewezen gronden bestemd voor detailhandel, (bedrijfs-)woningen, horeca, ondergrondse parkeervoorzieningen, verblijfsgebied met bijbehorende voorzieningen, bestaande bedrijven, een en ander met bijbehorende bebouwing, (on)bebouwde terreinen, parkeervoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van de bestemming. Ter zitting heeft de raad onweersproken gesteld dat deze bestemmingsregeling geen wijziging ten opzichte van het voorheen geldende bestemmingsplan voor dat perceel inhoudt.
Op deze gronden van Vrijdagmiddag is thans een ALDI-supermarkt gevestigd met een winkelvloeroppervlak van 500 m2. ALDI is voornemens zich te vestigen in het plangebied.
Bevolkingsontwikkeling
3.4. Het rapport van Seinpost merkt over het aantal inwoners het volgende op. Het aantal inwoners van de kern Holten bedroeg op 1 januari 2011 8.890. De Rijksoverheid gaat in de periode 2010-2020 uit van een bevolkingsstijging in Rijssen-Holten van 4,6 %. Tot 2017 neemt de woningvoorraad per saldo met 317 toe in de gemeente. Aangezien de prognoses betrekking hebben op de gehele gemeente kunnen geen uitspraken worden gedaan over de prognose in Holten. Daarom wordt uitgegaan van de toevoeging van 250 woningen in Holten maal een gemiddelde huishoudengrootte in Holten van 2,0 (nu 2,1) om het inwoneraantal in het jaar 2022 te berekenen. De landelijke trend is een lichte verdunning van de huishoudensamenstelling. In het rapport van Seinpost staat dat dit betekent dat Holten 9.390 inwoners zal hebben in het jaar 2022.
3.5. De second opinion vermeldt over het aantal inwoners in Holten het volgende. Op dit moment wonen in Holten 8.942 inwoners en zijn er 3.444 woningen. Op basis van deze gegevens bedraagt de gemiddelde huishoudengrootte in Holten ongeveer 2,6. Indien wordt verondersteld dat deze zal afnemen tot een niveau van 2,5 zal bij een aantal woningen van 3.694 in 2025 (rekening houdende met enige vertraging in de realisatie van deze woningen), Holten ongeveer 9.250 inwoners tellen. De second opinion constateert dat het verschil van 140 inwoners met de uitkomsten van het onderzoek van Seinpost echter niet zodanig groot is dat hierdoor in de marktruimteberekening grote verschillen zullen ontstaan.
3.6. Met betrekking tot het betoog dat in het rapport van Seinpost ten onrechte is uitgegaan van het inwoneraantal op 1 januari 2011 terwijl ten tijde van het opstellen van het rapport van Seinpost ook het inwoneraantal op 1 januari 2012 bekend was, overweegt de Afdeling dat het weliswaar zorgvuldiger is om uit te gaan van de meest recente cijfers, maar dat het in dit geval gaat om een verschil tussen 8.895 inwoners op 1 januari 2012 en 8.890 inwoners op 1 januari 2011. Dit verschil van vijf inwoners is dermate klein dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat dat geen verschil maakt voor de uitkomsten van het onderzoek. Voor zover de second opinion uit is gegaan van andere uitgangspunten ter berekening van het aantal inwoners, overweegt de Afdeling dat die uitgangspunten weliswaar leiden tot een lager bevolkingsaantal, maar dat het verschil van 140 inwoners niet van betekenende van invloed is op de marktruimteberekening.
Bestedingen aan dagelijkse artikelen
3.7. Het rapport van Seinpost gaat uit van een gemiddelde besteding van € 2.520,- inclusief BTW aan goederen in de dagelijkse sector in Holten hetgeen gebaseerd is op cijfers van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Daarin nemen winkels een aandeel in van 95,3 %, hetgeen neerkomt op € 2.402,- inclusief BTW. Gelet op het geringe verschil in het jaar 2011 van het gemiddelde besteedbare inkomen per inwoner in Holten, gebaseerd op cijfers van het CBS, van € 21.400,- ten opzichte van het gemiddelde besteedbare inkomen in Nederland van € 21.500,- is in het onderzoek geen inkomenscorrectie toegepast.
3.8. De second opinion gaat uit van een gemiddelde besteding van € 2.270,- exclusief BTW aan goederen in de dagelijkse sector in het jaar 2012. Aangezien volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) uit 2009 het gemiddeld inkomen in de gemeente Rijssen-Holten ongeveer 12,8 % lager ligt dan het landelijk gemiddelde inkomen, dienen de bestedingen te worden gecorrigeerd. Hierbij wordt gerekend met een prijselasticiteit van 0,25. Gelet hierop gaat de second opinion uit van ongeveer € 2.197,- aan bestedingen per inwoner aan goederen in de dagelijkse sector.
3.9. Voor zover in de second opinion ter verklaring van het verschil in het besteedbaar inkomen de vraag wordt opgeworpen of het rapport van Seinpost uitgaat van het gemiddelde inkopen per huishouden en niet per inwoner, overweegt de Afdeling dat in het rapport van Seinpost staat dat in het onderzoek van het gemiddelde besteedbaar inkomen per inwoner is uitgegaan. Vrijdagmiddag heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit onjuist is. Voor zover wordt betoogd dat de raad ten onrechte geen inkomenscorrectie heeft toegepast, overweegt de Afdeling dat de second opinion is uitgegaan van cijfers uit een onderzoek van het CBS uit 2009, terwijl de CBS-gegevens van Seinpost uit het jaar 2011 dateren. Nu deze CBS-gegevens van recentere datum zijn en het verschil met het landelijk gemiddeld besteedbaar inkomen in 2011 relatief beperkt is, heeft de raad in redelijkheid daarvan kunnen uitgaan en een inkomenscorrectie in redelijkheid achterwege kunnen laten. De Afdeling overweegt ten aanzien van het verschil in de gemiddelde besteding aan goederen in de dagelijkse sector, dat de second opinion uitgaat van een bedrag exclusief BTW en aldus een ander uitgangspunt heeft gehanteerd. Gelet hierop heeft Vrijdagmiddag niet aannemelijk gemaakt dat de raad zich niet heeft mogen baseren op de cijfers van Seinpost wat betreft de gemiddelde besteding per inwoner in Holten.
Kooporiëntatie
3.10. Ten aanzien van kooporiëntatie vermeldt het rapport van Seinpost dat landelijk de kooporiëntatie in de dagelijkse sector op de supermarkt volgens het CBS zo’n 86 % bedraagt. De binding aan de supermarkten hangt mede af van de volledigheid van het aanbod van (vers)speciaalzaken. Voorwaarde is dan wel dat het specialistisch aanbod ruimtelijk goed aansluit bij de supermarkt (concentratie) en van een kwalitatief hoog peil is. Het dagelijkse aanbod in Holten wordt erg gedomineerd door supermarkten. De weinige versspeciaalzaken zijn in het centrum gevestigd maar, enige uitzonderingen daargelaten, niet direct nabij de supermarkten, maar verspreid gelegen en uit de loop. Om optimaal te profiteren zouden de afstanden onderling maximaal zo’n 50 m mogen zijn. Meestal gaat een grotere afstand ten koste van de omzet van de speciaalzaken. De directe relatie tussen de bestaande dagelijkse (vers)specialisten in het centrum van Holten en de supermarkten is daarom nu zwak. In Holten zal naar schatting rond 87 % van de bestedingen bij de supermarkten terechtkomen. Gezien landelijke trends en de bij specialisten veel voorkomende problemen rond opvolging kan dit aandeel verder oplopen. Het gaat hierbij om een relatieve verhouding tussen speciaalzaken en supermarkten.
3.11. Vrijdagmiddag verwijst in het kader van de kooporiëntatie naar een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Volgens die uitgave hebben supermarkten een aandeel van 79 % in de voedingsmiddelenmarkt en een aandeel van 67 % in de totale markt voor genotmiddelen.
3.12. Met betrekking tot het betoog dat in het rapport van Seinpost is uitgegaan van een te hoge kooporiëntatie, overweegt de Afdeling dat dat percentage in het rapport van Seinpost is gemotiveerd met de specifieke kenmerken van de kern Holten. Vrijdagmiddag verwijst naar een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel die ziet op de algemene tendens in Nederland. Nu het plan ziet op de lokale winkelmarkt in Holten, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat daarbij de lokale kenmerken van Holten wat betreft de kooporiëntatie, die Vrijdagmiddag niet heeft bestreden, doorslaggevend zijn.
Koopkrachtbinding
3.13. Ten aanzien van de koopkrachtbinding vermeldt het rapport van Seinpost het volgende. Uit het in 2010 gehouden koopstromenonderzoek blijkt dat de binding voor de dagelijkse artikelen aan Holten 77 % bedraagt. In de periode 2005-2010 is de binding wat betreft de dagelijkse sector met 20 % afgenomen. In het rapport van Seinpost wordt gerekend met een koopkrachtbinding van 80 tot 85 %, vanwege:
- de aanwezigheid van drie supermarkten in alle marktsegmenten (service, prijs en discount);
- de uitbreiding en relocatie van ALDI tot een moderne discountsupermarkt in het plan Schuppert;
- de toevoeging en concentratie van winkels in het plan Schuppert;
- de toekomstige schaalvergroting van Albert Heijn en C1000;
- de realisatie van voldoende supermarktparkeerplaatsen;
- een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte.
Ongeveer 15 tot 20 % vloeit af omdat consumenten elders boodschappen doen vanwege familiebezoek, werk, et cetera. De koopkrachtbinding in de dagelijkse sector voor kernen van 5.000 tot 10.000 inwoners die op 6-12 km afstand zijn gevestigd van centra van hogere orde is gemiddeld 82 %. Rijssen, als kern van hogere orde, ligt op ongeveer 9 km van Holten. De bandbreedte in de koopkrachtbinding ontstaat door verschillende oorzaken. De belangrijkste redenen zijn vaak: het supermarktaanbod en de omvang, verscheidenheid en kwaliteit en mate van concentratie van het overige aanbod. Bij dit alles moet het gedrag worden betrokken van de kritische consument die voor het boodschappen doen een hoge kwaliteit eist en er weinig tijd voor over heeft (one-stop-shopping). Wat betreft het supermarktaanbod is relevant welke formules aanwezig zijn. Combinaties van full-service met discount behalen meestal de meeste binding (een soort ‘1+1=3 effect’). In Holten vormen de ALDI, C1000 en Albert Heijn een combinatie van alle marktsegmenten.
3.14. In de second opinion is beschreven dat wat de toekomst betreft, de koopkrachtbinding zou kunnen toenemen naar 80 tot 85 %. Volgens de second opinion dient evenwel nog rekening te worden gehouden met internetbestedingen en dient de koopkrachtbinding daarom te worden gecorrigeerd tot 78 tot 83 %.
3.15. Beide onderzoeken gaan uit van een koopkrachtbinding van 80 tot 85 %. Evenwel corrigeert de second opinion dit uitgangspunt met 2 % vanwege internetbestedingen. De Afdeling overweegt dat, nog daargelaten dat de raad ter zitting heeft gesteld dat de internetbestedingen wat betreft supermarktaankopen van weinig betekenis zijn, deze verschillen in de uitkomst van de koopkrachtbinding niet zodanig groot zijn, dat hieraan een doorslaggevende betekenis moet worden toegekend.
Koopkrachttoevloeiing
3.16. Ten aanzien van koopkrachttoevloeiing vermeldt het rapport van Seinpost dat naast de lokale koopkrachtbinding ook sprake is van koopkrachttoevloeiing, het omzetdeel buiten het directe marktgebied. Deze toevloeiing is volgens het koopstromenonderzoek 26 %. In de periode 2005-2010 is de toevloeiing met 79 % gestegen. In Holten geldt dat een aanzienlijk deel van de toevloeiing uit verblijfsrecreatie komt. In de omgeving zijn enkele grote verblijfsrecreatieve voorzieningen gevestigd (…). Een voorzichtige conclusie over de toeristische omzet is dat verblijfsrecreanten jaarlijks ongeveer 11,5 miljoen euro bij de detailhandel uitgeven. Het rapport van Seinpost neemt aan dat ongeveer 2/3 deel van de detailhandelsbestedingen betrekking heeft op de dagelijkse sector (waarvan het overgrote deel in Holten terecht komt vanwege het verblijfsrecreatieve aanbod in de omgeving) en 1/3 deel op de niet dagelijkse sector (…). Naast toeristische omzet is ook toevloeiing vanuit dorpen in de omgeving (Bathmen, Markelo, Nieuw Heeten) te verwachten. In deze kernen is geen supermarkt of een beperkt supermarktaanbod gevestigd. Aangenomen wordt dat inwoners uit deze kernen deels georiënteerd zijn op supermarkten in Holten, de aanwezigheid van een discountsupermarkt in Holten speelt hierin een belangrijke rol. Men is voor discountsupermarkten bereid een grotere afstand af te leggen dan voor servicesupermarkten (…). Voor plaatsen van 5.000 tot 10.000 inwoners met een centrum van hogere orde op 9 km afstand geldt een bandbreedte van 12 tot 22 %. In totaal wordt gerekend met een koopkrachttoevloeiing van 35 tot 40 %. Dit is omzet vanuit toerisme en de omliggende kernen. Indicatief wordt ingeschat dat 15 tot 20 % van de toevloeiing afkomstig is vanuit het toerisme, aldus het rapport van Seinpost.
3.17. In de second opinion wordt uitgegaan van een koopkrachttoevloeiing van 26 %. Hierbij wordt uitgegaan van eenzelfde koopkrachttoevloeiing als gemeten in het jaar 2010. Hierbij dienen de toeristische bestedingen nog te worden opgenomen. Volgens de second opinion bedraagt de omzet op het gebied van dagelijkse artikelen afkomstig van het verblijfstoerisme ongeveer drie miljoen euro waarvan ongeveer 1/3 deel reeds zal zijn opgenomen in de toevloeiing vanuit het verzorgingsgebied. Gelet hierop bedraagt volgens de second opinion de extra omzet in Holten vanwege toerisme ongeveer twee miljoen euro.
3.18. De onderzoeken gaan beide uit van een koopkrachttoevloeiing van 26 % indien de inkomsten uit toerisme niet worden meegerekend. Ten aanzien van de berekening van de koopkrachttoevloeiing uit toerisme verschillen de onderzoeken wat betreft de hoogte van die bestedingen. Het onderzoek van Seinpost gaat uit van 11,5 miljoen euro, terwijl de second opinion uitgaat van drie miljoen euro aan bestedingen. Voor zover wordt betoogd dat Seinpost er ten onrechte van is uitgegaan dat het overgrote deel van de toeristische bestedingen op het gebied van dagelijkse goederen in Holten en niet in Rijssen wordt besteed, overweegt de Afdeling dat de second opinion weliswaar heeft gesteld dat er ook in Rijssen een uitgebreid aanbod van supermarkten is, maar dat Seinpost uit is gegaan van de specifieke kenmerken van Holten en de nabijheid van enkele grote verblijfsrecreatieve voorzieningen. Nu het plan ziet op de lokale winkelmarkt in Holten, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat daarbij de lokale kenmerken van Holten wat betreft de koopkrachttoevloeiing, die Vrijdagmiddag niet heeft bestreden, doorslaggevend zijn.
Marktruimte supermarkten
3.19. Op basis van onder meer voornoemde aspecten heeft Seinpost de marktruimte voor supermarkten in Holten berekend. In het rapport wordt vermeld dat het huidige winkelvloeroppervlak van supermarkten 2.501 m2 bedraagt. Het mogelijke (berekende) winkelvloeroppervlak in het jaar 2022 bedraagt 3.019 tot 3.475 m2. Dit betekent dat er 518 tot 974 m2 extra marktruimte voor supermarkten is. Voorts is vermeld dat na uitbreiding van ALDI nog 270 tot 720 m2 winkelvloeroppervlak marktruimte voor overige supermarkten resteert. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat in het vrijkomende gedeelte waar nu nog ALDI is gevestigd, geen supermarkt maar andere detailhandel zal worden gevestigd.
3.20. Volgens de second opinion was in het einde van het jaar 2012 het winkelvloeroppervlak van dagelijkse goederen 3.176 m2. Het benodigd aanbod winkelvloeroppervlak in het jaar 2025 bedraagt volgens de second opinion 3.300 tot 3.500 m2. Dit betekent een marktruimte van ongeveer 124 tot 325 m2. Voorts wordt vermeld dat indien zowel het nieuwe winkelpand aan de locatie Schuppert als het oude winkelpand aan de Smidsbelt worden gebruikt als supermarkt, er een overaanbod aan winkels in de dagelijkse goederen ontstaat van ongeveer 550 tot 750 m2 winkelvloeroppervlak.
3.21. De Afdeling overweegt dat in hetgeen Vrijdagmiddag heeft aangevoerd, zoals hiervoor overwogen, geen aanleiding wordt gezien voor het oordeel dat het rapport van Seinpost zodanige gebreken of leemtes in kennis bevat, dat de raad zich daarop bij het nemen van het bestreden besluit niet heeft kunnen baseren.
Wat betreft de door Vrijdagmiddag gevreesde leegstand en de gevolgen daarvan voor de omgeving, overweegt de Afdeling als volgt. De Afdeling overweegt hieromtrent dat niet is uitgesloten dat overcapaciteit kan leiden tot een toename van de leegstand, hetgeen kan leiden tot negatieve gevolgen voor het woon- en leefklimaat en het ondernemersklimaat in de omgeving. In dit kader heeft de raad gesteld dat de leegstand in Holten thans ongeveer 11,3 % bedraagt, waarvan ongeveer eenderde van die leegstand zich binnen het onderhavige plangebied bevindt. Verder volgt uit het rapport van Seinpost dat na realisering van het plan nog enige marktruimte voor overige supermarkten resteert. In dit verband heeft de raad aannemelijk gemaakt dat de voorziene ontwikkelingen van het onderhavige bestemmingsplan zal bijdragen aan de vermindering van die leegstand. In de omstandigheid dat ALDI het pand van Vrijdagmiddag verlaat, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat dit onaanvaardbare leegstand tot gevolg heeft, omdat de de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zowel aan de gronden van Vrijdagmiddag als aan gronden binnen het plangebied de bestemming "Centrum - 2" is toegekend, hetgeen inhoudt dat daar onder meer detailhandel is toegestaan en dat niet uitsluitend de vestiging van een supermarkt mogelijk is. Vrijdagmiddag heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar pand uitsluitend geschikt is voor een supermarkt. Voorts is gebleken dat in het bestemmingsplan "Kern Holten 2010", waarin het overige deel van het centrum van Holten ligt, in de planregeling een maximering is opgenomen van het vloeroppervlak voor supermarkten, nu ingevolge artikel 24, lid 24.1, onder d, van de regels bij dat plan onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruiken van de gronden ten behoeve van supermarkten, met uitzondering van maximaal 3.224 m² bruto vloeroppervlak supermarkt.
Gelet hierop heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen vrees bestaat voor onaanvaardbare gevolgen van leegstand.
Parkeren
4. Vrijdagmiddag vreest voorts voor een te hoge parkeerdruk in het centrum van Holten, nu het plan niet voorziet in extra parkeerplaatsen. In dit kader betoogt Vrijdagmiddag dat de uitkomsten van de parkeernotitie Holten Centrum onjuist zijn, nu in het onderzoek is uitgegaan van onjuiste gegevens.
Zo zijn verschillende parkeerterreinen met een lage parkeerdruk in de parkeerbalans opgenomen terwijl die zich niet binnen 200 m van de locatie Schuppert bevinden. Vrijdagmiddag betoogt in dit kader dat ten onrechte de parkeerdruk van de winkelzone als geheel is bekeken in plaats van elk parkeerterrein afzonderlijk.
Voorts is in het onderzoek uitgegaan van een te lage vloeroppervlakte aan detailhandel en horeca en wordt de parkeersituatie in het jaar 2020 op onjuiste wijze weergegeven, nu geen beeld wordt gegeven van de parkeerdruk op het drukste uur van de dag, maar deze slechts per dagdeel wordt weergegeven. Bovendien is ten onrechte een berekening naar de parkeerdruk op de zaterdagochtend achterwege gebleven, terwijl de parkeerdruk dan het hoogst is.
Verder is van een verkeersbesluit tot het instellen van een blauwe zone, waar naar wordt verwezen in de toelichting van het plan, volgens Vrijdagmiddag niet gebleken.
4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het plan in voldoende parkeerplaatsen voorziet voor de te realiseren appartementen. Aangezien binnen het centrum voorts andere ontwikkelingen zullen plaatsvinden, is de toekomstige parkeersituatie in het centrum van Holten in het algemeen onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport ‘Parkeernotitie Holten-centrum’, op 23 november 2011 opgesteld door Goudappel Coffeng in opdracht van de gemeente (hierna: de parkeernotitie). Uit de parkeernotitie volgt volgens de raad dat indien een blauwe zone wordt ingesteld, sprake zal zijn van acceptabele parkeerdruk. Het college van burgemeester en wethouders heeft de blauwe zone bij besluit van 29 januari 2013 vastgesteld, aldus de raad.
4.2. In de conclusies van de parkeernotitie is vermeld dat de parkeercapaciteit voor het centrum als geheel, zowel in de huidige als in de toekomstige situatie voldoende is, hoewel in de huidige situatie lokaal (winkelzone, stationsomgeving) en op de zaterdagmiddag in de toekomstige situatie een te hoge parkeerdruk is (bezettingsgraad >85 %). De hoge parkeerdruk in de winkelzone is het gevolg van een substantieel aandeel werkers, op de donderdag is dit aandeel bijna 50 %. Dit zorgt ervoor dat een deel van de parkeercapaciteit gedurende de dag niet beschikbaar is voor bezoekers. Dit heeft negatieve consequenties voor de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de winkelzone voor bezoekers. Parkeerregulering (in de vorm van de invoering van een blauwe zone) zorgt voor een acceptabele toekomstige parkeersituatie in de winkelzone op alle momenten van de week (bezettingsgraad