ECLI:NL:RVS:2013:354
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake boete opgelegd aan vreemdelingenwerkgever
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 juli 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. De zaak betreft een boete van € 16.000,00 die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had opgelegd aan [verzoekster] wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De boete werd opgelegd bij besluit van 12 augustus 2010.
[Verzoekster] had bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar de minister verklaarde dit bezwaar ongegrond bij besluit van 3 mei 2012. Vervolgens heeft de rechtbank Noord-Nederland op 21 maart 2013 het beroep van [verzoekster] gegrond verklaard, de boete verlaagd naar € 14.400,00 en het eerdere besluit van de minister herroepen. Tegen deze uitspraak heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzitter heeft het verzoek op 8 juli 2013 ter zitting behandeld, waarbij [verzoekster] werd vertegenwoordigd door mr. W.J.Th. Bustin, advocaat te Groningen, en de minister door mr. M.A.L. Verbruggen en mr. J.J.A. Huisman, beiden werkzaam bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. [Verzoekster] stelde dat betaling van de boete zou leiden tot financiële problemen, maar heeft deze stelling niet onderbouwd.
De voorzitter oordeelde dat het spoedeisend belang van het verzoek niet was aangetoond en wees het verzoek af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 juli 2013.