201205312/1/A3.
Datum uitspraak: 17 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Bussum,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2012 in zaak nr. 11/1346 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Bussum.
Procesverloop
Bij besluit van 14 september 2010 heeft het college besloten tot het instellen van een 30 km/h zone in het Godelindekwartier-Zuid te Bussum (hierna: het verkeersbesluit) in de straten en delen van de straten Voormeulenweg, F.C. Dondersstraat, H. Zwaardemakersstraat, Hector Treubstraat, J.H. van ’t Hoffweg, Keizer Ottostraat, Godelindedwarsstraat, Godelindestraat, Korte Godelindestraat en Godelindebreestraat.
Bij besluit van 1 februari 2011 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 26 april 2012 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 juni 2013, waar het college, vertegenwoordigd door ing. B.H. Berends en mr. drs. A.E. Smelt, beiden werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Overwegingen
1.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wvw 1994) kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels strekken tot:
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer. Ingevolge het tweede lid kunnen de krachtens deze wet vastgestelde regels voorts strekken tot:
a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;
b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.
Ingevolge artikel 15, tweede lid, geschieden maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.
Ingevolge artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer vermeldt de motivering van het verkeersbesluit in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het verkeersbesluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet genoemde belangen ten grondslag liggen aan het verkeersbesluit. Indien tevens andere van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet genoemde belangen in het geding zijn, wordt voorts aangegeven op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
2. Bij besluit van 8 juli 2010 heeft de gemeenteraad van Bussum ingestemd met het Definitief Ontwerp voor de herinrichting van het Godelindekwartier-Zuid (hierna: het herinrichtingsbesluit). Daarbij is het Godelindekwartier aangewezen als verblijfsgebied (30 km/h zone). Ter uitvoering van het herinrichtingsbesluit heeft het college bij besluit van 14 september 2010 een 30 km/h zone ingesteld voor onder meer de Voormeulenweg.
3. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college niet in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen. Hij voert aan dat het college ten onrechte de gevolgen voor de verkeersintensiteit en de verkeersveiligheid op de Voormeulenweg niet nader heeft onderzocht. Volgens [appellant] leidt het vervangen van het woonerfgebied door een 30 km/h zone tot een toename van de verkeersintensiteit en een afname van de verkeersveiligheid. Verder stelt hij dat het verkeersbesluit een breuk is met het tot op heden gevoerde beleid om bestaande woonerven te handhaven.
3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, onder meer in de uitspraak van 3 oktober 2012 in zaak nr. 201105657/1/A3, komt bij het nemen van een verkeersbesluit aan het college beoordelingsruimte toe bij de uitleg van de begrippen 'veiligheid op de weg', 'bruikbaarheid (van de weg)' en 'vrijheid van het verkeer'. Voorts is het aan het college om de verschillende belangen die betrokken moeten worden bij het nemen van een dergelijk besluit tegen elkaar af te wegen om te beoordelen wanneer de in artikel 2 van de Wvw 1994 vermelde belangen het nemen van welke verkeersmaatregel vergen. De rechter dient zich bij de beoordeling van een dergelijk besluit terughoudend op te stellen en te toetsen of de uitleg die het bestuur aan voormelde begrippen heeft gegeven, de grenzen van redelijke wetsuitleg te buiten gaat, of het besluit niet anderszins in strijd is met wettelijke voorschriften en of de afweging van de betrokken belangen zodanig onevenwichtig is dat het college niet in redelijkheid tot dat besluit heeft kunnen komen.
3.2. Uit het verkeersbesluit blijkt dat het strekt tot verhoging van de veiligheid en leefbaarheid van de straten in het Godelindekwartier en tot uitvoering van het herinrichtingsbesluit. Bij het herinrichtingsbesluit is het gehele Godelindekwartier in het gemeentelijk verkeer- en vervoersplan aangewezen als verblijfsgebied en voorzien in een verkeerskundige herinrichting, waarbij het aanhouden van de gewenste maximum snelheid van 30 km/h zal worden bevorderd door het toepassen van snelheidsremmende maatregelen, zoals verkeersplateaus. Tevens is voorzien in aanpassing van wegprofielen, verbreding van trottoirs, het kappen van enkele bomen en het instellen van eenrichtingsverkeer in een groot aantal straten. Het college heeft uiteen gezet dat de in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw ingerichte woonerven binnen bepaalde randvoorwaarden worden omgebouwd tot 30 km/h zones conform het verkeerskundig concept van Duurzaam Veilig, waarmee uitgebreide ervaring is opgedaan. Eerdere herinrichtingsprojecten in Bussum leren dat de verkeersintensiteit en verkeerssnelheid en het aantal verkeersslachtoffers na een dergelijke herinrichting gewoonlijk dalen, zodat het belang van de verkeersveiligheid met dit besluit is gediend, aldus het college. In het verkeersbesluit heeft het college vermeld dat snelheid remmende maatregelen zullen worden aangebracht en dat op de Voormeulenweg op elke kruising een plateau zal worden aangelegd. Het college verwacht niet dat de Voormeulenweg door het opheffen van het woonerf vaker dan voorheen als sluiproute door de wijk zal worden gebruikt. De Voormeulenweg heeft niet dezelfde lengte als de Huizerweg, de belangrijkste ontsluiting naar de A1, en op een bepaald moment moet weer worden ingevoegd op de Huizerweg. Daarom blijft de Voormeulenweg ook in de nieuwe situatie als sluiproute niet aantrekkelijk, aldus het college.
3.3. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het college inzichtelijk heeft gemotiveerd waarom geen toename van betekenis van het verkeer op de Voormeulenweg valt te verwachten door de vervanging van het woonerfgebied ter plaatse van de Voormeulenweg door een 30 km/h zone en welke belangenafweging ten grondslag ligt aan dit onderdeel van het verkeersbesluit. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college een nader onderzoek naar de gevolgen van dit onderdeel van de verkeersmaatregelen niet noodzakelijk mocht achten. Met de rechtbank en op de door haar vermelde gronden is de Afdeling van oordeel dat het college aannemelijk mocht achten dat het opheffen van het woonerf niet tot een aanzienlijke toename van de verkeersintensiteit dan wel een afname van de verkeersveiligheid zal leiden. In de enkele stelling van [appellant] dat die effecten wel zullen optreden, heeft de rechtbank terecht geen grond gezien voor het oordeel dat de belangenafweging onevenwichtig is. Ter zitting heeft het college toegelicht dat de juistheid van zijn verwachtingen inmiddels in zoverre is bevestigd, dat blijkens verkeerstellingen het aantal voertuigbewegingen per etmaal in de Voormeulenweg na de herinrichting is afgenomen. Het college heeft voorts ontkend dat beleid bestaat om bestaande woonerven te handhaven nu het concept Duurzaam Veilig juist voorziet in het ombouwen van woonerven tot 30 km/h zones waar dit mogelijk is. Ter zitting heeft het college toegelicht dat in de Nieuwe Englaan niet tot aanleg van een 30 km/h zone is overgegaan omdat de aanleg van het vereiste straatprofiel, anders dan in de Voormeulenweg, technisch niet mogelijk bleek wegens kort onder de rijbaan liggende bekabeling.
De rechtbank heeft gelet op het vorenstaande terecht overwogen dat geen grond bestaat voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid, na afweging van alle bij het besluit betrokken belangen, tot het verkeersbesluit heeft kunnen komen. Het betoog faalt.
4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. C.J. Borman en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Langeveld-Mak, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. Langeveld-Mak
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 juli 2013
317-782.