ECLI:NL:RVS:2013:2771
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.J. van Buuren
- J.G.C. Wiebenga
- W.J. Deetman
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Watergang - 't Schouw en hogere waarden Wet geluidhinder
In deze zaak gaat het om de vaststelling van het bestemmingsplan "Watergang - 't Schouw" door de raad van de gemeente Waterland, dat de bouw van 54 woningen mogelijk maakt. Het bestemmingsplan werd vastgesteld op 18 oktober 2012, en op 15 januari 2013 stelde het college van burgemeester en wethouders hogere waarden vast op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) voor de te bouwen woningen. Tegen deze besluiten hebben appellanten, wonend in de nabijheid van het plangebied, beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de beroepen op 16 oktober 2013 ongegrond verklaard.
De appellanten betoogden dat zij belanghebbenden zijn bij de besluiten, omdat zij dicht bij de voorziene woningen wonen en daardoor rechtstreeks in hun belangen worden geraakt. De Afdeling oordeelde dat de appellanten inderdaad belanghebbenden zijn, aangezien de realisatie van de woningen hen direct raakt. De Afdeling heeft de argumenten van de appellanten tegen de vaststelling van de hogere waarden en het bestemmingsplan beoordeeld, waaronder de stelling dat de geluidbelasting te hoog zou zijn en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de effecten op het nabijgelegen Natura 2000-gebied.
De Afdeling concludeerde dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsvrijheid heeft en dat de besluiten niet in strijd zijn met de wet. De Afdeling oordeelde dat de geluidseffecten van de nieuwe woningen niet significant zijn en dat de raad zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat er een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd is. De beroepen van de appellanten werden ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.