ECLI:NL:RVS:2013:2727
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Wissels
- W.J.C. Robben
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdelingen tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door minister
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van vier vreemdelingen tegen de besluiten van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, die op 21 mei 2012 hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben afgewezen. De vreemdelingen, aangeduid als appellanten, hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. De rechtbank heeft op 29 januari 2013 de beroepen ongegrond verklaard, waarop de vreemdelingen in hoger beroep zijn gegaan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en op 25 september 2013 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak wordt ingegaan op de argumenten die door de vreemdelingen in hun hogerberoepschrift zijn aangevoerd. De Raad van State oordeelt dat de aangevoerde gronden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat deze geen vragen oproepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoeven.
Het hoger beroep wordt als kennelijk ongegrond beschouwd, en de Raad van State bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.J.C. Robben, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.