ECLI:NL:RVS:2013:2677

Raad van State

Datum uitspraak
24 december 2013
Publicatiedatum
24 december 2013
Zaaknummer
201309975/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Registratie van politieke aanduidingen en verwarring tussen politieke groeperingen

Op 24 december 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een geschil tussen de Libertarische Partij en de Kiesraad, die als centraal stembureau fungeert voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De zaak betreft de registratie van de aanduiding 'Liberale Partij' op verzoek van de politieke groepering Liberale Partij, die op 7 oktober 2013 door het centraal stembureau is goedgekeurd. De Libertarische Partij heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat de aanduiding 'Liberale Partij' verwarring kan veroorzaken met haar eigen geregistreerde aanduiding.

De Libertarische Partij betoogde dat de aanduiding 'Liberale Partij' in hoofdzaak overeenstemt met haar eigen aanduiding en dat dit verwarring kan opleveren, vooral omdat beide partijen met de afkorting 'LP' aangeduid kunnen worden. De Afdeling heeft de argumenten van de Libertarische Partij beoordeeld en geconcludeerd dat de begrippen 'Libertarische' en 'Liberale' in woordbeeld en fonetisch van elkaar verschillen. De Afdeling oordeelde dat het centraal stembureau terecht heeft geoordeeld dat er geen grond was om de registratie van de aanduiding 'Liberale Partij' te weigeren.

De uitspraak concludeert dat het beroep van de Libertarische Partij ongegrond is, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee leden van de Afdeling bestuursrechtspraak, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

201309975/1/A2.
Datum uitspraak: 24 december 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de politieke groepering Libertarische Partij, gevestigd te Den Haag,
appellante,
en
de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 7 oktober 2013 heeft het centraal stembureau op verzoek van de politieke groepering Liberale Partij de aanduiding "Liberale Partij" opgenomen in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Tegen dit besluit heeft de Libertarische Partij beroep ingesteld.
De Liberale Partij heeft een reactie ingediend.
Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 december 2013, waar de Libertarische Partij, vertegenwoordigd door M. Aandewiel, en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. J.P. Alspeer, werkzaam bij de Kiesraad, zijn verschenen. Voorts is daar de Liberale Partij, vertegenwoordigd door haar [voorzitter], gehoord.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding, waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.
Ingevolge het vierde lid beschikt het centraal stembureau afwijzend op het verzoek, indien:
[…]
b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;
c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;
[…].
2. De Libertarische Partij betoogt dat het centraal stembureau, door de aanduiding "Liberale Partij" te registreren, heeft miskend dat deze aanduiding in hoofdzaak overeenstemt met de door haar geregistreerde aanduiding en daardoor verwarring te duchten is, temeer wanneer de Liberale Partij, zoals te verwachten is, met de afkorting "LP" wordt aangeduid. Voorts heeft het miskend dat de aanduiding "Liberale Partij" anderszins misleidend is, aldus de Libertarische Partij.
2.1. Ter beoordeling staat of het centraal stembureau ten onrechte de aanduiding "Liberale Partij" niet op een van de in artikel G 1, vierde lid, van de Kieswet vermelde gronden heeft geweigerd te registreren. De wijze waarop de Liberale Partij in het maatschappelijk verkeer zal worden aangeduid, is daarbij niet van belang.
2.2. Het centraal stembureau heeft zich op het standpunt gesteld dat de begrippen "Libertarische" en "Liberale" in de onderscheiden aanduidingen in woordbeeld en fonetisch van elkaar verschillen. Het in beroep aangevoerde geeft geen grond om dat onjuist te achten. Voorts heeft het terecht in aanmerking genomen dat in de eerder op verzoek van de Libertarische Partij geregistreerde aanduiding de afkorting LP is opgenomen, terwijl dat in de thans geregistreerde aanduiding niet het geval is. Gelet hierop, heeft het terecht geoordeeld dat de aanduiding "Liberale Partij" niet in hoofdzaak met de in het register opgenomen aanduiding "Libertarische Partij (LP)" overeenstemt.
2.3. Nu de Libertarische Partij haar stelling dat de aanduiding "Liberale Partij" anderszins misleidend is niet nader heeft toegelicht, kan die stelling reeds om die reden niet leiden tot het ermee beoogde resultaat.
2.4. Het betoog faalt.
3. Het beroep is ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.
w.g. Loeb w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 december 2013
362-705.