ECLI:NL:RVS:2013:2665

Raad van State

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
24 december 2013
Zaaknummer
201308950/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Kleine Kernen Sluis

Op 20 december 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Retranchement, en de raad van de gemeente Sluis. Het verzoek volgde op het besluit van de raad van 27 juni 2013, waarbij het bestemmingsplan "Kleine Kernen Sluis" werd vastgesteld. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en vroeg de voorzitter om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie zou ontstaan met betrekking tot de bedrijfswoning op het perceel Molenstraat 25a te Retranchement, die mogelijk gemaakt zou worden door het bestemmingsplan.

De voorzitter heeft het verzoek op 27 november 2013 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker in persoon verscheen, bijgestaan door een gemachtigde, en de raad vertegenwoordigd was door S.P.U. van Vooren en V.M.A. Dekker-Calus. De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Hij overwoog dat de bestemming "Bedrijf" op het perceel Molenstraat 25a kan worden gewijzigd in "Bedrijfswoning", maar dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de raad had aangegeven dat er geen gebruik zou worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid voordat de Afdeling uitspraak had gedaan in de bodemprocedure.

Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 december 2013.

Uitspraak

201308950/2/R2.
Datum uitspraak: 20 december 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Retranchement, gemeente Sluis,
en
de raad van de gemeente Sluis,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Kleine Kernen Sluis" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 november 2013, waar [verzoeker] in persoon en bijgestaan door [gemachtigde] en de raad vertegenwoordigd door S.P.U. van Vooren en V.M.A. Dekker-Calus, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoeker] heeft het verzoek ingediend om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat met betrekking tot de bedrijfswoning op het perceel Molenstraat 25a te Retranchement, die met het plan mogelijk wordt gemaakt.
3. Op het perceel Molenstraat 25a te Retranchement rust ingevolge het plan de bestemming "Bedrijf" en de aanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 19".
Ingevolge artikel 42, lid 42.21.1, van de planregels kan het bevoegd gezag, met inachtneming van het bepaalde in de Wro, ter plaatse van de aanduiding ‘Wro-zone-wijzigingsgebied 19’, de bestemming "Bedrijf" wijzigen in de bestemming "Bedrijf" met de aanduiding ‘bedrijfswoning’, met dien verstande dat:
a. maximaal 1 bedrijfswoning is toegestaan;
b. (…).
4. Omdat eerst na het inwerkingtreden van een wijzigingsplan waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, een bedrijfswoning op het perceel Molenstraat 25a te Retranchement kan worden gerealiseerd en niet is gebleken dat op korte termijn gebruik zal worden gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid, is de voorzitter van oordeel dat een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt. De voorzitter neemt hierbij in aanmerking dat de raad ter zitting heeft aangegeven dat geen toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid zal worden gegeven voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Ouwehand
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2013