ECLI:NL:RVS:2013:254

Raad van State

Datum uitspraak
10 juli 2013
Publicatiedatum
10 juli 2013
Zaaknummer
201303220/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake de vestiging van droge horeca in Maastricht

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 juli 2013 uitspraak gedaan op het verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 10 oktober 2012. Het verzoek is ingediend door de besloten vennootschappen Bruto Real Estate B.V. en ACI Adam B.V., handelend onder de naam ACI Supplies, gevestigd te Maastricht. De herziening betreft een besluit van de gemeente Maastricht dat op 27 september 2011 is genomen, waarbij gebreken zijn vastgesteld die hersteld dienden te worden. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 10 oktober 2012 de gemeente opgedragen om deze gebreken te verhelpen. ACI Supplies heeft vervolgens verzocht om herziening op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er nieuwe feiten naar voren zijn gekomen die niet bekend waren ten tijde van de eerdere uitspraak.

Tijdens de zitting op 19 juni 2013 is het verzoek behandeld. ACI Supplies heeft betoogd dat een notariële akte van levering van 22 november 2011, die na de eerdere uitspraak is overgelegd, aantoont dat de gemeente niet als grondeigenaar kan optreden tegen de vestiging van andere droge horeca dan coffeeshops in het plangebied. De gemeente heeft echter gesteld dat de notariële akte niets meer regelt dan wat al in de exploitatieovereenkomsten was vastgelegd, die bij ACI Supplies bekend waren.

De Afdeling heeft overwogen dat de nieuwe omstandigheid, namelijk de uitvoering van de exploitatieovereenkomsten door de gemeente, niet eerder bekend was bij ACI Supplies en dat dit tot een andere uitspraak had kunnen leiden. De Afdeling heeft het verzoek tot herziening gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van 10 oktober 2012 herzien, waarbij rechtsoverweging 24.2 is vervallen. De gemeente Maastricht is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan ACI Supplies. De einduitspraak zal opnieuw op de beroepsgrond omtrent de strijdigheid van het plan met de Horecanota 2008 worden beslist.

Uitspraak

201303220/1/R1.
Datum uitspraak: 10 juli 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bruto Real Estate B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACI Adam B.V., handelend onder de naam ACI Supplies, (hierna tezamen en in enkelvoud: ACI Supplies), beide gevestigd te Maastricht,
verzoekers,
om herziening (artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de uitspraak van de Afdeling van 10 oktober 2012, in zaak nr. 201112936/1/T1/R1.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak met toepassing van artikel 46, zesde lid, van de Wet op de Raad van State van 10 oktober 2012, in zaak nr. 201112936/1/T1/R1, heeft de Afdeling aan de raad opgedragen de daarin omschreven gebreken in het besluit van 27 september 2011 te herstellen. De uitspraak is aangehecht.
ACI Supplies heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 19 juni 2013 , waar ACI Supplies, vertegenwoordigd door mr. J.H.P. Hardy, advocaat te Maastricht, en de raad, vertegenwoordigd door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Op 1 januari 2013 is de Wet aanpassing bestuursprocesrecht in werking getreden. Uit het daarbij behorende overgangsrecht volgt dat het recht zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van deze wet op dit geding van toepassing blijft.
2. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Awb, zoals dit luidde ten tijde van belang, kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.1. In het verzoekschrift heeft ACI Supplies betoogd dat aanleiding bestaat rechtsoverweging 24.2 van de uitspraak van 10 oktober 2012 te herzien. ACI Supplies voert hiertoe aan dat in de door de raad na voormelde uitspraak overgelegde notariële akte van levering van een onroerende zaak van 22 november 2011 staat dat de gemeente Maastricht de in het plangebied liggende gronden in eigendom levert aan de coffeeshophouders. Volgens ACI Supplies betekent dit dat de gemeente niet als grondeigenaar de vestiging van andere droge horeca dan coffeeshops in het plangebied kan tegen gaan.
2.2. De raad stelt zich op het standpunt dat de notariële akte van levering niets meer regelt dan is vastgelegd in de gesloten exploitatieovereenkomsten, welke bij ACI Supplies bekend waren. In de exploitatieovereenkomsten staat volgens de raad dat de gronden aan de coffeeshophouders zullen worden overgedragen. De raad stelt zich voorts op het standpunt dat in de exploitatieovereenkomst en de leveringsakte van 22 november 2011 voldoende waarborgen zijn opgenomen om te voorkomen dat in het plangebied andere droge horeca dan coffeeshops zal worden gerealiseerd.
2.3. In de uitspraak van 10 oktober 2012 heeft de Afdeling onder 24.2 als volgt overwogen:
"De raad heeft ter zitting erkend dat de in het plan voorziene nieuwvestiging van droge horecagelegenheden, niet zijnde coffeeshops, in de periferie niet in overeenstemming zou zijn met het beleid opgenomen in de Horecanota 2008. De raad heeft toegelicht dat de gemeente eigenaar is van de gronden in het plangebied en zal blijven en dat de gemeente in deze hoedanigheid niet zal accepteren dat in het plangebied droge horecagelegenheden, niet zijnde coffeeshops, worden gevestigd. Op deze wijze is volgens de raad gewaarborgd dat geen strijd met de Horecanota 2008 optreedt. Naar het oordeel van de Afdeling kan niet worden ontkend dat het plan de nieuwvestiging van droge horecagelegenheden, niet zijnde coffeeshops, bij recht mogelijk maakt, zodat het plan in zoverre is vastgesteld in afwijking van het beleid opgenomen in de Horecanota 2008. De Afdeling ziet hierin echter geen grond voor vernietiging van het plan. Daartoe wordt overwogen dat, gelet op de mogelijkheden die het gemeentebestuur in het onderhavige geval op grond van het feit dat de gemeente eigenaar is en blijft van de gronden in het plangebied, heeft om de vestiging van andere droge horeca dan coffeeshops in het plangebied tegen te gaan, de raad de uitsluiting van andere droge horeca dan coffeeshops in de planregels redelijkerwijs niet noodzakelijk heeft hoeven achten."
2.4. De notariële akte van 22 september 2011 dateert van voor de tussenuitspraak van 10 oktober 2012, waarvan herziening wordt verzocht. Niet in geschil is dat deze akte bij ACI Supplies niet bekend was. Dat, zoals de raad betoogt, de inhoud hiervan overeenkomt met afspraken vastgelegd in de gesloten exploitatieovereenkomsten, betekent niet dat geen sprake is van een nieuwe omstandigheid in de zin van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb. ACI Supplies betoogt terecht dat hoewel in de exploitatieovereenkomsten afspraken waren gemaakt omtrent de levering van de gronden, onduidelijkheid bestond omtrent de vraag of de coffeeshophouders in staat waren deze afspraken na te komen. Dat ACI Supplies bekend was met de inhoud van de exploitatieovereenkomsten, laat derhalve onverlet dat zij niet bekend was met de omstandigheid dat met de levering van de gronden reeds uitvoering was gegeven aan deze overeenkomsten. Deze omstandigheid moet naar het oordeel van de Afdeling worden aangemerkt als een nieuwe omstandigheid in de zin van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb.
2.5. ACI Supplies betoogt voorts terecht dat indien deze omstandigheid bij de Afdeling bekend was, dit tot een andere uitspraak zou hebben kunnen leiden. Anders dan in de uitspraak van 10 oktober 2012 is overwogen, moet er van worden uitgegaan dat de raad niet de mogelijkheid heeft om als grondeigenaar de vestiging van andere droge horeca dan coffeeshops in het plangebied tegen te gaan. Hoewel de raad terecht betoogt dat in de exploitatieovereenkomsten en leveringsakte is opgenomen dat de coffeeshophouders verplicht zijn de gronden terug te leveren aan de gemeente indien deze niet onherroepelijk zullen worden bestemd als coffeeshop, leidt dit niet tot een ander oordeel. Deze clausule biedt geen uitkomst in de situatie waarbij de coffeeshophouders, na het onherroepelijk worden van het plan, de gronden gaan gebruiken voor reguliere droge horeca. Anders dan in de voormelde uitspraak van 10 oktober 2012 is overwogen, is derhalve niet gewaarborgd dat geen strijd met de Horecanota 2008 optreedt.
2.6. Het verzoek dient als gegrond te worden toegewezen. In verband daarmee wordt de uitspraak van 10 oktober 2012, in zaak nr. 201112936/1/T1/R1, herzien, in die zin dat rechtsoverweging 24.2 vervalt. In de einduitspraak zal opnieuw op de beroepsgrond omtrent de strijdigheid van het plan met de Horecanota 2008 worden beslist.
3. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. herziet de uitspraak van de Afdeling van 10 oktober 2012, in zaak nr. 201112936/1/T1/R1 in die zin dat rechtsoverweging 24.2 vervalt;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Maastricht tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bruto Real Estate B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACI Adam B.V., handelend onder de naam ACI Supplies, in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
III. gelast dat de raad van de gemeente Maastricht aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bruto Real Estate B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACI Adam B.V., handelend onder de naam ACI Supplies, het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) voor de behandeling van het verzoek vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en mr. M.G.J. Parkins-de Vin en mr. N.S.J. Koeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Schaaf
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2013
523.