ECLI:NL:RVS:2013:2539
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- H. Troostwijk
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Dordrecht, die op 13 juli 2012 zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet-ontvankelijk verklaarde. De vreemdeling had op 22 juni 2012 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel was afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vreemdeling geen belang had bij de rechterlijke beoordeling van zijn beroep, omdat er een inreisverbod tegen hem was uitgevaardigd. Dit inreisverbod was gebaseerd op artikel 66a, zesde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, dat bepaalt dat een vreemdeling met een inreisverbod geen rechtmatig verblijf kan hebben.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard. De rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat de vreemdeling geen belang had bij de toetsing van zijn asielaanvraag. De Afdeling overweegt dat, hoewel er een licht inreisverbod is, dit niet uitsluit dat de vreemdeling recht heeft op toetsing van zijn asielaanvraag. De vreemdeling had eerder aanvragen ingediend die ook waren afgewezen, en zijn huidige aanvraag was van gelijke strekking. De vreemdeling voerde aan dat hij vreesde voor Al Shabaab, wat hij onderbouwde met een verklaring over de moord op zijn echtgenote. De Afdeling concludeert dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn die een hernieuwde toetsing rechtvaardigen, maar dat de vreemdeling wel belang heeft bij de beoordeling van zijn asielaanvraag.
De uitspraak van de voorzieningenrechter is vernietigd en het beroep van de vreemdeling is ongegrond verklaard. De Afdeling heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.