ECLI:NL:RVS:2013:2308

Raad van State

Datum uitspraak
26 november 2013
Publicatiedatum
4 december 2013
Zaaknummer
201308229/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan De Koog

Op 12 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Texel het bestemmingsplan "De Koog" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft verzoeker, wonend te Aalsmeer, beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 11 november 2013 ter zitting behandeld. De raad was vertegenwoordigd door mr. N.A.M. Priems en E. Sickmann, beiden werkzaam bij de gemeente.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor het verblijfsrecreatieterrein Stappeland/Beachpark. De samenvoeging van bouwvlakken en bestemmingsvlakken tot één bouwvlak met een maximum van 800 recreatieve slaapplaatsen is een belangrijk aspect van het plan. Verzoeker vreest dat door deze samenvoeging de vrijkomende slaapplaatsen na de vervanging van een zomerhuis niet door hem kunnen worden aangewend voor de bouw van een nieuw zomerhuis op zijn perceel.

De voorzitter concludeert dat het bestemmingsplan wel degelijk de mogelijkheid biedt om op het perceel van verzoeker een zomerhuis te bouwen. De vrijkomende slaapplaatsen kunnen ook door verzoeker worden aangewend, ondanks dat deze nu beschikbaar zijn voor het gehele park in plaats van alleen voor het bouwvlak van verzoeker. Gelet op deze overwegingen is er geen spoedeisend belang dat het treffen van de verzochte voorziening rechtvaardigt. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201308229/2/R1.
Datum uitspraak: 26 november 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Aalsmeer,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Texel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 12 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "De Koog" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 november 2013, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. N.A.M. Priems en E. Sickmann, beiden werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor onder meer het verblijfsrecreatieterrein Stappeland/Beachpark. Op de verbeelding zijn de vijf bouwvlakken en de daartussen gelegen weg samengevoegd tot één bouwvlak en één bestemmingsvlak met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatieve terreinen". Daarbinnen bedraagt het maximum aantal recreatieve slaapplaatsen 800. Ingevolge het vorige plan heeft elk bouwvlak een eigen maximum aantal slaapplaatsen.
3. Verzoeker vreest dat door de samenvoeging tot één bestemmings- en bouwvlak de na de vervanging van het zomerhuis [locatie] door een receptiegebouw vrijkomende slaapplaatsen niet door hem kunnen worden aangewend voor de bouw van een zomerhuis op zijn perceel [. ....]. Dit perceel is onder het vorige plan gelegen binnen hetzelfde bouwvlak als [locatie]. De vrijkomende slaapplaatsen zullen dan worden aangewend door de Vereniging van Eigenaren Beachpark Texel, eigenares van [locatie], voor een te bouwen zomerhuis op het middendeel van het park, aldus verzoeker.
4. De voorzitter overweegt dat het plan overal binnen het bestemmings- en bouwvlak een zomerhuis toe staat. De inwerkingtreding van het plan betekent dan ook niet dat het niet langer planologisch mogelijk is om op het perceel [. ....] een zomerhuis te bouwen. De slaapplaatsen die vrij komen na sloop van het zomerhuis [locatie] komen weliswaar beschikbaar voor het gehele park, in plaats van, zoals onder het vorige plan, alleen voor het bouwvlak waarin het perceel van verzoeker en het perceel [locatie] zijn gelegen, maar kunnen ook door verzoeker worden aangewend. Gelet op het vorenstaande is de voorzitter van oordeel dat met het verzoek geen spoedeisend belang is gemoeid dat het treffen van de verzochte voorziening kan rechtvaardigen.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Zwemstra
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 november 2013
91.