201307278/2/R3.
Datum uitspraak: 26 november 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Bladel,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Bladel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 mei 2013, kenmerk R2013.025, heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie 1] Bladel" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 november 2013, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. W. Krijger, en de raad, vertegenwoordigd door C.E.J.M. van Hintum, ambtenaar van de gemeente, is verschenen. Voorts zijn ter zitting [partij A], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door [gemachtigde], en GeWe Beheer B.V., vertegenwoordigd door mr. M.T.C.A. Smets, advocaat te Eindhoven, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet onder meer in een plandeel met een woonbestemming en twee bouwvlakken op het perceel [locatie 1] te Bladel tegenover het bedrijfsperceel van [verzoeker].
3. GeWe Beheer B.V. betoogt dat [verzoeker] geen spoedeisend belang heeft nu al een omgevingsvergunning is verleend voor het bouwen van een woning tegenover zijn bedrijf.
4. De voorzitter overweegt dat weliswaar bij besluit van 28 maart 2013 een omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van één woning binnen het bouwvlak tegenover de gronden van [verzoeker] en dat deze vergunning inmiddels onherroepelijk is geworden, maar dat het bestreden bouwvlak ruimte biedt voor meer woningen en de planregels er niet aan in de weg staan dat niet in ieder geval nog twee woningen binnen de akoestische invloedssfeer van het bedrijf van [verzoeker] worden gerealiseerd. Reeds om die reden heeft [verzoeker] een spoedeisend belang bij de behandeling van zijn verzoek.
5. [verzoeker], die op het adres [locatie 2] te Bladel een reparatiebedrijf exploiteert voor vrachtwagens, tractoren en landbouwmaterieel, kan zich niet verenigen met de bestemming "Wonen" die is toegekend aan het perceel [locatie 1] te Bladel. Hij betoogt dat de te bouwen woningen hem zullen beperken in zijn bedrijfsvoering en dat de raad ten onrechte geen onderzoek heeft gedaan naar de geluidbelasting van zijn bedrijf op de te bouwen woningen.
5.1. De raad stelt dat [verzoeker] een kleinschalig bedrijf exploiteert zodat de bedrijfsvoering en de indeling van het terrein eenvoudig kunnen worden aangepast zodanig dat ter plaatse van de te bouwen woningen aan de geluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit milieubeheer, waaronder het bedrijf van [verzoeker] valt, kan worden voldaan. Hierdoor zal [verzoeker] niet in zijn bedrijfsvoering worden beperkt.
5.2. De voorzitter stelt voorop dat een schorsing van het plan niet afdoet aan de rechtmatigheid en onherroepelijkheid van de eerder genoemde omgevingsvergunning voor de bouw van een woning.
Voorafgaand aan het nemen van het bestreden besluit is door de raad geen onderzoek gedaan naar de geluidbelasting vanwege het bedrijf van [verzoeker]. In een op 13 augustus 2013 in opdracht van de raad uitgevoerd onderzoek van de SRE Milieudienst is geconcludeerd dat in de representatieve bedrijfssituatie van het bedrijf van [verzoeker] de normen voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het piekgeluidniveau uit het Activiteitenbesluit milieubeheer ter plaatse van de voorziene woningen binnen het bestreden bouwvlak worden overschreden. Verder is vermeld dat de aanpassingen die binnen het bedrijf zullen moeten worden uitgevoerd om aan de geluidgrenswaarden te voldoen, een ernstige belemmering met zich brengen voor de bedrijfsvoering. De voorzitter acht het gelet hierop aannemelijk dat de Afdeling in de bodemprocedure zal oordelen dat het besluit in zoverre onvoldoende zorgvuldig is voorbereid. Hij ziet daarom aanleiding het verzoek toe te wijzen en de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
6. De raad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Bladel van 16 mei 2013, kenmerk R2013.025, voor zover het betreft het noordoostelijke bouwvlak op de gronden met de bestemming "Wonen" op het perceel [locatie 1] zoals aangegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart 1;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Bladel tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Bladel aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, ambtenaar van staat.
w.g. Koeman w.g. Van Helvoort
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 november 2013
361.