ECLI:NL:RVS:2013:2044

Raad van State

Datum uitspraak
13 november 2013
Publicatiedatum
20 november 2013
Zaaknummer
201308486/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • S. Bechinka
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Zwanenburg

Op 13 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Haarlemmermeer het bestemmingsplan "Zwanenburg" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, woonachtig in Zwanenburg, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 8 november 2013 ter zitting behandeld. De verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, vreesde voor onomkeerbare gevolgen voor zijn woonomgeving door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dat onder andere woningbouw en commerciële voorzieningen mogelijk maakt. De voorzitter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de wijzigingsbevoegdheden pas na inwerkingtreding van een wijzigingsplan onomkeerbare gevolgen zouden kunnen hebben. Ook de uitbreiding van een filiaal van Action werd niet als spoedeisend beschouwd, omdat de aanvraag voor een omgevingsvergunning pas in het voorjaar van 2014 verwacht werd. De voorzitter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en stelde dat de verzoeker zich opnieuw tot de voorzitter kan wenden indien er voor de bodemprocedure nog geen uitspraak is gedaan. De beslissing werd op 13 november 2013 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201308486/2/R1.
Datum uitspraak: 13 november 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers] (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]), beiden wonend te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer,
en
de raad van de gemeente Haarlemmermeer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Zwanenburg" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. Bij deze brief heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
[verzoeker] heeft nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 november 2013, waar [verzoeker], in de persoon van [verzoekster], bijgestaan door mr. T.A.M. van Oosterhout, advocaat te Utrecht, en de raad, vertegenwoordigd door C.J. van Dam en D. Ong, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plangebied ligt aan de noordwestzijde van de gemeente Haarlemmermeer en wordt aan de noord- en oostzijde globaal begrensd door de Ringvaart, aan de westzijde door de Domineeslaan en aan de zuidzijde door de Troelstralaan en het zuidelijk deel van de Dennenlaan. Het plan biedt een planologisch-juridische regeling voor de bestaande situatie en voor voorzienbare veranderingen of ontwikkelingen binnen het plangebied. Onder meer wordt voorzien in de herontwikkeling van het ‘Hart van Zwanenburg’.
3. [verzoeker], die woonachtig is aan de Dennenlaan, vreest voor onomkeerbare gevolgen voor zijn directe woonomgeving als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Het verzoek richt zich op de wijzigingsbevoegdheden 3, 4 en 5, waarmee onder meer woningbouw, winkelruimte, parkeervoorzieningen, een dorpshuis en een sporthal mogelijk gemaakt kunnen worden, alsmede op de uitbreiding naast zijn woning van een filiaal van Action.
4. Wat betreft de wijzigingsbevoegdheden is de voorzitter van oordeel dat een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt, aangezien eerst na het inwerkingtreden van een wijzigingsplan, waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, onomkeerbare gevolgen kunnen ontstaan en niet is gebleken dat op korte termijn toepassing zal worden gegeven aan de wijzigingsbevoegdheden. Mocht toepassing van een of meer wijzigingsbevoegdheden aan de orde zijn voordat de Afdeling uitspraak in de bodemprocedure heeft gedaan, staat het [verzoeker] vrij om zich met een nieuw verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening tot de voorzitter te wenden.
5. Ook wat betreft de uitbreiding van een filiaal van Action is de voorzitter van oordeel dat het spoedeisend belang ontbreekt. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen wordt niet eerder dan in het voorjaar van 2014 verwacht. De raad heeft ter zitting toegezegd dat [verzoeker] van een dergelijke aanvraag persoonlijk op de hoogte zal worden gesteld, zodat hij, mocht dan nog niet zijn beslist in de bodemprocedure, zich opnieuw tot de voorzitter kan wenden met een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening.
6. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Bechinka, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Bechinka
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 november 2013
371.