ECLI:NL:RVS:2013:1856
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M.G.J. Parkins-de Vin
- M.J.M. Mathot
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Kanaalpark in Rosmalen
Op 1 november 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen verzoeker A en verzoeker B, wonend te Rosmalen, en de raad van de gemeente 's-Hertogenbosch. Dit verzoek volgde op het besluit van de raad van 23 april 2013, waarbij het bestemmingsplan 'Kanaalpark' werd vastgesteld. Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 22 oktober 2013, waar verzoeker en de raad, vertegenwoordigd door B. Meulendijks, aanwezig waren.
De voorzitter overwoog dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Verzoeker, eigenaar van een perceel in Rosmalen, vreesde handhaving tegen zijn berging en dat zijn perceel niet goed zou worden ontsloten. De voorzitter constateerde dat de berging in strijd is met het bestemmingsplan en dat verzoeker niet gebaat is bij schorsing van het besluit. De raad had ter zitting toegelicht dat de ontsluiting van het perceel gewaarborgd zou worden door een brug over de nieuwe beek, de Rosmalense Aa, die verbinding zou maken met bestaande wegen.
Uiteindelijk besloot de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 november 2013.