201309655/2/R2.
Datum uitspraak: 23 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Elst,
verzoeker,
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 september 2013, kenmerk 2012-004812, heeft het college aan de gemeente Nunspeet een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor de aanleg en het gebruik van bedrijventerrein De Kolk en de aanleg en het gebruik van de oostelijke rondweg.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 oktober 2013, waar [verzoeker], in persoon, en het college vertegenwoordigd door P.F.J.A. Tillie en A. Fopma, beiden werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Ter zitting is voorts de gemeente Nunspeet, vertegenwoordigd door mr. S.P.M. Schaap, advocaat te Wijhe, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoeker] verzoekt om schorsing van de vergunning. Hij wijst erop dat de gemeente is gestart met het kappen van bomen voor de aanleg van de rondweg. Hij beoogt met zijn verzoek onomkeerbare gevolgen te voorkomen voordat uitspraak is gedaan op zijn beroep tegen de vergunning. Daarin voert hij in hoofdzaak aan dat het college een onjuiste beoordeling van de gevolgen van stikstofdepositie op voor stikstofgevoelige habitats in het Natura 2000-gebied Veluwe ten grondslag heeft gelegd aan het besluit tot vergunningverlening.
3. Ten aanzien van het spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening overweegt de voorzitter het volgende. De werkzaamheden voor de aanleg van de rondweg zijn deze week gestart en bestaan uit het kappen van bomen ter plaatse van het toekomstige tracé van de rondweg. Na de kap, die op korte termijn is afgerond, vindt de aanbesteding van de werkzaamheden plaats. De werkzaamheden voor de aanleg van de rondweg zullen volgens de planning in augustus/september 2014 worden hervat.
3.1. Het college heeft ter zitting gesteld dat het kappen van de bomen niet leidt tot onherstelbare schade in het Natura 2000-gebied. De kap van de bomen, zonder dat een rondweg wordt aangelegd, leidt tot een aantrekkelijker leefgebied voor de wespendief. Mogelijke verstoring van vogels is pas aan de orde vanaf de daadwerkelijke aanleg van de weg door asfaltering en vervolgens het gebruik van de weg. Die werkzaamheden zullen niet eerder dan in augustus/september 2014 plaatsvinden.
Voorts is ter zitting door het college gesteld dat de periode waarin de kap plaatsvindt gunstig is voor de fauna. De wespendief is niet meer aanwezig in het gebied en de werkzaamheden zullen zijn afgerond voordat de gevoelige periode voor de eekhoorn aanvangt.
4. De voorzitter ziet geen aanleiding te twijfelen aan het standpunt van het college dat de kap van de bomen niet zal leiden tot onherstelbare schade voor de waarden waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen. Gelet hierop en nu de verwachting bestaat dat op het beroep in de hoofdzaak zal zijn beslist voordat de aanlegwerkzaamheden in augustus/september 2014 zullen worden hervat, ontbreekt naar het oordeel van de voorzitter een spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Verbeek, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Verbeek
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 oktober 2013
388.