ECLI:NL:RVS:2013:1735
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- C.H.M. van Altena
- R.J.J.M. Pans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om buiten invorderingstelling van ouderbijdragen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 januari 2013, waarin het beroep van [appellante] tegen een besluit van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) ongegrond werd verklaard. Het LBIO had op 14 maart 2012 het verzoek van [appellante] om buiten invorderingstelling van de ouderbijdragen afgewezen. Dit besluit werd door het LBIO op 26 juni 2012 bevestigd, nadat [appellante] daartegen bezwaar had gemaakt. De rechtbank oordeelde dat het LBIO terecht had gehandeld en verklaarde het beroep ongegrond.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2013 werd de zaak behandeld. [appellante] was vertegenwoordigd door haar advocaten, mr. A.L. van Onna en mr. P. van Bommel. Het LBIO werd vertegenwoordigd door L. Nobels. Tijdens de zitting werd duidelijk dat [appellante] een renteloze lening had ontvangen van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Noardwest Fryslân, waarmee zij haar openstaande ouderbijdragen had voldaan. Hierdoor stelde [appellante] dat zij geen rechtens te beschermen belang meer had bij een uitspraak op het hoger beroep, mocht het besluit van het LBIO in stand blijven.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat [appellante] geen belang meer had bij de uitspraak. De Afdeling besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 30 oktober 2013.