201302743/1/A3.
Datum uitspraak: 16 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de beslissing van de rechtbank Haarlem van 15 maart 2013 in zaak nr. 200242 / HA RK 13-8 op een verzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Procesverloop
Bij brief van 3 februari 2013 heeft [appellant] verzocht om wraking van mr. A.C. Terwiel-Kuneman (hierna: de rechter), belast met de behandeling van de zaken met nrs. 12/85 en 11/6726 door de meervoudige kamer.
Bij beslissing van 15 maart 2013 heeft de rechtbank dit verzoek van [appellant] afgewezen. Deze beslissing is aangehecht.
[appellant] heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 oktober 2013, waar [appellant] is verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Ingevolge artikel 8:18, vijfde lid, staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing op het verzoek om wraking.
2. [appellant] stelt dat aanleiding bestaat het appelverbod uit artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb te doorbreken en kennis te nemen van zijn tegen de beslissing van de rechtbank ingestelde hoger beroep, aangezien de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor en de rechterlijke motiveringsplicht heeft geschonden.
3. Gelet op het bepaalde in artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb is de Afdeling in beginsel onbevoegd om kennis te nemen van een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank op het verzoek om wraking. Dit lijdt slechts uitzondering (vergelijk de uitspraak van 1 augustus 2007 in zaak nr. 200608678/1; www.raadvanstate.nl), indien sprake is van een evidente schending van eisen van goede procesorde, dan wel van fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen.
3.1. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd wordt geen aanleiding gevonden voor het doorbreken van het appelverbod. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat hoge eisen worden gesteld aan de aanname van een schending van eisen van goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen.
De stelling van [appellant] dat de wrakingskamer van de rechtbank zijn verzoek niet in zijn geheel heeft bezien, mist feitelijke grondslag, nu de wrakingskamer zijn wrakingsverzoek gemotiveerd heeft afgewezen. Ook overigens is niet gebleken van een evidente schending van eisen van goede procesorde, dan wel fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen.
Het betoog faalt.
4. De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, ambtenaar van staat.
w.g. Troostwijk w.g. Neuwahl
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2013
280-805.