ECLI:NL:RVS:2013:1572

Raad van State

Datum uitspraak
16 oktober 2013
Publicatiedatum
16 oktober 2013
Zaaknummer
201302743/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H. Troostwijk
  • A.M.E.A. Neuwahl
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep tegen wrakingsverzoek

In deze zaak heeft [appellant] op 3 februari 2013 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.C. Terwiel-Kuneman, die belast was met de behandeling van twee zaken. De rechtbank Haarlem heeft op 15 maart 2013 dit wrakingsverzoek afgewezen. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 3 oktober 2013, waarbij [appellant] aanwezig was. De Afdeling overweegt dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een partij elk van de rechters kan wraken op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, volgens artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb staat er geen rechtsmiddel open tegen de beslissing op een wrakingsverzoek. De Afdeling is in beginsel onbevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep, tenzij er sprake is van een evidente schending van fundamentele rechtsbeginselen of goede procesorde. De Afdeling concludeert dat [appellant] geen voldoende gronden heeft aangedragen om het appelverbod te doorbreken. De stelling dat de wrakingskamer het verzoek niet volledig heeft beoordeeld, wordt verworpen, omdat de wrakingskamer het verzoek gemotiveerd heeft afgewezen. De Afdeling verklaart zich uiteindelijk onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201302743/1/A3.
Datum uitspraak: 16 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de beslissing van de rechtbank Haarlem van 15 maart 2013 in zaak nr. 200242 / HA RK 13-8 op een verzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Procesverloop
Bij brief van 3 februari 2013 heeft [appellant] verzocht om wraking van mr. A.C. Terwiel-Kuneman (hierna: de rechter), belast met de behandeling van de zaken met nrs. 12/85 en 11/6726 door de meervoudige kamer.
Bij beslissing van 15 maart 2013 heeft de rechtbank dit verzoek van [appellant] afgewezen. Deze beslissing is aangehecht.
[appellant] heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 oktober 2013, waar [appellant] is verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Ingevolge artikel 8:18, vijfde lid, staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing op het verzoek om wraking.
2. [appellant] stelt dat aanleiding bestaat het appelverbod uit artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb te doorbreken en kennis te nemen van zijn tegen de beslissing van de rechtbank ingestelde hoger beroep, aangezien de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor en de rechterlijke motiveringsplicht heeft geschonden.
3. Gelet op het bepaalde in artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb is de Afdeling in beginsel onbevoegd om kennis te nemen van een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank op het verzoek om wraking. Dit lijdt slechts uitzondering (vergelijk de uitspraak van 1 augustus 2007 in zaak nr. 200608678/1; www.raadvanstate.nl), indien sprake is van een evidente schending van eisen van goede procesorde, dan wel van fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen.
3.1. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd wordt geen aanleiding gevonden voor het doorbreken van het appelverbod. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat hoge eisen worden gesteld aan de aanname van een schending van eisen van goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen.
De stelling van [appellant] dat de wrakingskamer van de rechtbank zijn verzoek niet in zijn geheel heeft bezien, mist feitelijke grondslag, nu de wrakingskamer zijn wrakingsverzoek gemotiveerd heeft afgewezen. Ook overigens is niet gebleken van een evidente schending van eisen van goede procesorde, dan wel fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen.
Het betoog faalt.
4. De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, ambtenaar van staat.
w.g. Troostwijk w.g. Neuwahl
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 oktober 2013
280-805.