ECLI:NL:RVS:2013:1495

Raad van State

Datum uitspraak
1 oktober 2013
Publicatiedatum
9 oktober 2013
Zaaknummer
201306885/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • J.S.S. Hupkes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Hoofddorp Centrum

Op 1 oktober 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen verzoekers, wonend te Hoofddorp, en de raad van de gemeente Haarlemmermeer. Dit verzoek volgde op het besluit van de raad van 13 juni 2013, waarbij het bestemmingsplan "Hoofddorp Centrum" werd vastgesteld. Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen dit besluit en vroegen de voorzitter om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 24 september 2013 ter zitting behandeld, waarbij verzoekers en de raad vertegenwoordigd waren.

In zijn overwegingen stelt de voorzitter dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij gaat er voorshands vanuit dat het beroep ontvankelijk zal zijn voor verzoeker, maar dat dit voor de andere verzoekers in de bodemprocedure aan de orde zal komen. Het bestemmingsplan voorziet in de bestemming "Kantoor" en de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 8", met de mogelijkheid om deze te wijzigen in "Gemengd - 6", wat de bouw van 500 woningen mogelijk maakt.

De voorzitter concludeert dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat er nog geen concrete plannen zijn om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid. Hij wijst erop dat de Afdeling naar verwachting al uitspraak zal doen in de bodemprocedure voordat de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast. Verzoekers kunnen zich in de toekomst opnieuw tot de voorzitter wenden als de situatie verandert. Uiteindelijk wijst de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201306885/2/R1.
Datum uitspraak: 1 oktober 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker] en anderen, allen wonend te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Haarlemmermeer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Hoofddorp Centrum" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 september 2013, waar [verzoeker] en anderen, in persoon van [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.M. van de Laar, advocaat te Haarlem, mr. M.H. Veen, drs. J.L.N.M. Poulssen en A. Breuer, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. De voorzitter gaat er voorshands vanuit dat het beroep ontvankelijk zal worden geacht voor zover ingediend door [verzoeker]. Of dat ook het geval is voor de andere verzoekers zal in de bodemprocedure aan de orde komen.
3. Het plan voorziet voor het gebied Beukenhorst-West onder meer in de bestemming "Kantoor" en de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 8". Met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid uit artikel 33 van de planregels kunnen de desbetreffende plandelen onder meer worden gewijzigd in de bestemming "Gemengd - 6" waarmee in 500 woningen kan worden voorzien.
4. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is naar voren gekomen dat het verzoek van [verzoeker] en anderen zich richt tegen de wijzigingsbevoegdheid. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt, aangezien eerst na het inwerkingtreden van een wijzigingsplan, waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, onomkeerbare gevolgen kunnen ontstaan en niet is gebleken dat op korte termijn gebruik zal worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid. De voorzitter neemt hierbij in aanmerking dat de raad ter zitting heeft aangegeven dat op dit moment nog geen concrete plannen bestaan om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid. Voorts is van belang dat de Afdeling naar verwachting voorafgaand aan de mogelijke toepassing van de wijzigingsbevoegdheid reeds uitspraak in de bodemprocedure heeft gedaan. Mocht toepassing van de wijzigingsbevoegdheid eerder aan de orde zijn, dan staat het [verzoeker] en anderen vrij om zich met een nieuw verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening tot de voorzitter te wenden. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Hupkes
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2013
635.