ECLI:NL:RVS:2013:1327
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- E.A. Binnema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening voor verklaring omtrent gedrag
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 september 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door [verzoeker], die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 27 augustus 2012 het beroep van [verzoeker] ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 28 maart 2012 had geweigerd om hem een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te verlenen. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van [verzoeker] op 4 juli 2012 ongegrond.
Tijdens de zitting op 12 september 2013 heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. [Verzoeker] was daarbij aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.D. Rijnsburger. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. L.C. van der Linden. De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om een VOG te verlenen in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep niet kon worden toegewezen. De voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure.
De voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek toe te wijzen, omdat niet vaststaat dat de eerdere uitspraak in de hoofdzaak niet in stand zal blijven. De belangenafweging tussen het belang van de samenleving en het belang van [verzoeker] leidde tot de afwijzing van het verzoek. Tevens is bepaald dat het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 232,00 zal worden terugbetaald, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.