ECLI:NL:RVS:2013:1313

Raad van State

Datum uitspraak
20 september 2013
Publicatiedatum
25 september 2013
Zaaknummer
201306390/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • L. Brand
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Blockhovepark te Heiloo

Op 13 mei 2013 heeft de raad van de gemeente Heiloo het bestemmingsplan "Blockhovepark" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, wonend te Heiloo, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld op 10 september 2013. Verzoekers zijn bijgestaan door hun advocaat, mr. Th.F. Roest, terwijl de raad vertegenwoordigd was door L. Bas. Ook de eigenaar van de gronden, waarop het beroep betrekking heeft, was aanwezig.

Verzoekers zijn van mening dat de bestemming "Tuin" die aan de gronden achter hun percelen is toegekend, niet passend is en dat er een groenbestemming moet worden toegewezen. Ze vrezen dat de bouwmogelijkheden binnen de bestemming "Tuin" hun woon- en leefklimaat zullen aantasten en stellen dat de procedure onzorgvuldig is verlopen. Om onomkeerbare gevolgen te voorkomen, hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening.

De eigenaar heeft ter zitting verklaard dat hij geen omgevingsvergunning voor bouwen zal aanvragen voordat er uitspraak is gedaan in de bodemzaak en dat er geen vergunningsvrije bouwwerken zullen worden opgericht. Ook heeft hij toegezegd dat er geen andere werkzaamheden ter uitvoering van de bestemming "Tuin" zullen plaatsvinden voor de uitspraak in de bodemzaak. De voorzitter concludeert dat er onder deze omstandigheden geen onomkeerbare gevolgen te verwachten zijn voordat de bodemprocedure is afgerond.

Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. De beslissing is op 20 september 2013 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201306390/2/R1.
Datum uitspraak: 20 september 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Heiloo,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Heiloo,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 mei 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Blockhovepark" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
Bij deze brief hebben [verzoeker] en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft [eigenaar] een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[verzoeker] en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 10 september 2013, waar [verzoeker] en anderen, bijgestaan door mr. Th.F. Roest, advocaat te Haarlem, en de raad, vertegenwoordigd door L. Bas, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord [eigenaar].
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actueel planologisch kader voor de woonwijk Blockhovepark in het noorden van Heiloo.
3. [verzoeker] en anderen kunnen zich niet verenigen met de bestemming "Tuin" die is toegekend aan de gronden achter hun percelen aan de Westerweg. Volgens hen is deze bestemming niet passend en dient een groenbestemming aan de gronden te worden toegekend. In dit verband betogen zij dat ten gevolge van de bouwmogelijkheden binnen de bestemming "Tuin" hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast. Daarnaast is de procedure volgens hen onzorgvuldig verlopen. Teneinde onomkeerbare gevolgen te voorkomen hebben [verzoeker] en anderen verzocht om een voorlopige voorziening.
4. De gronden waarop het beroep betrekking heeft zijn in eigendom van [eigenaar]. Ter zitting heeft [eigenaar] verklaard dat hij voordat uitspraak is gedaan in de bodemzaak geen omgevingsvergunning voor bouwen zal aanvragen en dat er voor die tijd geen vergunningsvrije bouwwerken zullen worden opgericht. Voorts heeft hij toegezegd dat er voor de uitspraak in de bodemzaak evenmin andere werkzaamheden ter uitvoering van de bestemming "Tuin" zullen worden verricht. Daarnaast heeft [eigenaar] naar voren gebracht niet voornemens te zijn de eigendom van de gronden over te dragen. Onder deze omstandigheden zijn er naar het oordeel van de voorzitter geen onomkeerbare gevolgen te verwachten voordat uitspraak is gedaan in de bodemzaak.
5. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek dient te worden afgewezen.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L. Brand, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Brand
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 september 2013
575.