ECLI:NL:RVS:2013:1302
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- W.D.M. van Diepenbeek
- A. Bijleveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening en bodemzaak inzake wijzigingsplan Voormalige bibliotheek Vishalstraat Zoutkamp
Op 1 mei 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van de Marne het wijzigingsplan "Voormalige bibliotheek Vishalstraat Zoutkamp" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellante, wonend te Zoutkamp, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 3 september 2013 ter zitting behandeld, waar de appellante werd bijgestaan door een gemachtigde en het college vertegenwoordigd was door W.K. de Wind en C.M. Bakema. Tijdens de zitting gaven partijen toestemming voor onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak.
De voorzitter oordeelde dat nader onderzoek niet nodig was en dat er geen beletsel was om onmiddellijk uitspraak te doen. Het wijzigingsplan biedt een juridisch-planologisch kader voor de realisatie van een woning met een bed & breakfast en een aan huis gebonden bedrijf in de voormalige bibliotheek. De appellante verzet zich tegen de wijziging van het bouwvlak, dat ten westen van haar woning is verlegd, en vreest voor de gevolgen voor de bezonning en het uitzicht vanuit haar woning, alsook voor een mogelijke waardedaling van haar woning.
De voorzitter concludeerde dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan bijdraagt aan een goede ruimtelijke ordening. Het college had medewerking verleend aan de plannen om verpaupering door leegstand te voorkomen en had het bouwvlak al in westelijke richting verplaatst om de gevolgen voor de appellante te beperken. De voorzitter oordeelde dat er geen grond was voor de verwachting dat de waarde van de woning van de appellante zodanig zou dalen dat het college hieraan meer gewicht had moeten toekennen dan aan de belangen van de realisatie van het plan.
Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.