ECLI:NL:RVS:2013:1199

Raad van State

Datum uitspraak
13 september 2013
Publicatiedatum
18 september 2013
Zaaknummer
201305317/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • W.S. van Helvoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Rietdijk Peelstraat, Vorstenbosch

Op 18 april 2013 heeft de raad van de gemeente Bernheze het bestemmingsplan "Rietdijk Peelstraat, Vorstenbosch" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers, allen gevestigd of wonend te Vorstenbosch, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 2 september 2013 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren de verzoekers, vertegenwoordigd door gemachtigden en bijgestaan door belangstellenden, aanwezig. Ook was de commanditaire vennootschap Ruimte voor Ruimte I C.V. vertegenwoordigd door C.J.M. Swart als partij aanwezig.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel over het verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van twaalf nieuwe woningen en een uitwerkingsbevoegdheid voor twee woningen. Verzoekers hebben gevreesd voor onomkeerbare gevolgen van de uitvoering van het plan en hebben daarom om een voorlopige voorziening gevraagd. De voorzitter heeft vastgesteld dat er geen omgevingsvergunningen zijn aangevraagd en dat er geen concrete voornemens bestaan om dit te doen. Dit, in combinatie met de contractuele afspraken dat er geen omgevingsvergunningen zullen worden aangevraagd voordat het plan in rechte onaantastbaar is, heeft geleid tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang is bij het verzoek.

De voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en opgemerkt dat verzoekers een nieuw verzoek kunnen indienen als er toch een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voordat op hun beroep is beslist. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 september 2013.

Uitspraak

201305317/2/R3.
Datum uitspraak: 13 september 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, alle gevestigd dan wel wonend te Vorstenbosch, gemeente Bernheze,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Bernheze,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 april 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Rietdijk Peelstraat, Vorstenbosch" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 september 2013, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], bijgestaan door [belangstellenden], zijn verschenen. Voorts is ter zitting de commanditaire vennootschap Ruimte voor Ruimte I C.V., vertegenwoordigd door C.J.M. Swart, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in twaalf nieuwe woningen bij recht en een uitwerkingsbevoegdheid voor twee woningen tegenover het timmerbedrijf van [verzoeker] en anderen op het perceel [locatie] te Vorstenbosch.
3. [verzoeker] en anderen hebben verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening om onomkeerbare gevolgen van de uitvoering van het plan te voorkomen.
4. Niet gebleken is dat omgevingsvergunningen zijn aangevraagd, dan wel daartoe concrete voornemens bestaan. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting acht de voorzitter het voorts niet aannemelijk dat bij de gronden betrokken partijen, onder wie Ruimte voor Ruimte I C.V., omgevingsvergunningen zullen aanvragen voordat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, nu contractueel is geregeld dat geen omgevingsvergunningen zullen worden aangevraagd voordat het plan in rechte onaantastbaar is.
Onder deze omstandigheden acht de voorzitter de theoretische mogelijkheid dat een omgevingsvergunning zou kunnen worden aangevraagd onvoldoende om aan te nemen dat met het verzoek een spoedeisend belang is gemoeid, zodat het verzoek dient te worden afgewezen.
De voorzitter wijst erop dat [verzoeker] en anderen een nieuw verzoek om voorlopige voorziening kunnen indienen in het geval ondanks het voorgaande een omgevingsvergunning zou worden aangevraagd voordat op hun beroep is beslist.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Van Helvoort
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 september 2013