ECLI:NL:RVS:2012:BY6773

Raad van State

Datum uitspraak
19 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201206566/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • S. Zwemstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vaststelling bestemmingsplan 'Lus van Linne' door de raad van de gemeente Roermond

In deze zaak heeft de Raad van State op 19 december 2012 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen het besluit van de raad van de gemeente Roermond, dat op 10 mei 2012 het bestemmingsplan 'Lus van Linne' heeft vastgesteld. De appellant, wonend te Roermond, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar de raad heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer, die de zaak op 5 december 2012 ter zitting heeft behandeld. De appellant was aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de raad, drs. C.J. Jansen en mr. C.H.G. Goessens, beiden werkzaam bij de gemeente.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het bestemmingsplan een planologische regeling voorziet voor de grootste meander in de Maas, gelegen ten zuiden van Roermond. De Afdeling heeft vervolgens de juridische voorwaarden voor het indienen van beroep tegen een bestemmingsplan beoordeeld. Volgens artikel 8.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kan uitsluitend een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit inzake de vaststelling van een bestemmingsplan. De Afdeling heeft vastgesteld dat de appellant, die op een afstand van ten minste 5 km van het plangebied woont en geen zicht heeft op het plangebied, niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De afstand en de aard van de ruimtelijke ontwikkelingen zijn volgens de Afdeling te groot om een rechtstreeks betrokken belang aan te nemen.

De conclusie was dat de appellant geen belanghebbende is bij het bestreden besluit en dat hij daarom geen beroep kan instellen. Het beroep is derhalve niet-ontvankelijk verklaard. De Afdeling heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin.

Uitspraak

201206566/1/R1.
Datum uitspraak: 19 december 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Roermond,
en
de raad van de gemeente Roermond,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 10 mei 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Lus van Linne" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 december 2012, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door drs. C.J. Jansen en                mr. C.H.G. Goessens, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    Het bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling voor de grootste meander in de Maas, gelegen ten zuiden van Roermond, genaamd "Lus van Linne".
2.    Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) kan uitsluitend een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit inzake vaststelling van een bestemmingsplan.     Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De wetgever heeft deze eis gesteld om te voorkomen dat een ieder, in welke hoedanigheid ook, of een persoon met slechts een verwijderd of indirect belang als belanghebbende zou moeten worden beschouwd en beroep zou kunnen instellen. Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit. Een louter subjectief gevoel van betrokkenheid bij een besluit, hoe sterk dat gevoel ook is, is daarvoor niet voldoende.
2.1.    [appellant] woont op een afstand van ten minste 5 km van het plangebied. Vanuit zijn woning heeft hij geen zicht op het plangebied. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die in het plangebied mogelijk worden gemaakt is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. Voorts heeft [appellant] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. De omstandigheid dat [appellant] beschikt over een controlepas sportvisserij en over een Maasplassenvergunning en regelmatig vist in de plassen behorende bij dit plan, is niet toereikend voor het oordeel dat hij niettemin belanghebbende is.
2.2.    De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat hij daartegen ingevolge artikel 8:2, eerste lid, van de Wro geen beroep kan instellen.
3.    Het beroep is niet-ontvankelijk.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen    w.g. Zwemstra
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 december 2012
91-770.