ECLI:NL:RVS:2012:BY6733

Raad van State

Datum uitspraak
19 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201204479/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursdwang opgelegd door college van burgemeester en wethouders van Slochteren voor verwijdering van units

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Slochteren. Op 9 november 2011 heeft het college appellanten gelast om twee units op een perceel in Slochteren te verwijderen en verwijderd te houden, onder oplegging van bestuursdwang. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 22 februari 2012 ongegrond verklaard. Hierop hebben appellanten beroep ingesteld bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen, die op 3 april 2012 het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak hebben appellanten hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 4 december 2012 hebben appellanten, vertegenwoordigd door W.F. Olde Kalter, hun standpunt toegelicht. Zij betogen dat het college ten onrechte niet alle relevante stukken aan de voorzieningenrechter heeft gezonden, waaronder verslagen van besprekingen met gemeentelijke functionarissen. Appellanten stellen dat hierdoor de voorzieningenrechter onvoldoende was voorgelicht, wat hun kansen op een succesvolle uitkomst zou hebben geschaad.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat er geen grond is voor het oordeel dat de voorzieningenrechter niet over voldoende informatie beschikte om een weloverwogen beslissing te nemen. Het betoog van appellanten faalt, en het hoger beroep wordt ongegrond verklaard. De aangevallen uitspraak van de voorzieningenrechter wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 19 december 2012.

Uitspraak

201204479/1/A1.
Datum uitspraak: 19 december 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], beiden wonend te [woonplaats], gemeente Slochteren,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen van 3 april 2012 in zaken nrs. 12/248 en 12/322 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Slochteren.
Procesverloop
Bij besluit van 9 november 2011 heeft het college [appellanten] onder oplegging van bestuursdwang gelast twee units op het perceel [locatie] te [plaats] te verwijderen en verwijderd te houden.
Bij besluit van 22 februari 2012 heeft het college het door [appellanten] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 3 april 2012 heeft de voorzieningenrechter het door [appellanten] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 december 2012, waar [appellanten], vertegenwoordigd door W.F. Olde Kalter, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    [appellanten] betogen dat het college ten onrechte niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de voorzieningenrechter heeft gezonden, waaronder verslagen van hun besprekingen met de burgemeester, een wethouder en een ambtenaar van de gemeente, zodat het beroep reeds om die reden gegrond had dienen te worden verklaard.
1.1.    In hetgeen [appellanten] hebben aangevoerd, bestaat geen grond voor het oordeel dat de voorzieningenrechter onvoldoende was voorgelicht doordat hij niet over bepaalde stukken beschikte. Evenmin bestaat aanleiding voor het oordeel dat zij hun beroep gelet hierop niet voldoende hebben kunnen toelichten.
Het betoog faalt.
2.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, ambtenaar van staat.
w.g. Bijloos    w.g. Van Driel
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 december 2012
414-761.