Overwegingen
1. Onder de staatssecretaris wordt tevens verstaan: diens rechtsvoorganger.
2. Hetgeen de vreemdeling in de eerste en tweede grief heeft aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vw 2000 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
3. In haar derde grief klaagt de vreemdeling dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat de staatssecretaris bij zijn standpunt, dat artikel 64 van de Vw 2000 niet op de vreemdeling van toepassing is, in aanmerking heeft kunnen nemen dat onvoldoende aanknopingspunten bestaan om een advies aan het Bureau Medische Advisering (hierna: het BMA) te vragen, nu uit de overgelegde informatie niet blijkt dat haar HIV-infectie zich heeft ontwikkeld tot de ziekte AIDS, niet is gedocumenteerd dat in verband met die ziekte een behandeling is gestart en voorts niet is gestaafd dat het gelet op de gezondheidstoestand van de vreemdeling niet verantwoord is om te reizen. De vreemdeling betoogt dat de voorzieningenrechter aldus heeft miskend dat het aan hem noch aan de staatssecretaris is om de overgelegde medische informatie zelf te interpreteren. Nu daaruit blijkt dat zij voor haar HIV-infectie wordt behandeld met medicatie, had de staatssecretaris het BMA moeten inschakelen om te bepalen wat de gevolgen zullen zijn van het stopzetten van die behandeling, aldus de vreemdeling.
3.1. Volgens paragraaf A4/7.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 blijft uitzetting op grond van artikel 64 van de Vw 2000 achterwege indien de medisch adviseur te kennen geeft dat het wegens de gezondheidstoestand van de vreemdeling niet verantwoord is om te reizen of de stopzetting van de medische behandeling een medische noodsituatie zal doen ontstaan en de medische behandeling van de desbetreffende medische klachten niet kan plaatsvinden in het land van herkomst of een ander land waarnaar de vreemdeling kan vertrekken.
3.2. Ter staving van haar medische situatie heeft de vreemdeling haar patiëntdossier bij het Gezondheidscentrum asielzoekers overgelegd. Hierin is vermeld dat tijdens het verblijf van de vreemdeling in Griekenland is vastgesteld dat zij is besmet met het HIV-virus en dat in dat land is begonnen met een behandeling met het medicijn Atripla. Voorts blijkt daaruit dat de vreemdeling zich bij het Gezondheidscentrum asielzoekers heeft gemeld omdat haar medicijnen bijna op zijn en is doorverwezen naar het ziekenhuis in Musselkanaal om de HIV-behandeling voort te zetten.
3.3. De staatssecretaris heeft zich in het besluit op het standpunt gesteld dat de vreemdeling slechts heeft gestaafd dat zij is besmet met het HIV-virus en niet dat deze infectie zich inmiddels heeft ontwikkeld tot de ziekte AIDS. Voorts is er volgens de staatssecretaris geen aanleiding om het BMA om advies te vragen, nu de vreemdeling niet heeft gedocumenteerd dat een behandeling is gestart. Ter zitting bij de voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris nog naar voren gebracht dat er geen indicaties zijn dat de vreemdeling niet kan reizen of dat een medische noodsituatie zal ontstaan.
3.4. Uit het patiëntdossier blijkt weliswaar niet dat de vreemdeling ten tijde van belang in Nederland onder specialistische behandeling stond voor haar HIV-infectie, maar daarin is wel vermeld dat zij al in Griekenland was begonnen met een behandeling met het medicijn Atripla. Nu aldus, anders dan waarvan de staatssecretaris is uitgegaan, de vreemdeling voor haar HIV-infectie een behandeling onderging, had het op de weg van de staatssecretaris gelegen het BMA de vraag voor te leggen of een medische noodsituatie zal ontstaan, indien deze behandeling in het land van herkomst niet zou kunnen worden voortgezet. Ook de vraag of de vreemdeling in staat is om te reizen vergt onder de gegeven omstandigheden een medische beoordeling die de staatssecretaris niet zelfstandig kan maken. De grief slaagt.