ECLI:NL:RVS:2012:BY3696

Raad van State

Datum uitspraak
15 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201208278/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Water in stadsdeel Centrum

Op 15 november 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Amsterdam, en de deelraad van het stadsdeel Centrum. Het verzoek volgde op een besluit van de deelraad van 26 juni 2012, waarbij het bestemmingsplan "Water" werd vastgesteld. De verzoeker richtte zich specifiek tegen het plandeel met de bestemming "Water" voor de Geldersekade, met de vrees dat de inwerkingtreding van dit plandeel zou leiden tot onomkeerbare ontwikkelingen, zoals de verplaatsing van woonboten naar de gracht van de Geldersekade.

Tijdens de zitting op 6 november 2012 heeft de deelraad, vertegenwoordigd door mr. A.J.A.P. Peters en Q.W.N. Niessen, toegelicht dat de inwerkingtreding van het plan geen verandering aanbrengt in de reeds bestaande planologische mogelijkheden voor woonboten in het betreffende deel van de Geldersekade. Het plan voorziet bij recht in zes ligplaatsen voor woonboten, wat overeenkomt met de eerder geldende bestemmingsplannen. De voorzitter oordeelde dat er geen spoedeisend belang bestond bij het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien de inwerkingtreding van het plan niet leidt tot een toename van het aantal ligplaatsen voor woonboten.

De voorzitter heeft het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 15 november 2012, door mr. Th.G. Drupsteen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat.

Uitspraak

201208278/2/R1.
Datum uitspraak: 15 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Amsterdam,
en
de deelraad van het stadsdeel Centrum,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 juni 2012 heeft de deelraad het bestemmingsplan "Water" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 november 2012, waar de deelraad, vertegenwoordigd door mr. A.J.A.P. Peters en Q.W.N. Niessen, werkzaam bij het stadsdeel, is verschenen.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor het gehele oppervlaktewater van het stadsdeel Centrum, waarbij de plangrens de grens tussen land en water vormt.
3.    [verzoeker] richt zich tegen het plandeel met de bestemming "Water" voor de Geldersekade. [verzoeker] beoogt met zijn verzoek onomkeerbare ontwikkelingen ten gevolge van de inwerkingtreding van dit plandeel te voorkomen. [verzoeker] betoogt dat met de inwerkingtreding van het plan woonboten kunnen worden verplaatst naar de gracht van de Geldersekade.
3.1.    De raad heeft ter zitting toegelicht dat de inwerkingtreding van het plan geen verandering aanbrengt in de reeds bestaande planologische mogelijkheden ten aanzien van woonboten voor het deel van de Geldersekade waar [verzoeker] woonachtig is. In de voorheen geldende bestemmingsplannen "Nieuwmarkt 2004", "Burgwallen" en "Geldersekade t.o. 67-73" zijn voor dit deel van de Geldersekade zes ligplaatsen voor woonboten voorzien. Het onderhavige plan voorziet eveneens bij recht in zes ligplaatsen voor woonboten voor dit deel van de Geldersekade. Het plan biedt weliswaar de mogelijkheid om extra ligplaatsen toe te voegen, maar hiervoor dient toepassing te worden gegeven aan de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Nu de inwerkingtreding van het plan niet bij recht voorziet in een toename van het aantal ligplaatsen voor woonboten voor het deel van de Geldersekade waar [verzoeker] woonachtig is, bestaat geen spoedeisend belang bij het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Er bestaat derhalve aanleiding dit verzoek af te wijzen.
4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat.
w.g. Drupsteen    w.g. Schaaf
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 november 2012
523.