ECLI:NL:RVS:2012:BY3680

Raad van State

Datum uitspraak
13 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201207762/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Albrandswaardsedijk 43

In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het bestemmingsplan "Albrandswaardsedijk 43", vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard op 11 juni 2012. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 november 2012 uitspraak gedaan. De verzoekers, wonend in Poortugaal, hebben bezwaar gemaakt tegen de ontsluiting van het plangebied via de Albrandswaardsedijk, die volgens hen leidt tot verkeersonveilige situaties. Tijdens de zitting op 15 oktober 2012 zijn de verzoekers vertegenwoordigd door gemachtigden, terwijl de raad werd bijgestaan door C.A. de Klerk-Verbeek en mr. M. Visser. Ook stichting WISH was ter zitting aanwezig.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De raad heeft aangegeven dat de omgevingsvergunning voor de sloop en bouw al onherroepelijk is, wat betekent dat schorsing van het bestemmingsplan de werkzaamheden niet kan tegenhouden. De voorzitter heeft de argumenten van de verzoekers, die zich vooral richten op de ontsluitingsweg, in overweging genomen. De raad heeft gesteld dat de verkeerssituatie op de Albrandswaardsedijk geschikt is voor de verwachte verkeersbewegingen en dat de voorgestelde ontsluiting veilig kan worden gerealiseerd.

Uiteindelijk heeft de voorzitter geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de verkeersveiligheid niet in het geding lijkt te zijn en de verzoekers niet overtuigend hebben aangetoond dat de voorgestelde ontsluiting onveilig zou zijn. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen, en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken.

Uitspraak

201207762/2/R4.
Datum uitspraak: 13 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
en
de raad van de gemeente Albrandswaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 juni 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Albrandswaardsedijk 43" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 oktober 2012, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], de raad, vertegenwoordigd door C.A. de Klerk-Verbeek, bijgestaan door mr. M. Visser, zijn verschenen. Voorts is ter zitting stichting WISH, vertegenwoordigd door A. Kuiper, als partij gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het plan voorziet in de mogelijkheid tot het realiseren van vijftien wooneenheden met gemeenschappelijke ruimten in een hoofdgebouw (het zogenoemde WISH-huis), een fietsenstalling, twee parkeerterreinen met in totaal zestien parkeerplaatsen en een voetpad dat ontsloten zal worden aan de Snip. De wooneenheden zijn bedoeld voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking.
3.    De raad heeft ter zitting naar voren gebracht dat de omgevingsvergunning voor het slopen van de bestaande bebouwing en het bouwen van het woongebouw, zoals dat door het plan mogelijk wordt gemaakt, is verleend en inmiddels onherroepelijk is, zodat schorsing van het bestemmingsplan niet kan voorkomen dat de werkzaamheden met betrekking tot de sloop en het bouwen zullen aanvangen.
4.    [verzoeker] en anderen wonen tegenover het plangebied en hebben ter zitting gesteld dat hun verzoek niet zozeer is gericht tegen het bouwen van de wooneenheden, maar met name tegen de door de raad voorziene ontsluitingsweg op de Albrandswaardsedijk. Zij stellen dat deze ontsluiting tot verkeersonveilige situaties zal leiden, door de haakse bocht op de Albrandswaardsedijk, de omstandigheid dat deze deels over een drukke fietsroute loopt en door het hoogteverschil ten opzichte van de Albrandswaardsedijk. Zij voeren voorts aan dat de Albrandswaardsedijk de afwikkeling van een toename van het verkeer ten gevolge van de in het plan voorziene ontwikkelingen niet aankan. [verzoeker] en anderen wijzen erop dat in artikel V.2, aanhef en onder h, van het vigerende bestemmingsplan "Poortugal Dorp" staat dat bij wijziging van de bestemming van de desbetreffende gronden ten behoeve van woningbouw ontsluiting zal plaatsvinden via 't Wiel. Een ontsluiting benedendijks op 't Wiel is volgens [verzoeker] en anderen veiliger dan een ontsluiting bovendijks. [verzoeker] en anderen wensen op dit punt in de bodemprocedure nog een verkeersveiligheidsonderzoek in te brengen waarin ook het voetpad dat ontsloten zal worden op de Snip wordt onderzocht. Zij verzoeken dan ook het plan te schorsen, zodat het aanleggen van een ontsluitingsweg op de Albrandswaardsedijk en het ontstaan van verkeersonveilige situaties ter plaatse wordt voorkomen.
4.1.    De verbeelding bevat de bestemming "Wonen". Ingevolge artikel 4, lid 4.1.1, van de planregels zijn de voor "Wonen" aangewezen gronden bestemd voor:
(..)
k. perceelsontsluitingswegen.
4.2.     De raad heeft ter zitting uiteengezet dat het de voorkeur heeft om de ontsluiting van het WISH-huis bovendijks op de Albrandswaardsedijk te situeren, zoals aangegeven in het bouwplan, omdat zich daar al een ontsluiting bevindt. Deze ontsluiting zal volgens de raad worden omgelegd en geoptimaliseerd. Het is volgens de raad niet wenselijk om de ontsluiting benedendijks aan te leggen, omdat deze dan over het parkeerterrein van het nabijgelegen verpleegtehuis loopt. De raad stelt dat op de Albrandswaardsedijk een snelheid geldt van 30 km per uur en dat de weg geschikt is voor het afwikkelen van 4.000 tot 5.000 motorvoertuigbewegingen per etmaal. De voorziene ontwikkeling leidt volgens de raad tot een toename van 20 verkeersbewegingen per dag. Gelet op de 900 verkeersbewegingen per etmaal op de Albrandswaardsedijk in de huidige situatie zal deze beperkte toename volgens de raad niet tot verkeersonveilige situaties leiden.
4.3.    De voorzitter is er niet van overtuigd, mede gelet op de capaciteit van de weg en de beperkte toename van het aantal verkeersbewegingen als gevolg van het plan, dat geen veilige ontsluiting van het WISH-huis mogelijk is. Daarbij neemt de voorzitter in aanmerking dat de precieze situering van  de ontsluiting niet in het plan is geregeld en dat het plan er niet aan in de weg staat dat de ontsluiting benedendijks wordt gerealiseerd zoals [verzoeker] en anderen wensen. Onder de gegeven omstandigheden en bij afweging van alle betrokken belangen ziet de voorzitter geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening teneinde een onomkeerbare situatie te voorkomen.
5.    Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Gerkema, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen    w.g. Gerkema
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 november 2012
472-632.