Overwegingen
1. Het eerste onderdeel van hetgeen als enige grief is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 voldoet, kan, gelet op de uitspraak van de Afdeling van 19 april 2012 in zaak nr. 201109724/1/V2 (www.raadvanstate.nl), niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2. In het tweede onderdeel van de grief klaagt de minister dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het MediFirst-advies van
10 november 2011 niet inzichtelijk is en hij niet heeft voldaan aan de op hem rustende vergewisplicht nu hij naar aanleiding van dat advies geen nader onderzoek heeft laten doen. Daartoe betoogt hij dat uit de antwoorden op de vragen in het MediFirst-advies reeds blijkt dat dit advies inzichtelijk en concludent is, en dat hij voorts tijdens het nader gehoor rekening heeft gehouden met de door MediFirst geconstateerde medische problematiek die van invloed kon zijn op de verklaringen van de vreemdeling.
2.1. De minister heeft de vreemdeling voor indiening van zijn asielaanvraag medisch laten onderzoeken door MediFirst. De resultaten van dit onderzoek, waarbij de vreemdeling is gezien door een verpleegkundige, zijn weergegeven in het MediFirst-advies, dat mede is ondertekend door een medisch adviseur. Daarin is vermeld dat sprake is van medische problematiek die van invloed kan zijn op de verklaringen van de vreemdeling, maar dat de vreemdeling wel kan worden gehoord. De vreemdeling reageert afwisselend adequaat op vragen en verzandt dan weer in een woordenbrij, waar geen touw aan vast te knopen is, zodat hij regelmatig bij de les dient te worden gehouden, aldus het advies. Voorts is aldaar vermeld dat de vreemdeling zegt enkele malen per dag stemmen te horen die hem bepaalde antwoorden ingeven en dat hij bekend is bij het Gezondheidscentrum Asielzoekers voor psychofarmaca.
2.2. In het besluit van 25 november 2011 heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat geen aanleiding bestaat de conclusie van het MediFirst-advies te herzien. Dat advies vermeldt immers dat de vreemdeling gehoord kan worden, zodat hij daar ten tijde van het nader gehoor vanuit kon gaan. Voorts heeft hij blijkens het rapport van het nader gehoor met de door MediFirst geconstateerde beperking van de vreemdeling voldoende rekening gehouden. Bovendien heeft hij eveneens met de beperkingen van de vreemdeling rekening gehouden door diens verklaringen over hetgeen kort voor zijn vertrek uit zijn land van herkomst heeft plaatsgevonden geloofwaardig te achten en te beoordelen op zwaarwegendheid, aldus de minister.
2.3. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer bij uitspraak van 5 april 2011 in zaak nr. 201009709/1/V2; www.raadvanstate.nl), dient de minister, indien en voor zover hij een MediFirst-advies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, zich er ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) van te vergewissen dat dit advies - naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is.
Indien de minister heeft voldaan aan de aldus op hem rustende vergewisplicht, kan een vreemdeling de uitkomst van een MediFirst-advies nog slechts succesvol bestrijden door overlegging van een andersluidend deskundigenadvies.
2.4. Met het oog op de door MediFirst te bieden dienstverlening is door MediFirst, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen het Protocol Medisch advies Horen en Beslissen (hierna: het protocol) vastgesteld. Paragraaf 2.4 van het protocol luidt:
"In het advies wordt beargumenteerd weergegeven hoe de verpleegkundige en de medisch adviseur tot een bepaalde conclusie zijn gekomen:
- In het advies is op heldere en consistente wijze uiteengezet op welke gronden het advies is gebaseerd;
- De in de uiteenzetting genoemde gronden vinden op hun beurt aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen, vermeld in het advies;
- Bedoelde gronden kunnen de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen."
In het MediFirst-advies is, in afwijking van hetgeen daarover in paragraaf 2.4 van het protocol is vermeld, geen motivering gegeven van de conclusie dat de vreemdeling, ondanks de geconstateerde medische problematiek die van invloed kan zijn op zijn verklaringen, gehoord kan worden. Het MediFirst advies, zoals hierboven weergegeven in 2.1., is derhalve niet inzichtelijk. Door ter zake geen nader onderzoek te laten doen, heeft de minister, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, niet voldaan aan de ingevolge artikel 3:2 van de Awb op hem rustende vergewisplicht.
Het tweede onderdeel van de grief faalt reeds hierom.
3. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. De minister, thans de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dient op navolgende wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.