ECLI:NL:RVS:2012:BY3368
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdijk
- C.J. Borman
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging van de bewaringsmaatregel van een vreemdeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, die op 1 oktober 2012 het beroep van de vreemdeling tegen het verlengingsbesluit van de bewaringsmaatregel ongegrond verklaarde. De vreemdeling was in bewaring gesteld en de termijn van deze maatregel was verlengd met maximaal twaalf maanden. De vreemdeling stelde dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om zijn beroep tegen het verlengingsbesluit nader toe te lichten, wat volgens hem leidde tot een onzorgvuldige uitspraak van de rechtbank.
De Raad van State oordeelt dat de rechtbank in strijd heeft gehandeld met het beginsel van bestuursprocesrecht door de vreemdeling niet schriftelijk in de gelegenheid te stellen zijn gronden kenbaar te maken. De rechtbank had de vreemdeling de kans moeten geven om zijn argumenten tegen het verlengingsbesluit te verduidelijken, vooral omdat het beroepschrift geen gronden bevatte. Dit gebrek in de procedure heeft geleid tot een onzorgvuldige beoordeling van de zaak.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen van de Raad. Tevens worden de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op € 437,00, met de instructie dat de rechtbank beslist over de vergoeding van deze kosten.