201204944/1/R3.
Datum uitspraak: 14 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Berkel-Enschot, gemeente Tilburg,
de raad van de gemeente Tilburg,
verweerder.
Bij besluit van 19 maart 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Enschot 2008, 2e herziening (Craenweide 15)" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 oktober 2012, waar [appellant] en anderen, van wie [appellant] en [andere appellant] in persoon, en de raad, vertegenwoordigd door mr. W.J. Beex en ir. H. Smith, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij] gehoord.
1. Het plan voorziet in de bouw van een seniorenwoning op het perceel Craenweide 15 te Berkel-Enschot.
2. [appellant] en anderen betogen dat de raad het plan ten onrechte heeft vastgesteld. Hiertoe voeren zij aan dat onvoldoende is onderbouwd dat behoefte aan de voorziene seniorenwoning bestaat. Voorts blijft de op het perceel Craenweide 15 aanwezige treurwilg ten onrechte niet behouden. Verder is het plan in strijd met de nota "Gereedschapskist dorps milieu" (hierna: nota Gereedschapskist). Daarnaast zijn de sloot en de ontsluiting van het plangebied ten onrechte niet in het plan opgenomen. Tot slot is er geen beeldkwaliteitsplan voor de voorziene seniorenwoning opgesteld, waardoor een woning kan worden gerealiseerd die niet in de omgeving past. Gezien het feit dat de seniorenwoning zichtbaar zal zijn vanaf woningen die in het plangebied van het bestemmingsplan "Enschotsebaan Berkel-Enschot" staan, wensen [appellant] en anderen dat het beeldkwaliteitsplan "Overhoek Enschotsebaan Berkel-Enschot Gemeente Tilburg" dat voor die woningen geldt, ook van toepassing zal zijn op dit plan.
Ter zitting is de beroepsgrond betreffende twee parkeerplaatsen ingetrokken.
2.1. De raad stelt zich op het standpunt dat er weliswaar in de directe omgeving reeds seniorenwoningen worden ontwikkeld, maar dit niet afdoet aan het feit dat er behoefte aan seniorenwoningen in Berkel-Enschot bestaat. Voorts heeft [partij], de initiatiefnemer van de seniorenwoning, toegezegd zich in te willen zetten voor behoud van de treurwilg, maar kan hij dit niet garanderen. De treurwilg is niet monumentaal of beeldbepalend en derhalve kan voor de kap van deze boom een omgevingsvergunning worden aangevraagd. In de nota Gereedschapskist zijn criteria opgenomen voor het aansluiten van een nieuwbouwwijk bij de bestaande bebouwing in Tilburg. Voorts ziet het beeldkwaliteitsplan niet op het plangebied, maar onder meer op de ontwikkeling van het gebied dat onder het plan "Enschotsebaan Berkel-Enschot" valt. De seniorenwoning hoeft derhalve niet aan het beeldkwaliteitsplan te voldoen. Daarnaast heeft de welstandscommissie een positief oordeel over het bouwplan gegeven.
2.2. Het betoog dat de raad onvoldoende heeft onderbouwd dat er behoefte aan de seniorenwoning bestaat, faalt. De raad heeft zich blijkens paragraaf 4.4.2 van de plantoelichting gebaseerd op het kwalitatief woningbehoefte-onderzoek gemeente Tilburg 2008. Hieruit volgt dat het plan goed aansluit bij de vraag in de markt. In Berkel-Enschot bestaat een tekort van in totaal 711 woningen op basis van vraag en aanbod. Dit tekort doet zich onder meer voor bij vrijstaande koopwoningen voor senioren. In paragraaf 4.4.4 van de plantoelichting is voorts opgenomen dat het aanbod van levensloopbestendige woningen dient te worden vergroot. Het feit dat er tevens seniorenwoningen in de omgeving worden gebouwd doet hier niet aan af.
2.3. De vragen of een omgevingsvergunning nodig is indien de treurwilg in verband met de voorziene bebouwing niet behouden kan blijven en zo ja, of deze kan worden verleend, komen in beginsel pas aan de orde in de procedure omtrent de omgevingsvergunning. Nu de treurwilg niet monumentaal of zeer waardevol is, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het belang van [appellant] en anderen bij het behoud van de treurwilg niet zodanig is dat voor deze boom afzonderlijk een beschermingsregime in het plan had moeten worden opgenomen. Het betoog faalt.
2.4. De nota Gereedschapkist pleit voor variatie en individualiteit bij de verkaveling en bebouwing om uniformiteit te voorkomen. Hierbij is het uitgangspunt dat 'dorps' wordt gebouwd, wat wordt omschreven als: "gemengd wonen, werken en voorzieningen in een lage dichtheid, combinatie van redelijke nabijheid en matige bereikbaarheid". Uit de nota Gereedschapkist volgt dat naarmate de bebouwing dichter bij de rand van een dorp is gelegen, de bebouwingsdichtheid lager wordt en de kavels ruimer. Daarnaast dient de kavelbreedte in een straat afgewisseld te worden en de afstand tussen bebouwing variabel te zijn. Voorts is een menging van woningtypen en menging van woningen naar sector, prijsklasse en doelgroep wenselijk. Dit leidt tot een meer heterogene bevolkingssamenstelling. Daarnaast wordt vastgesteld dat er in dorpen oorspronkelijk veel bebouwing op ruime, groene kavels was, maar grondschaarste inmiddels een groter probleem is geworden. Hierdoor worden de kavelafmetingen steeds kleiner. Een te grote woning op een te kleine kavel oogt echter niet dorps.
Na afsplitsing van de kavel resteert een perceel van circa 580 m² voor de woning Craenweide 15 en een perceel van circa 400 m² voor de seniorenwoning. Gelet hierop bestaat geen grond voor het oordeel dat het plan in strijd met de nota Gereedschapskist is vastgesteld. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat uit deze nota niet volgt dat, zoals [appellant] en anderen stellen, als uitgangspunt grote percelen en minder woningen dan in het Ontwikkelingsplan "Overhoek Berkel-Enschot" heeft te gelden en er naar wordt gestreefd om per kadastraal perceel slechts één woning te bouwen. Het betoog faalt.
2.5. De aan te leggen dam met duiker, waarmee de seniorenwoning op de Goudrenet wordt ontsloten, ligt buiten het plangebied zodat het betoog van [appellant] en anderen dient te worden opgevat als een bezwaar tegen de grenzen van het plangebied. De Afdeling stelt voorop dat, gelet op de systematiek van de Wet ruimtelijke ordening, de raad beleidsvrijheid toekomt bij het bepalen van de begrenzingen van een bestemmingsplan. Deze vrijheid strekt echter niet zo ver dat de raad een begrenzing kan vaststellen die in strijd is met een goede ruimtelijke ordening of anderszins in strijd met het recht.
In hetgeen [appellant] en anderen aanvoeren ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vastgestelde planbegrenzing strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Zij neemt daarbij in aanmerking dat in het plan "Enschotsebaan Berkel-Enschot" reeds de bestemming "Wonen" aan de gronden waarop de dam met duiker wordt gerealiseerd is toegekend. Deze bestemming staat ingevolge artikel 11, lid 11.1, sub 11.1.1, aanhef en onder d, van de planvoorschriften verkeersvoorzieningen toe. Overigens staat de bestemming "Wonen - 3" in het voorliggende plan ingevolge artikel 3, lid 3.1, sub 3.1.2, aanhef en onder d, van de planregels eveneens verkeersvoorzieningen toe, zodat een ontsluiting van het perceel via de dam met duiker mogelijk is. Daarnaast is de aanleg en situering van de dam met duiker een kwestie van uitvoering, die thans niet aan de orde is. Dit aspect kan zo nodig in het kader van de omgevingsvergunningprocedure aan de orde komen.
2.6. Het beeldkwaliteitsplan "Overhoek Enschotsebaan Berkel-Enschot Gemeente Tilburg" van juni 2008 is opgesteld ten behoeve van de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit, waarbij kaders worden gesteld voor de realisering van bebouwing in onder meer het plangebied van het plan "Enschotsebaan Berkel-Enschot". Nu de seniorenwoning die met het voorliggende plan mogelijk wordt gemaakt, in zijn geheel in een wijk ligt die buiten het gebied valt ten behoeve waarvan het beeldkwaliteitsplan is opgesteld, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het beeldkwaliteitsplan geen betekenis heeft voor het plan. Het betoog faalt.
3. In hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep is ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Lap
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 november 2012