ECLI:NL:RVS:2012:BY3071

Raad van State

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201203814/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan voor de aanleg van een voet- en fietspad langs de Oude IJssel te Ulft

In deze zaak gaat het om het bestemmingsplan "Locatie Bongersstraat 241-245 Ulft", dat op 22 maart 2012 door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek is vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld, omdat zij vrezen voor overlast, aantasting van hun privacy en veiligheidsproblemen door de aanleg van een voet- en fietspad langs de Oude IJssel. De raad heeft in een verweerschrift aangegeven dat de aanleg van het fietspad is gebaseerd op een convenant tussen verschillende partijen, waaronder het Waterschap Rijn en IJssel, en dat het een onderdeel is van een groter project. De raad heeft de belangen van toerisme en verkeersveiligheid in de afweging meegenomen en stelt dat de gekozen route de voorkeur heeft boven alternatieven die onveilige situaties kunnen opleveren.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 17 oktober 2012 ter zitting behandeld. De Afdeling overweegt dat de bezwaren van [appellant] en anderen niet voldoende zijn om het bestemmingsplan te vernietigen. De Afdeling concludeert dat de raad bij de vaststelling van het plan een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt en dat er geen sprake is van een onredelijke aantasting van de privacy of veiligheid. De Afdeling wijst erop dat het gebied tussen de woningen en de Oude IJssel openbaar gebied is en dat de aanleg van het fietspad al eerder planologisch mogelijk was gemaakt.

De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan bijdraagt aan een goede ruimtelijke ordening. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 14 november 2012.

Uitspraak

201203814/1/R2.
Datum uitspraak: 14 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, wonend te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,
en
de raad van de gemeente Oude IJsselstreek,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 22 maart 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Locatie Bongersstraat 241-245 Ulft" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 oktober 2012, waar [appellant] en anderen, in de persoon van [appellant] en [andere appellant], en de raad, vertegenwoordigd door I.J.M. Testroet-Schepers, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    [appellant] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het plan voor zover dit voorziet in de mogelijkheid om langs de oever van de Oude IJssel, ter hoogte van de percelen die zijn gelegen aan de Bongersstraat 241-245 te Ulft, een groenstrook met daarin een voet- en fietspad aan te leggen. Zij voeren aan dat hierdoor de mogelijkheid wordt geopend het bestaande voet- en fietspad langs de Oude IJssel achter hun woningen door te laten lopen. Hierdoor vrezen zij overlast, een aantasting van hun privacy en problemen met de veiligheid. Voorts is volgens hen de desbetreffende strook door het waterschap Rijn en IJssel aangeduid als ecologische zone, waar geen twee meter breed fietspad in past. Verder stellen zij dat de raad had moeten kiezen voor een alternatief tracé voor het fietspad welke gebruik maakt van bestaande voorzieningen.
2.    De raad stelt zich op het standpunt dat de aanleg van het fietspad tussen Doesburg en Bocholt dat door het plangebied en achter de woningen van [appellant] en anderen zal lopen, is gebaseerd op een convenant tussen verschillende betrokken partijen, waaronder het Waterschap Rijn en IJssel, en het sluitstuk vormt van het project de Hutten, zoals neergelegd in de "Structuurschets en beeldkwaliteitplan Ulft en Oude IJssel" van 26 oktober 2000. Bij dit convenant is, aldus de raad, een belangenafweging gemaakt, waarbij de toeristisch-recreatieve aspecten en verkeersveiligheid zijn betrokken. Ten aanzien van de door [appellant] en anderen aangevoerde alternatieven stelt de raad dat hierdoor twee maal een drukke straat moet worden overgestoken, hetgeen onveilige situaties kan opleveren en dat de gekozen route te prefereren is vanwege de toeristische waarde.
3.    Het plan voorziet in de mogelijkheid om tussen de percelen aan de Bongersstraat 241-245 en de Oude IJssel voet- en fietspaden aan te leggen.  Door dit plan wordt het mogelijk om over te gaan tot de feitelijke aanleg van een doorgaand voet- en fietspad tussen de naast het plangebied staande woningen aan de Ph. P. Cappettilaan en de Oude IJssel. In het in rechte onaantastbare bestemmingsplan "De Wesenthorst" van 29 september 2005, was de aanleg van een voet- en fietspad op de gronden achter de woningen van [appellant] en anderen planologisch reeds mogelijk gemaakt. De gronden waarop het voet- en fietspad zal worden aangelegd zijn al lange tijd eigendom van de gemeente en van het waterschap Rijn en IJssel en zijn als zodanig openbaar gebied. Voorheen liep over deze gronden een jaagpad. [appellant] en anderen konden er dan ook niet van uitgaan dat deze gronden niet zouden worden benut voor het aanleggen van een voet- en fietspad.
4.    De Afdeling overweegt dat in hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd geen aanleiding is gelegen voor het oordeel dat als gevolg van de vaststelling van het plan een zodanige aantasting van de privacy zal optreden, dan wel zich zodanige overlast zal voordoen dat de raad, gelet op het belang van de aanleg van een doorgaande recreatieve fietsroute, het plan om die reden niet had mogen vaststellen. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het gebied tussen de woningen aan de Ph. P. Cappettilaan en de Oude IJssel openbaar gebied is en reeds als voet- en fietspad is bestemd. Voorts is niet gebleken dat door de mogelijkheden die het plan biedt de veiligheid onevenredig wordt aangetast.
5.    Met betrekking tot de stelling dat de aanleg van een voet- en fietspad zich niet verdraagt met de ter plaatse gelegen ecologische zone overweegt de Afdeling als volgt. In het plan zijn de gronden die zijn gelegen tussen de bestemming "Groen", met daarbinnen de mogelijkheid om voet- en fietspaden aan te leggen, en de Oude IJssel bestemd als "Natuur", zodat voldoende rekening is gehouden met de door [appellant] en anderen genoemde zone.
6.    De Afdeling overweegt voorts dat de raad bij de keuze van de bestemming een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beoordelingsvrijheid. De voor- en nadelen van alternatieven dienen in die afweging te worden meegenomen. De raad heeft om redenen van veiligheid de alternatieve routes minder wenselijk geacht, waarbij de raad onder meer heeft gesteld het onwenselijk te achten om het bestaande fietspad langs de Bongersstraat in te richten voor tweerichtingsverkeer. Voorts heeft de raad een doorgaande fietsverbinding met toeristische waarde langs de Oude IJssel willen realiseren tussen Doesburg en Bocholt. Gelet hierop is geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in voldoende mate de voor- en nadelen van alternatieven heeft afgewogen.
7.    In hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep is ongegrond.
8.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.E.E. Konings, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen    w.g. Konings
lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 november 2012
579-723.