ECLI:NL:RVS:2012:BY3045
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A.W.M. Bijloos
- L. Groenendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake boete opgelegd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 november 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoekster, een onderneming gevestigd te Tilburg, had een boete van € 24.000,00 opgelegd gekregen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar dit bezwaar werd door de minister ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de verzoekster beroep ingesteld bij de rechtbank, maar ook dit beroep werd ongegrond verklaard door de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda op 13 september 2012.
Tegen deze uitspraak heeft de verzoekster hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 30 oktober 2012 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekster werd vertegenwoordigd door haar vennoot en een advocaat. De minister was ook vertegenwoordigd door een ambtenaar van het ministerie.
De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek om voorlopige voorziening strekt tot opschorting van de rechtsgevolgen van het besluit tot het opleggen van de boete, totdat er op het hoger beroep is beslist. De verzoekster voerde aan dat invordering van de boete zou leiden tot faillissement, maar de voorzitter oordeelde dat het verzoek het noodzakelijke spoedeisende belang ontbeert. De voorzitter concludeerde dat de verzoekster niet voldoende objectieve gegevens had overlegd om aan te tonen dat zij in een financiële noodsituatie zou komen. Het verzoek werd afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.