ECLI:NL:RVS:2012:BY2477

Raad van State

Datum uitspraak
2 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201207702/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Buitengebied Wientjesvoort-Zuid

Op 2 november 2012 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen [verzoeker] en anderen, wonend te Vorden, gemeente Bronckhorst, en de raad van de gemeente Bronckhorst. Het verzoek was gericht tegen het besluit van 24 mei 2012, waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied Wientjesvoort-Zuid" was vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de oprichting van 30 recreatiewoningen op een deel van het voormalige landgoed Wientjesvoort, gelegen ten zuiden en westen van de Ruurloseweg te Vorden.

Tegen het besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 17 oktober 2012 ter zitting behandeld, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door mr. M. Jolink, aanwezig waren. Ook de besloten vennootschap Wientjesvoort Projecten B.V. was ter zitting vertegenwoordigd door M.A. Rozeboom en J. Akkermans.

De voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening alleen door [verzoeker] zelf was ingediend, omdat geen bewijs was geleverd van de vertegenwoordiging van andere bezwaarmakers. [verzoeker] stelde dat de oprichting van de recreatiewoningen in strijd is met de Ecologische Hoofdstructuur. Wientjesvoort Projecten B.V. heeft ter zitting toegezegd geen omgevingsvergunning aan te vragen en geen voorbereidende werkzaamheden te verrichten voordat er uitspraak is gedaan in de bodemprocedure.

De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde en wees het verzoek af. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 november 2012.

Uitspraak

201207702/2/R2.
Datum uitspraak: 2 november 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker] en anderen, wonend te Vorden, gemeente Bronckhorst,
en
de raad van de gemeente Bronckhorst,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 mei 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Wientjesvoort-Zuid" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 oktober 2012, waar [verzoeker] en anderen, in de persoon van [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door mr. M. Jolink, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wientjesvoort Projecten B.V., vertegenwoordigd door M.A. Rozeboom en J. Akkermans, gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Het plan voorziet onder meer in de oprichting van 30 recreatiewoningen op het deel van het voormalige landgoed Wientjesvoort dat ten zuiden en westen van de Ruurloseweg te Vorden is gelegen.
3.    In het verzoekschrift staat dat het verzoek mede namens de, verder niet bij name genoemde, bezwaarmakers van het landgoed "Oude Voorde" wordt ingediend. Daarbij heeft [verzoeker] geen machtiging of andere stukken overgelegd waaruit de gestelde vertegenwoordiging van deze andere bezwaarmakers blijkt. Bij aangetekende brief van 9 augustus 2012 is [verzoeker] verzocht de gestelde vertegenwoordiging aan te tonen, waarbij zij tot en met 23 augustus 2012 in de gelegenheid is gesteld dit te doen. Nu [verzoeker] de gestelde vertegenwoordiging niet binnen voornoemde termijn heeft aangetoond, zonder dat gebleken is dat dit verschoonbaar is, wordt het er in de onderhavige voorlopige voorzieningenprocedure voor gehouden dat het verzoek om voorlopige voorziening alleen door [verzoeker] zelf is ingediend.
4.    [verzoeker] komt op tegen het plan, onder meer omdat de oprichting van 30 recreatiewoningen volgens haar in strijd is met de regeling voor de binnen het plangebied liggende gronden die tot de Ecologische Hoofdstructuur behoren. Teneinde onomkeerbare gevolgen te voorkomen heeft zij verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
5.    Wientjesvoort Projecten B.V. heeft ter zitting toegezegd om, voordat uitspraak is gedaan in de bodemprocedure, geen omgevingsvergunning aan te zullen vragen ten behoeve van de ontwikkeling van de recreatiewoningen en de overige aan te leggen voorzieningen. Voorts heeft zij toegezegd tot die tijd geen voorbereidende werkzaamheden te zullen uitvoeren ten behoeve van de beoogde ontwikkeling. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat met het verzoek in zoverre geen spoedeisend belang is gemoeid. Ook anderszins is de voorzitter niet gebleken van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
6.    Gelet op het vorenstaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. van Baaren, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen    w.g. Van Baaren
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 november 2012
579-723.