ECLI:NL:RVS:2012:BY2467

Raad van State

Datum uitspraak
31 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
201209649/2/A4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor beroepsmatige visserij in Natura 2000-gebied en verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de coöperatie Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer U.A. (PO IJsselmeer) beroep ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Flevoland, waarbij vergunning is verleend voor beroepsmatige visserij in het Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer. Het besluit, genomen op 24 januari 2012, werd aangevochten door PO IJsselmeer, die tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld op 30 oktober 2012.

De voorzitter oordeelde dat het college op 28 augustus 2012 een wijziging had doorgevoerd in de vergunningvoorschriften, waarbij een eerder visverbod werd opgeheven. Dit visverbod was ingesteld om de vogelsoorten in het Natura 2000-gebied te beschermen. PO IJsselmeer verzocht om schorsing van het gewijzigde voorschrift, omdat het algehele visverbod grote gevolgen zou hebben voor de visserijbedrijven in de regio. De voorzitter concludeerde echter dat er geen wetenschappelijk onderzoek was dat de wijziging van het visverbod onderbouwde, en dat het college terecht een algeheel visverbod had ingesteld om significante gevolgen voor de vogelsoorten te voorkomen.

Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet kon worden uitgesloten dat het uitoefenen van visserij met staand want in de betreffende periode schadelijke gevolgen zou hebben voor de beschermde vogelsoorten. De voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 oktober 2012.

Uitspraak

201209649/2/A4.
Datum uitspraak: 31 oktober 2012
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer U.A. (hierna: PO IJsselmeer), gevestigd te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Flevoland,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 januari 2012 heeft het college krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) aan PO IJsselmeer vergunning verleend voor het uitoefenen van de beroepsmatige visserij in het Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer.
Bij besluit van 28 augustus 2012, verzonden op 29 augustus 2012, heeft het college besloten op het door de vereniging Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels en anderen (hierna tezamen en in enkelvoud: de Vogelbescherming) hiertegen gemaakte bezwaar en, voor zover thans van belang, vergunningvoorschrift 16 gewijzigd.
Tegen dit besluit heeft onder meer PO IJsselmeer beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft PO IJsselmeer de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 30 oktober 2012, waar PO IJsselmeer, vertegenwoordigd door mr. S. Maakal, advocaat te Heerenveen, en ing. D.J.T. Berends, en het college, vertegenwoordigd door ing. N.P.I. Bolt, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de Vogelbescherming, vertegenwoordigd door mr. A. Doesburg, gehoord.
Overwegingen
1.    Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.    Ingevolge artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 is het verboden zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten.
3.    Ingevolge het aan de vergunning van 28 augustus 2012 verbonden voorschrift 16 is het verboden om van 1 november tot 1 maart met staand want te vissen binnen een zone van 3 km tot aan de Houtribdijk. Dit verbod was bij het besluit van 24 januari 2012 beperkt tot het vissen met staand want met een maaswijdte kleiner dan 140 mm. Het college stelde zich destijds op het standpunt dat die beperking van het visverbod in de vergunning kon worden opgenomen, omdat de vogels waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen in staat zijn zichzelf te bevrijden uit netten met een maaswijdte van 140 mm of groter. Bij het besluit van 28 augustus 2012 heeft het college die beperking op het visverbod laten vervallen, nu er geen wetenschappelijke onderbouwing voor het eerder door hem ingenomen standpunt is. Volgens het college is een algeheel visverbod nodig om significante gevolgen voor de verschillende vogelsoorten uit te kunnen sluiten.
4.    PO IJsselmeer verzoekt om schorsing van voorschrift 16. Volgens PO IJsselmeer heeft het college de in het besluit van 24 januari 2012 opgenomen beperking bij het bestreden besluit ten onrechte laten vervallen waardoor thans een algeheel visverbod geldt voor het vissen met staand want in de periode van 1 november tot 1 maart in de zone van 3 km tot aan de Houtribdijk. Dit heeft grote gevolgen voor een aantal visserijbedrijven, nu zij in hoge mate afhankelijk zijn van de visserij met staand want in de strook van 3 km langs de Houtribdijk. Naar het oordeel van PO IJsselmeer bestaat voor het opleggen van een algeheel visverbod geen noodzaak, nu met het nemen van een aantal maatregelen kan worden voorkomen dat significante gevolgen optreden voor de aanwezige vogelsoorten.
4.1.    De voorzitter ziet geen grond voor het oordeel dat het college geen verbod tot visserij met staand want in de periode van 1 november tot 1 maart in de zone van 3 km tot aan de Houtribdijk als voorwaarde aan de vergunning als bedoeld in artikel 19d van de Nbw 1998 had kunnen verbinden, nu niet uitgesloten is dat een vergunning tot vissen met staand want, al dan niet met een maaswijdte van 140 mm of groter in die periode, significante gevolgen kan hebben voor de vogelsoorten waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen.
Vaststaat dat er geen onderzoek voorhanden is naar de eventuele gevolgen van opheffing van het in voorschrift 16 neergelegde verbod, noch naar de beperking van dit verbod tot het vissen met staand want met een maaswijdte van kleiner dan 140 mm. Bij gebrek aan een dergelijk onderzoek kan niet worden uitgesloten dat het uitoefenen van visserij met staand want, al dan niet met een maaswijdte van 140 mm of groter, in de periode van 1 november tot 1 maart in de zone van 3 km tot aan de Houtribdijk significante gevolgen heeft voor de soorten waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen. Nu aldus niet kan worden beoordeeld of voor het vissen met staand want, al dan niet met een maaswijdte van 140 mm of groter, in de periode van 1 november tot 1 maart in de zone van 3 km tot aan de Houtribdijk vergunning zou kunnen worden verleend, bestaat geen aanleiding dit bij voorlopige voorziening toe te staan.
5.    Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van staat.
w.g. Wortmann    w.g. Van Roessel
voorzitter    ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 oktober 2012
457-687.